Bomauto's richten bloedbad aan
Een dubbele zelfmoordaanslag met autobommen heeft zeker 55 personen gedood in de Syrische hoofdstad Damascus. De aanslag, nabij een hoofdkwartier van een Syrische veiligheidsdienst, was de zwaarste sinds het begin van de opstanden in Syrië.
De twee explosies vonden vlak na elkaar plaats. De eerdere, kleinere ontploffing lijkt vooral bedoeld te zijn geweest om de aandacht te trekken. Toen omstanders toestroomden, ging de tweede bom af. Door de aanslagen raakten ook 372 mensen gewond. Het ministerie van Binnenlandse Zaken meldde dat vijftien zakken zijn gevuld met lichaamsdelen, waardoor het dodental waarschijnlijk nog zal oplopen.
Een bron bij een hospitaal zei tegen The New York Times dat zeker elf van de slachtoffers militairen waren. Het complex van de Militaire Inlichtingendienst ligt naast een school, het grootste deel van de slachtoffers is naar verwachting burger.
De Syrische staatstelevisie liet gisteren beelden zien van verwrongen lijken en verkoolde lichaamsdelen op de doorgaans drukke snelweg voor het complex, temidden van smeulende autowrakken.
Het was de vijfde bomaanslag in Damascus sinds december vorig jaar, toen 44 personen omkwamen bij een aanval op een andere inlichtingendienst. Het regime houdt 'terroristen' verantwoordelijk, de term waarmee zij de oppositie omschrijven. Volgens oppositiegroepen zet de overheid zelf de aanslagen in scène, om de oppositie in diskrediet te brengen.
Niemand heeft de verantwoordelijkheid voor de aanslag opgeëist, maar eerdere aanvallen werden geclaimd door de voorheen onbekende organisatie Jabhat al-Nusrah. Amerikaanse functionarissen vermoeden dat Al Qaida achter de aanslagen zit, gezien de werkwijze.
Er wordt gevreesd dat radicale soennieten de instabiliteit in Syrië proberen uit te buiten en een situatie ontstaat zoals die in Irak in het verleden, waarbij bomaanslagen aan de orde van de dag waren.
De explosies komen een dag nadat een bom in het zuiden van Syrië zeven militairen verwondde die een konvooi van VN-waarnemers begeleidden. Zo'n zeventig waarnemers zijn in Syrië om toe te zien op een staakt-het-vuren, onderdeel van een vredesinitatief opgesteld door speciale gezant Kofi Annan. Hij bemiddelt namens de Verenigde Naties en de Arabische Liga tussen oppositie en regime.
Rebellen en regime stemden een maand geleden in met die wapenstilstand, maar aanhoudend geweld heeft sindsdien aan 1.025 personen het leven gekost, volgens de oppositiegroep de Lokale Coördinatie Comités. De aanslagen van gisteren brengen het initiatief van Annan verder aan het wankelen.
Bij geweld elders in het land vielen gisteren dertien doden, aldus de actiegroep Avaaz, die over een netwerk in Syrië beschikt.