Direct naar artikelinhoud

'Junkie Johnson' en de zondaars van Seoel

Als een dief in de nacht werd Ben Johnson, geëscorteerd door een leger veiligheidsmensen, afgevoerd. Een roemloze aftocht voor de zwarte spurtbom die twee dagen eerder nog in een fabelachtig wereldrecord van 9.79 naar olympisch goud rende. Voor het eerst in de geschiedenis bleven vier deelnemers onder de, toen nog, psychologische grens van tien seconden.

Een nieuw tijdperk in de atletiek leek aangebroken. Tot na de dopingcontrole bleek dat de Canadees voortgestuwd werd door anabole steroïden en tjokvol zat met het verboden middel stanozolol. De dopingzondaar kreeg de bijnaam 'Junkie Johnson'. Record en medaille werden hem afgenomen. Een comeback na schorsing mislukte en na recidive in '93 werd hij voor eeuwig uit de stadions gebannen.

Er bleek nog veel meer aan de hand tijdens die 100 meterfinale van Seoel 1988, waarin alles wees op structureel dopinggebruik. Zes van de acht finalisten van toen werden later betrapt of verdacht van het gebruik van verboden middelen en sinds 'de race die de wereld schokte' worden de prestaties van topsprinters met wantrouwen bekeken.

Aan de vooravond van de Olympische Spelen van Londen ging de Britse filmmaker Daniel Gordon praten met trainers en dopingcontroleurs. Hij haalde verhaal bij gevallen held Ben Johnson, de latere winnaar Carl Lewis, de geschorste Linford Christie en de vijf andere finalisten en maakte, bijna een kwarteeuw na de feiten, een unieke documentaire over de vuilste finale uit de atletiekgeschiedenis.

Ben Johnson spurtte in 1988 in 9.79 seconden naar olympisch goud, maar werd betrapt op doping.