Direct naar artikelinhoud

Trein rijdt nu trager dan in 1990

De NMBS trekt de rittijden al jaren systematisch op. Een rit tussen Antwerpen en Brussel duurt vandaag 7 minuten langer dan in 1990. Met langere reistijden probeert de NMBS haar vertragingen weg te werken.

Trager wel, maar niet stipter. Wie vorig jaar een rit met de trein aflegde, had 13 procent kans dat die niet volgens het boekje reed. Reden genoeg voor de NMBS, die van stiptheid een prioriteit maakt, om de rijtijden systematisch op te trekken. Wie de dienstregelingen van de voorbije decennia naast elkaar legt, ziet dat heel wat rechtstreekse verbindingen steevast langer doen over hetzelfde traject. De sporen slibben dicht, zegt Bart Crols, woordvoerder van de NMBS.

Crols: "Er wordt vaak lacherig gedaan over druk spoorverkeer, maar dat is onterecht. De huidige dienstregeling dateert inmiddels uit 1998. Sindsdien zijn er 30 procent extra treinen bij gekomen via allerlei kleine ingrepen." Een drukker schema betekent al snel een cascade aan vertragingen. "Een stilstaande trein blokkeert ook de sporen voor zijn achterliggers. Vergelijk het met een luchthaven: daar moet je ook soms blijven rondcirkelen voordat je kunt landen."

Ook hier weer luidt de verklaring dat de spoorwegen het slachtoffer zijn van hun eigen succes. "Voor alle duidelijkheid: er zijn ook veel verbindingen die sneller zijn geworden. Maar door onze reizigersgroei, 50 procent extra sinds 2000, moeten we voortdurend infrastructuurwerken uitvoeren. Op die plaatsen moeten we soms jaren trager rijden. Die extra tijd wordt in de dienstregeling verwerkt. Vooral in de regio Brussel, waar ook de noord-zuidas al verzadigd is."

Daarnaast is er de toename van het internationaal en goederenverkeer. Een internationale trein heeft immers voorrang. "Als blijkt dat een verbinding systematisch onrealistisch is, dan heeft het geen zin om ze in de tabellen te laten staan."

Jan Vanseveren, woordvoerder van reizigersvereniging TreinTramBus, schudt het hoofd. "De dienstregeling wordt aangepast in functie van vertragingen, terwijl dat net omgekeerd moet zijn", foetert hij. "Bovendien legt de NMBS enorme reserves aan: als een trein met 10 minuten vertraging vertrekt in Brussel, komt die nog altijd op tijd aan in Oostende." Meest frappant, oordeelt Vanseveren, is de maximumsnelheid. "Die is op heel wat plaatsen opgetrokken, terwijl er ook geen haltes bij kwamen."

Volgens professor Pieter Vansteenwegen (UGent), die een doctoraat maakte over dienstregelingen bij de spoorwegen, gaat het niet om een louter Belgisch fenomeen. "Ook in Nederland worden de sporen erg intensief gebruikt. Dat maakt dat België en Nederland - veel meer dan andere landen - te maken krijgen met cascadevertragingen."

Volgens Vansteenwegen maakt de NMBS de juiste keuze om de dienstregeling trager te maken in functie van de stiptheid. "Dat klinkt vreemd, maar in praktijk zorgt het ervoor dat reizigers sneller aankomen op hun bestemming. Liever een minuut langer onderweg, dan elke dag je overstap missen." >> 4