Direct naar artikelinhoud

Oostende duwt Aalstar kopje onder in vierde quarter

Het was een intense en hardbevochten opener in de titelfinales. Aalstar controleerde, maar moest buigen in het slotquarter. Dat werd gedomineerd door Dusan Djordjevic, de Oostendse matchwinnaar.

Complexloos en vol overtuiging startte Aalstar deze titelfinales. Het legde daarbij het Oostendse pijnpunt meteen bloot: met de afwezigheid van de geblesseerde Echenique mist het kracht en gewicht onder de korf. En dat werd uitgebuit door John Tofi. Te sterk voor de jonge benen van Berggren of Boukichou. Hij danste met zijn bewakers naar de korf en was halfweg al goed voor 17 punten. Tofi compenseerde aanvankelijk de offensieve afwezigheid van Raivio en Butler, die een hele wedstrijd worstelde met foutenlast.

"Kom je hier met fris hoofd en benen, dan is het al moeilijk om te winnen. En dus zeker nu, zo kort na vijf slopende matchen tegen Bergen", wist coach Brad Dean. "Oostende heeft meer diepte en kan dus meer energie brengen, dat zag je in het slotquarter met meer gemiste shots en met minder reboundkracht."

Onherkenbaar

Niet dat Oostende na rust meteen excelleerde. Halfweg leidde Aalstar nog met 36-40 na een 31-38 voorsprong. En die kleine bonus was oververdiend. Oostende was onherkenbaar tot dan. Het kwam niet alleen defensief in de problemen, het vond nooit ritme en snelheid en herviel offensief in steriel spel. Ook Djordjevic bracht aanvankelijk niet de oplossing. Het was de klasse van Thompson die Oostende voor erger behoedde.

De thuisploeg bleef zenuwachtig acteren, maar defensief sloot het beter en het ging de rebound beheersen. Dat voedde het snelle transitiespel. En dan moest het 'festival Djordjevic' nog beginnen. Met tien punten en drie assists in het slotquarter was hij eens te meer de bezieler van de beslissende Oostendse eindjump. Met een 28-6 score in dat laatste quarter slikte Aalstar nog zware cijfers.