Direct naar artikelinhoud

Bourgeois Berlijn verdringt bohemien

Kunst tegen kapitaal, bohemien tegen bourgeois. Die strijd wordt al zeker tien jaar gevoerd in de Berlijnse wijken Mitte en Prenzlauer Berg. Met de nakende sluiting van kunsttempel Tacheles lijkt het gevecht nu beslecht. De wijken die na de val van de Muur uitgroeiden tot het hart van de artistieke en alternatieve scene van Berlijn, moeten de duimen leggen voor de yuppies.Door Jeroen de Preter

erlijn, 1990. De Muur is net gevallen, om en rond de puinen hangt de sfeer van een nieuw begin. Met name in de wijken Mitte en het naburige Prenzlauer Berg begint er iets unieks te bloeien. Mitte en Prenzlauer Berg hebben, vanuit westers standpunt bekeken, altijd net achter de muur gelegen. Nu de Muur gevallen is, komen plots twee oude wijken tevoorschijn die de DDR-dictatuur, in haar voorliefde voor nieuwe wijken vol Plattenbau, had laten verkommeren.

De heropleving zou niet lang op zich laten wachten. Op wie door het verval heen kan kijken, oefent dit oude stadsdeel een onmiskenbare charme uit. De lokroep van het nieuwe en - misschien vooral - de lage huurprijzen doen de rest.

Het is hier dat Berlijn de basis zou leggen voor haar latere reputatie als “het New York van Europa”. Mitte en Prenzlauer Berg worden in geen tijd de place to be voor jonge kunstenaars en trendsetters uit oost en vooral west. Cafés, concertzalen, clubs en cultuurtempels schieten hier als paddenstoelen uit de grond.

Een van die cultuurtempels is Tacheles, een imposant, half vervallen bouwwerk dat in het voorjaar van 1990 door een groep kunstenaars/krakers wordt bezet. In geen tijd wordt het gebouw omgetoverd tot een bloeiend alternatief kunstencentrum. Onbedoeld zet het collectief achter Tacheles op die manier de traditie voort: dit gebouw had de geschiedenis van Berlijn altijd al belichaamd.

Kunstenaarsbezetting

Wat vandaag Tacheles heet, was ooit slechts een vleugel van de Friedrichstraßenpassage , een in 1909 geopende shopping mall in het hart van de Joodse wijk. Al in 1928 worden de gebouwen overgekocht door AEG, de Duitse elektroreus, die er een tentoonstellingsruimte voor de nieuwste elektrische apparaten van maakte. Het verhaal gaat dat in deze gebouwen de allereerste tv-uitzending ter wereld werd uitgezonden.

Nog geen tien jaar later krijgt het complex alweer een nieuwe bestemming. Onder het bewind van de nazi’s dient het onder meer als hoofdkwartier van het Deutsche Arbeitsfront en worden er tijdelijk Franse oorlogsgevangenen in ondergebracht. Het gebouw raakt tijdens Wereldoorlog Twee ook zwaar beschadigd, schade die je vandaag trouwens nog altijd kunt zien.

Als het gebouwencomplex in 1949 eigendom wordt van de pas opgerichte Deutsche Demokratische Republik (DDR), verliest het voor lange tijd zijn functie.

Beetje bij beetje gaat de oude winkelgalerij tegen de vlakte, tot er in de jaren tachtig nog maar één vleugel recht staat, het gebouw dat op 13 februari 1990 bezet wordt door de Künstlerinitiative Tacheles.

Die bezetting kwam trouwens niets te vroeg. Volgens het toenmalige stadsbestuur was de vleugel een bouwval. De sloophamers waren al besteld toen het kunstenaarscollectief rond Tacheles om een objectief onderzoek vroeg. Dat onderzoek kwam er en wees tot grote verbazing van velen uit dat het gebouw fundamenteel nog altijd gezond was. Luttele jaren later wordt Tacheles een beschermd monument.

