Direct naar artikelinhoud

'Schuberts emotie ligt in de eenvoud'

Schubert? Iedereen doet Beethoven, niemand Schubert. Waarom is dat bij dirigent Marc Minkowski andersom?

Beethoven kan nog even wachten, vindt Minkowski. "Je moet dat laten rijpen. Schubert daarentegen is voor mij het natuurlijke vervolg op Mozart maar vooral op Haydn. Daarenboven vind ik het geheel van de symfonieën van Schubert een heel mooi opus. Ik werk met mijn orkest graag op een volledig oeuvre. Ik hou ervan de gedachtewereld van een componist te leren kennen. Als je een volledig oeuvre behandelt, krijg je telkens een nieuwe sfeer, een nieuwe verrassing, een nieuw licht, van de jeugd tot de dood. Toen die kwam, was Schubert nog altijd heel jong. En toch zie je in zijn symfonieën een enorme ontwikkeling, een heel leven."

Is het genie al te herkennen in zijn eerste symfonieën?

Marc Minkowski: "Uiteraard is de vorm nog die van Haydn, maar toch is Schuberts eigen stem onmiddellijk herkenbaar. Denk maar aan de trage beweging van de eerste symfonie: daarin hoor je een melancholie die je tot dan toe nog niet in de Oostenrijkse of Duitse symfonische muziek had gehoord, een heel gevoelige gedachte, die buiten de tijd staat. Het is muziek die weifelt tussen zorgeloosheid en een heel romantische ingesteldheid, die al naar Wagner verwijst. De laatste symfonieën wijzen dan weer naar Bruckner."

Sommigen zeggen zelfs dat je van in het begin de dood hoort. Is dat overdreven?

"In de symfonieën zou ik het niet weten. Maar in de kamermuziek en de liederen is dat zeker het geval. Uiteraard: in de 'Onvoltooide', Symfonie nr. 8, is dat wel aanwezig. Maar ook daar is het haast onbegrijpelijk hoe hij zo diep en zwart kan zijn met slechts enkele akkoorden. Dat is zoals bij Verdi: de emotie ligt in de eenvoud."

Is die 'Onvoltooide' werkelijk onvoltooid?

"Ze is voltooid in haar onvoltooidheid! (lacht) Ik kan me geen derde en vierde beweging voorstellen. Ik ken de reconstructies maar die zijn niet erg overtuigend. De laatste beweging had iets moeten zijn met een ongelooflijke en eigenlijk ondraaglijke intensiteit. Het is beter dat het blijft zoals het is. Je blijft achter met een vraagteken maar dat is absoluut logisch."

Aan welke van de jeugdsymfonieën geeft u persoonlijk de voorkeur?

"De derde vind ik al een rijpe symfonie. Ze is absoluut perfect, van begin tot einde. Een echt meesterwerk van evenwicht en frisheid. Eén glimlach, opener zelfs dan die van Haydn. Ook de vierde, de 'Tragische', en de vijfde zijn rijp. De zesde lijkt jonger, erg vinnig. Maar ook de eerste en de tweede hebben heel wat kwaliteiten, waarbij de tweede spectaculairder is maar de trage beweging is niet helemaal zo sterk als bij de eerste. Je ziet: ik heb geen voorkeur, ze zijn complementair."

En de 'Grote'? Ik heb het gevoel dat er in heel de geschiedenis van de symfonie niets soortgelijks is.

"Enerzijds is er de vorm van de negende van Beethoven (Schubert begon aan zijn 'grote' symfonie te schrijven in het jaar dat Beethovens negende voor het eerst werd uitgevoerd, SM), anderzijds die van de 'Schepping' van Haydn. Dat zijn de bronnen. Beide werken zijn bedoeld voor een groot orkest en hebben een grote adem. Je voelt van bij het begin: alles is groot, vermenigvuldigd met twee. Een beetje zoals wanneer Meyerbeer een grand opera schrijft. Er zijn geen grenzen aan de vrijheid."

Uw ensemble speelt op instrumenten uit de tijd van Schubert. Wat is er specifiek aan?

"Ik heb voor sommige stukken natuurhoorns met het Weense systeem genomen, maar niet voor andere. Eigenlijk heb ik mijn hoornisten laten doen, die weten het het best. Belangrijker is de hobo. De klank van de klassieke Weense hobo van Mendelssohn en Schumann verschilt maar weinig van de huidige Weense hobo, een instrument dat enkel nog in Wenen wordt bespeeld. Maar hij heeft niets te maken met de gevibreerde klank van de Franse hobo die je vandaag meestal hoort. En uiteraard zijn darmsnaren voor de strijkers onmisbaar."

U bent iemand die niet alle muziek door één mangel haalt maar die voor elk werk, of althans elke componist, een passende stijl zoekt. Is het niet moeilijk om dat in het hoofd uit elkaar te houden?

"Wat dacht je? Ik vind het zelfs moeilijk om over een stijl te práten als ik er niet helemaal in ben ondergedompeld. Maar zodra ik erin ben, is het zoals een taal. Je denkt in die taal. Ik vermoed dat het niet anders is voor een regisseur of een acteur die van Shakespeare naar Brecht moet. Het is ook een kwestie van instelling, van speelvreugde ook, de wil om in verschillende rollen te kruipen. Ik doe niet liever."

Les Musiciens du Louvre spelen o.l.v. Marc Minkowski alle symfonieën van Schubert: www.klarafestival.be. De symfonieën zijn ook verschenen op 4 cd's bij Naïve.

Wie is Marc Minkowski?

Dirigent Marc Minkowski begon met Franse barokmuziek, richtte zijn eigen ensemble op in Parijs, waagde zich aan symfonieorkesten. De korte, onhandig beëindigde passage in de Vlaamse Opera bleek voor Minkowski het startschot naar een schitterende operacarrière, die hem inmiddels in de beste huizen en voor de beste orkesten bracht.