Direct naar artikelinhoud

De twintiger die Facebook voor de rechter sleept

De 26-jarige Oostenrijker Max Schrems heeft zijn beoogde 25.000 medestanders gevonden voor zijn rechtszaak tegen Facebook. Al drie jaar lang probeert de jonge jurist de sociaalnetwerksite ter verantwoording te roepen voor haar privacybeleid. 'Het is een experiment. Kunnen we onze fundamentele rechten afdwingen?'

Natuurlijk heeft hij een account op Facebook. En zit hij op Twitter. Sociale media is voor Max - voluit Maximilian - Schrems een schitterende technologie, geen onvermijdelijk pad naar een Orwelliaanse dystopie. "Alleen ben ik heel bezorgd over Facebook, dat die technologie als monopoliebedrijf nu aan het runnen is", laat de jonge Oostenrijker in een gesprek met De Morgen weten. Die bezorgdheid leeft duidelijk bij meer gebruikers, want sinds Schrems op 1 augustus aankondigde dat hij medestanders zoekt voor zijn rechtszaak tegen de internetgigant, tekenden al 25.000 mensen in op de site www.fbclaim.com, onder wie net geen 900 Belgen, de rest hoofdzakelijk uit Duitsland en Oostenrijk. Dat was het maximale haalbare aantal dat de jurist voor ogen had. Die 25.000 kunnen theoretisch een schadevergoeding van 500 euro ontvangen als Schrems zijn gelijk haalt, dat vergt heel wat administratie.

De klacht is officieel ingediend tegen het Europese hoofdkwartier van Facebook in Dublin, dat ook alle niet-Amerikaanse en -Canadese gebruikers beheert en waarmee dus ongeveer 81 procent van de meer dan 1,3 miljard mensen met een Facebookaccount een contract mee hebben afgesloten. De voornaamste beschuldiging die Schrems het beursgenoteerde bedrijf ten laste legt, is het overtreden van de Europese wetgeving inzake privacy, het samenwerking met het PRISM-spionageprogramma van de Amerikaanse inlichtingendienst NSA, het illegaal delen van info over gebruikers via externe apps en het bewust illegaal analyseren van die data voor commerciële spelers, zoals adverteerders. Samengevat: Facebook overtreedt bewust de privacywetten en dat moet ophouden. Die beschuldiging is niet nieuw, net als deze nieuwe rechtszaak van Schrems waar een eerste hoorzitting pas eind dit jaar wordt verwacht.

De Oostenrijker haalde al eens wereldwijd het nieuws in 2011 toen hij bij Facebook opeiste welke gegevens ze over hem bijhielden en hij na lang aandringen een pdf-document van meer dan 1.200 pagina's ontving. Daarin stonden alle personen die hij als vriend had en wie hij had gedefriend, van wie hij een 'por' had ontvangen, volledige chatberichten, wie op Facebook inlogde op de computers die hij gebruikte en ga zo maar door.

Alles begon toen hij drie jaar geleden een semester rechten studeerde aan de Santa Clara-universiteit in Silicon Valley, de plek waar wel meer internetgiganten het levenslicht zagen. Tijdens een gastcollege van de advocaat die bij Facebook verantwoordelijk is voor privacyzaken, was Schrems naar eigen zeggen geschokt door het gebrek aan kennis van de man over de Europese regels inzake persoonlijke informatiebescherming, gekoppeld met het onbegrip over de gemiddelde Europese gevoeligheid rond privacy. "Ik heb vrij regelmatig contacten met werknemers bij Facebook. Allemaal heel vriendelijke mensen, alleen menen ze oprecht dat de Europese regelgeving zich maar moet aanpassen aan hun zakenmodel en niet omgekeerd". Eenmaal terug in Oostenrijk startte hij met de site europe-v-facebook.org waar hij nog altijd regelmatig stukken plaatst die de handelswijze van Facebook aan de kaak stelde.

Twee jaar geleden diende de Oostenrijker al eens 22 aparte klachten in bij de Ierse regulator over privacy-misbruik die oordeelde dat Facebook grotendeels weinig te verwijten valt. In eerdere interviews vergeleek hij de praktijken van Facebook met die van de Stasi, de paranoïde spionagedienst van de voormalige DDR. Toch zit hij zijn strijd niet als een persoonlijke vendetta tegen het bedrijf dat in de periode april-juni alleen al 791 miljoen dollar winst boekte. Schrems beseft maar al te goed dat concurrenten zoals Google, Apple en Amazon evenzeer onder vuur liggen inzake hun privacybeleid. "Als individu kun je uiteraard niet iedereen aanpakken. Toch draait deze rechtszaak niet enkel om Facebook, maar is ze gericht tegen de hele industrie. Daarom zou een overwinning een belangrijke stap zijn. Het kan niet zijn dat je een boete krijgt bij foutparkeren, terwijl het misbruiken van persoonlijke informatie van een miljard mensen onbestraft blijft. In dat opzicht beschouw ik het ook als een experiment. Kunnen we onze fundamentele rechten waar we altijd naar refereren in Europa wel afdwingen?"