Zootje ongeregeld

Tacheles is gelegen in de Oranienburger Straße, hartje Berlijn Mitte. Dat deze buurt tijdens de jaren negentig een magnetische werking heeft op jong en hip volk uit alle windstreken was ook de investeerders niet ontgaan. Een van hen heet Anno August Jagdfeld, een zakenman die als dank voor zijn investeringen in het voormalige Oost-Duitsland inmiddels het zogenaamde Bundesverdienstkreuz kreeg opgespeld.

Over de verdiensten van Jagdfeld wordt in kunstencentrum Tacheles ondertussen net iets anders gedacht. Jagdfeld liet in 1998 zijn oog vallen op Tacheles en omliggende percelen. Plannen om er met de steun van de overheid een groot bouwproject op te zetten draaiden echter op niets uit. Het terrein werd in beslag genomen en kwam zo in handen van staatsbedrijf HSH Nord Bank. Aan belangstelling van nieuwe investeerders is anno 2011 geen gebrek. Tacheles is uitgegroeid tot een toeristische trekpleister. De grond is vandaag goud waard.

Enige minpuntje is dat ongewassen zootje ongeregeld dat maar niet wil wijken. Pogingen van HSH Nord Bank om hen uit Tacheles te verwijderen, zijn tot nu toe mislukt. De kunstenaars kregen daarbij de steun van van burgemeester Klaus Wowereit. Hij verklaarde al een aantal keer dat Tacheles mag openblijven zolang de nieuwe investeerder zijn plannen niet kenbaar heeft gemaakt. Maar zodra die plannen bekend zijn, zo verzekerde Wowereit, is het voorgoed schluss. Voor de kunstenaars van Tacheles is de vraag vandaag niet of de hakbijl definitief valt, maar wanneer.

Uitgebrande auto’s

Met de nakende ontruiming van het kunstencentrum lijkt een definitief einde te komen aan een lange periode van een soms bijzonder bitse strijd tegen de ‘yuppieficatie’ (onder sociologen beter bekend als ‘gentrificatie’) van Mitte en Prenzlauer Berg. Vorig jaar nog brandde er in Prenzlauer Berg bijna wekelijks een auto uit. Niet toevallig ging het meestal om Jaguars, Mercedessen en Porsches. De daders bleken linkse radicalen die op die manier hoopten het tij alsnog te keren. Tevergeefs. De daders verdwenen achter de tralies, de prijzen van de woningen in Mitte en Prenzlauer Berg bleven gewoon stijgen, net als het aantal toeristen.

Gevolg is dat veel jongeren en kunstenaars een appartement in deze buurt vandaag niet meer kunnen betalen. Hun plaats wordt ingenomen door kapitaalkrachtige ‘bourgeois-bohemiens’. Waar het vroeger wemelde van de clubs, cafés en de kleine galeries verdringen zich vandaag biowinkels en yogacentra. “De kleren van een kind in Prenzlauer Berg zijn duurder dan mijn maandloon”, getuigde enkele jaren geleden een uit de wijk gevluchte inwoner in de Berlijnse krant Der Tagesspiegel.

Nu de strijd tegen de yuppieficatie/gentrificatie verloren lijkt, rijst de vraag of de stad zijn reputatie als kunstenaarsmagneet en kloppend hart van jongerencultuur nog verdient. De meningen zijn hierover verdeeld. In zijn vorig jaar verschenen Portret van kunststad Berlijn gaat de in Prenzlauer Berg residerende Nederlandse schrijver en tentoonstellingsmaker Jurriaan Benschop uitvoerig op de kwestie in. Over zijn eigen wijk zegt Benschop dat die ondertussen “te veel op orde” is om nog echt interessant te zijn. Maar Berlijn is gelukkig een erg grote stad. “Zou de hele stad eruitzien als Prenzlauer Berg”, schrijft Benschop, “dan zou ik me wel zorgen maken.” Maar Benschop maakt zich geen zorgen. Typisch aan Berlijn, zegt Benschop, zijn nu net de grote verschillen tussen de wijken. “Berlijn is juist dat veelvoud aan wijken, die gelijktijdigheid van zo veel verschillende atmosferen en de mogelijkheid daartussen heen en weer te bewegen.”