Direct naar artikelinhoud

Zelfs middenklassers moeten op zoek naar voedselhulp

BOSTON l Na 100 dagen Obama is de economische crisis in de VS allesbehalve bezworen. Her en der zijn taferelen te zien die aan de Grote Depressie van de jaren 30 doen denken. Aanzwellende rijen voor gaarkeukens, bijvoorbeeld. Zelfs in Boston, een stad die drijft op haar spitstechnologie, dienen steeds meer middenklassers zich aan voor voedselhulp.

"Er zijn momenten dat ik iets in mijn mond wil stoppen, maar me dan op het laatste moment bedenk, omdat ik het beter aan mijn kinderen te eten kan geven", zegt Marylin Rowell (45). "Dat is een heel naar gevoel." Rowell heeft net een papieren zak vol etenswaren opgehaald bij de voedselbank van de Greater Boston Catholic Charities in Dorchester, een wijk die vanouds niet bepaald welvarend was en nu bijzonder hard getroffen wordt door de crisis.

Rowell werkte tot een paar maanden geleden bij het Departement voor Industriële Ongevallen van de staat Massachusetts. Nu is ze zelf werkonbekwaam. Ze lijdt aan diabetes, hoge bloeddruk en depressie, en heeft twee gezwellen in haar keel die haar het spreken bemoeilijken. Om haar vijf zonen tussen de tien en achttien te eten te geven, combineert ze het geld van haar invaliditeitsuitkering, voedselbonnen van de staat en het eten dat ze een paar keer per week krijgt bij verschillende voedselbanken in de stad.

"Hopelijk blijft dit niet te lang duren", zegt ze. "Als ik mijn gezondheid in orde krijg, ga ik zo snel mogelijk weer werk zoeken. Als er tenminste werk ís. Ik ken heel wat mensen die hun baan zijn kwijtgeraakt de laatste tijd. Het was vroeger al niet makkelijk, maar nu is het nog veel erger."

Rijen voor voedselhulp

De regering-Obama gaf de jongste weken te kennen dat ze her en der de eerste hoopvolle tekenen ziet in de economie. Het tempo waarmee de crisis ravage aanricht is voor het eerst aan het afnemen, zo heet het. Op bepaalde plekken in de VS gaat het weer lichtjes vooruit met de huizenmarkt.

Maar nog steeds stijgt de werkloosheid in de VS. De Amerikaanse economie verloor sinds eind 2008 meer dan een half miljoen banen per maand. Het nationale werkloosheidscijfer lag in maart op 8,5 procent.

In Massachusetts was dat met 8,2 procent een tikje minder. De staat is niet even hard getroffen door de crisis als Florida, Michigan en delen van Californië. Massachusetts is beter beschermd tegen het grootste onheil, omdat het, met name in en om de hoofdstad Boston, drijft op een technologiesector die gegroeid is rond top-universiteiten als Harvard en het Masschusetts Institute of Technology (MIT).

Maar dat neemt niet weg dat niet iedereen in de hightech werkt. De voedselbank in Dorchester krijgt dagelijks 50 tot 100 mensen over de vloer, zegt coördinator Beth Chambers, en dat zijn er een stuk meer dan vroeger. "Het eten vliegt hier uit de deur. Vroeger gingen we één keer per maand eten halen bij de centrale voedselbank van de stad. Toen werd het twee keer per maand, één keer per week en nu is het twee, drie keer per week."

Tot voor kort was Chambers' voedselbank alleen overdag open. Nu is dat ook dinsdag-, woensdag- en donderdagavond. "Dan zie je mensen opduiken die overdag werken", zegt Chambers. "Ze stoppen hier met hun auto, op weg naar huis. Vaak hebben ze hun werkuniformen nog aan. Zulke mensen zagen we hier vroeger niet. Bij de andere voedselbanken in de stad zie je hetzelfde. Die zijn in tegenstelling tot wij maar een paar keer per week open en dan staan er rijen van vijf-, zeshonderd mensen voor de deur."

Diane Dickerson is directeur van Project Bread, een organisatie die zich ten doel heeft gesteld om de honger te helpen uitbannen in Massachusetts. Project Bread kanaliseert giften naar private gaarkeukens en ander voedselhulpdiensten in de staat.

"Het afgelopen jaar hebben we steeds meer mensen gezien die in nood kwamen en voedselhulp nodig hadden", zegt Dickerson. Dat ziet ze vooral aan het gestegen aantal telefoontjes naar de hotline van Project Bread. Wie in nood komt, kan die opbellen om te horen te krijgen waar de dichtstbijzijnde gaarkeuken of voedselbank zich bevindt. "In het eerste kwartaal van dit jaar is het aantal oproepen gestegen met 61 procent tegenover het eerste kwartaal vorig jaar. We krijgen nu 3.000 à 4.000 oproepen per maand. En dat is alleen wat wij hier horen. De volle draagwijdte van het probleem is nog een stuk groter."

Honger in de voorstad

De meer dan 400 gaarkeukens die Project Bread helpt financieren, krijgen nog steeds hun traditionele publiek van chronisch armen over de vloer. "Maar we zien nu ook meer en meer middenklassers", zegt Dickerson. "Dat zijn vaak gezinnen waar één of beide ouders hun baan verloren zijn en dan kunnen ze de eindjes niet meer aan elkaar knopen. Nadat ze hun rekeningen hebben betaald, blijft er te weinig over voor eten. Het gaat zelfs om mensen met universitaire diploma's. Dat is iets wat we vroeger nooit zagen."

Anders dan vroeger vallen er nu ook steeds meer gezinnen uit de welvarende voorsteden uit de boot. Dickerson: "In de binnenstad heb je groepen die traditioneel al hulp nodig hadden. Hun aantal is een tikje aangegroeid. In de suburbs heb je zulke mensen normaal gezien veel minder. Je zou denken dat daar vooral welvarende middenklassers wonen. Maar nu horen we van onze gaarkeukens dat er ook daar steeds meer mensen hulp nodig hebben."

Maar er is niet alleen slecht nieuws, zegt Dickerson. "Wat we ook zien, is dat mensen die voorheen doneerden in sommige gevallen nu zelf hulp nodig hebben. Maar aan de andere kant: veel mensen worden nu extra genereus. Ze zien dat anderen afzien en geven nu net zelf meer."

Diane Dickerson (Project Bread):

We zien nu ook meer en meer middenklassers bij de voedselbanken aanschuiven. Het gaat zelfs om mensen met universitaire diploma's

n De gaarkeukens in de VS worden dezer dagen overrompeld, ook door hoger opgeleiden.