Direct naar artikelinhoud

Mossel noch KIP

Het KIP presenteert een tableau de la troupe, het eerste sinds de oprichting van het gezelschap in 2011. De America's verraadt meer dan ooit de sterktes en de zwaktes van dit achtkoppige theaterbeest.

Het was in de tijd dat Vlaanderen nog onder de kerktoren lag, mensen bij een boekenclub waren en brillen droegen met glazen dik als weckpotten. Toen er nog een pastoor was om te rampetampen met een wulpse weduwe en jongens met een pornosnorretje droomden van een zangcarrière. Dat is de tijd waarin de familie America leeft, overleeft. Hun biotoop: een jungle van schulden, kinderen met onbekende vader en klunzige/kluchtige misdaad. Hun handelsmerk: een aaneenschakeling van foute keuzes, uitlopend op rampzalige acties. Prominent op scène staat een kinderwagen. De nieuwe generatie erft een portie oude miserie.

Johan Knuts en Yahya Terryn schreven dertien taferelen, dertien statiën in een tragikomisch passieverhaal. Het KIP, zeven spelers-makers en een (licht)ontwerper, heeft een hart voor dit soort verhalen. Hun personages zijn kleine mensen die worstelen met een lot dat een maat te groot voor hen is. Maar ze blijven met ongebroken veerkracht doorleven - daarin schuilt het mededogen van hun scheppers.

De sterkte van het KIP schuilt in zijn spelers. Hun energie en fysieke spel vormen een taal op zich. De geschiedenis van de America's laat zich nog het mooist aflezen uit een openhangende mond, een te zwaar opgemaakt vrouwengezicht, twee te hoog opgetrokken schouders. De sterkste momenten zijn die waarin er gezwegen wordt: de secondenlange stilte na een verpletterend tweestemmig Ave Maria, de dodendans van een stervend personage, een uit haar jurkje barstende vrouw die zich aanbiedt op een altaar.

De zwakte van het KIP schuilt in zijn spelers. Misschien zijn ze te veel en te graag speler om maker te zijn. Net zoals Klein Rusland (2012) hinkelt ook De America's tussen twee idiomen die door de tandem Johan Knuts/Yahya Terryn niet tot volle wasdom kunnen gebracht worden. De America's is geen tranche de vie zoals Sierens die op zijn best kan schrijven - daarvoor schiet de tekst te veel alle kanten uit, missen de personages diepgang. De America's is ook geen abstracte, beeldende parel zoals Eric De Volder die op zijn best kon schilderen - daarvoor zijn de momenten van beeldende kracht te schaars. Wat zich in De America's laat voelen, is het gebrek aan een sterk artistiek auteurschap.

Het KIP heeft een verhaal te vertellen, maar moet daarvoor nog een eigen taal uitvinden. Wil het gezelschap uit de league van de eeuwige net-nietters blijven, zal het een authentieke esthetiek moeten ontwikkelen. Wie schrijft de grammatica van het KIP?