Direct naar artikelinhoud

‘Palliatieve sedatie is ook een vorm van euthanasie’

Om de onduidelijkheid weg te nemen pleit Marc Cosyns voor één wet rond levensbeëindiging. Maar dat is politiek gezien op dit moment geen optie.

“Ik laat jullie via deze weg weten dat ik van plan ben om morgen in palliatieve sedatie gebracht te worden, om zo rustig uit te doven. Blijf positief.” Via Facebook was het Bart Verbeecks laatste boodschap, begin december 2010. Enkele dagen later overleed de 23-jarige man uit Mechelen, die aan een zeldzame vorm van botkanker leed. De Koppen XL-reportage van Phara de Aguirre over Barts levenseinde maakte dinsdagavond grote indruk. De rust waarin en de manier waarop hij het leven verliet, viel daarbij op: geen euthanasie, maar palliatieve sedatie, waarbij Bart in slaap werd gebracht en er zacht op de dood werd gewacht.

Een weloverwogen keuze van Bart Verbeeck, waarbij alleen respect op zijn plaats is, zegt Marc Cosyns. “Maar de grens tussen wat Bart palliatieve sedatie noemt en euthanasie is niet zo arbitrair. Omdat het uiteindelijk om hetzelfde gaat. In beide gevallen gaat het om het door een arts levensbeëindigende behandelen van een patiënt die ongeneeslijk ziek is en een door hem of haar ondraaglijk lijden ervaart. Alleen de manier waarop verschilt. Bij wat Bart palliatieve sedatie noemt, krijgt de patiënt een middel toegediend dat hem in slaap brengt. In combinatie met de beslissing ook voeding en vochttoediening te stoppen, zal de dood na verloop van tijd (maximaal 14 dagen, RVP) intreden. Bij euthanasie kan het zo geregeld worden - zelfs met hetzelfde product als waarmee de zogenaamde palliatieve sedatie wordt ingeleid, maar met een hogere dosis - dat de patiënt bijna onmiddellijk overlijdt. Het is veel abrupter.”

“Vaak ligt dat in de lijn van hoe die persoon zelf was”, vervolgt Cosyns. “Als iemand altijd zelf abrupt zijn lot in eigen handen wilde nemen, zal die persoon misschien sneller tot actieve euthanasie beslissen. Andere patiënten laten het liever aan hun lichaam over of zeggen, zoals Bart: ‘Kom mij maar halen.’ Dat kan, het is een beslissing die een patiënt neemt na overleg met zijn familie of mensen die dichtbij staan. Maar louter wettelijk is dit een trage vorm van euthanasie.”

‘Sedatie is omkeerbaar’

En net dat wettelijke kader, of het feit dat de problematiek van levensbeëindiging vandaag in drie wetten geregeld zit, is volgens Cosyns een probleem. De wetgevingen rond patiëntenrechten, palliatieve zorg en euthanasie regelen de problematiek, maar zouden in de optiek van de Gentse arts beter omgevormd worden tot één wettelijk kader. “Het sterven is ondergebracht in twee soorten, euthanasie enerzijds en medische behandeling anderzijds”, zegt Cosyns. “Bart Verbeeck en vroeger Mario Verstraete (een 40-jarige MS-patiënt die in 2002 media-aandacht kreeg bij zijn keuze voor euthanasie, RVP) hebben door hun medische behandeling langer geleefd dan ze hadden gedaan als ze niet behandeld waren. In de laatste fase hebben ze voor een andere manier van sterven gekozen. Het is zeer goed dat dat kan, maar in beide gevallen ging het wel om een medisch begeleid sterven. Alleen gelden voor euthanasie, ook voor artsen, andere criteria. Je moet je vrijpleiten van moord. Het wordt anders geconcipieerd. Daarom pleit ik ervoor die wet af te schaffen en alles onder te brengen in een juiste toepassing van de patiëntenwet.”

Het is een hamer waarmee dokter Cosyns al langer klopt, in de wetenschap dat het een discussie is waarvoor op dit moment politiek geen wil bestaat ze aan te gaan. Levensbeschouwing is daarbij een belangrijk aspect. Kort door de bocht, zegt Cosyns: “Vrijzinnigen zijn bang dat een aanpassing van de wet zou leiden tot het terugschroeven van de huidige verworvenheden, katholieken zijn juist blij dat er een aparte wetgeving is en willen die zeker niet versoepelen.” Bij het kabinet van ontslagnemend minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx (PS) wil men in tijden van lopende zaken liever niet ingaan op vragen rond ethische kwesties. Bovendien verwijst men naar het feit dat dit sowieso werk is voor het parlement.

Cosyns’ collega Chris Gastmans van de KU Leuven is het oneens met de stelling dat palliatieve sedatie ‘een trage vorm van euthanasie’ is. “Euthanasie heeft alles te maken met levensbeëindiging”, zegt de hoogleraar medische ethiek. “Bij palliatieve sedatie gaat het om pijnbestrijding. Middelen worden daarbij proportioneel toegediend om de patiënt in slaap te brengen, niet om hem de dood te laten ingaan. Dat is een groot verschil. Palliatieve sedatie is niet levensverkortend, euthanasie is dat wel. Sedatie is in principe ook omkeerbaar. Dat het resultaat, de dood, hetzelfde is, vind ik een denkfout. Bart Verbeeck heeft het mooi aangegeven: hij wilde zelf niet voor de dood kiezen, maar hij liet zijn lichaam beslissen.” Cosyns repliceert: “De palliatieve sedatie zoals Gastmans die uitlegt, is de manier die we met de federatie palliatieve zorg hebben uitgewerkt en geen ‘trage euthanasie’, zoals bij Bart.”