Direct naar artikelinhoud

Britse excuses voor Bloody Sunday

Het Britse leger vuurde op 30 januari 1972 als eerste op een burgerrechtenmars in het Noord-Ierse Derry. De dertien mensen die daarbij omkwamen waren allemaal ongewapend en onschuldig. Dat blijkt uit een nieuw rapport. De Britse premier David Cameron bood in Londen zijn ‘diepe spijt’ aan.

Historische verontschuldiging na bewijs dat leger in 1972 dertien ongewapende Noord-Ieren doodschoot

De nabestaanden van de slachtoffers reageerden gisteren erg emotioneel. Vraag is nu of er alsnog militairen worden vervolgd.

De dertien katholieken die op 30 januari 1972 door de Support Company van het Britse Parachute Regiment gedood werden tijdens een burgerrechtenmars in de nationalistische wijk Bogside van het Noord-Ierse Derry waren allemaal “ongewapend en onschuldig”. Dat blijkt uit het officiële Britse Saville Rapport, waar sinds het vredesakkoord voor Noord-Ierland van 1998 aan gewerkt werd. Veertien andere mensen raakten gewond. Eén overleed enkele maanden later in het ziekenhuis, en werd de ‘veertiende dode’. Het rapport stelt dat de Britse soldaten “de eerste schoten afvuurden”, een stelling die altijd verdedigd werd door de toenmalige betogers. Het vijfduizend pagina’s tellende rapport werd in 1998 besteld door toenmalig Labourpremier Tony Blair onder toezicht van de voormalige opperrechter, Lord Saville of Newdigate. Hij verhoorde tot 2004 honderden getuigen, waarna hij aan de verwerking begon.

Na de publicatie gisteren bood de Britse premier David Cameron in het Lagerhuis meteen zijn historische excuses aan. “De gebeurtenissen van Bloody Sunday waren op geen enkele manier gerechtvaardigd”, verklaarde de kersvers verkozen Conservatieve premier, nadat Lord Saville zijn rapport vrijgaf. “Het was verkeerd. Wat gebeurde zou nooit, nooit, plaatsgevonden mogen hebben”, zei hij.

Cameron bood daarop “namens mijn regering en het land mijn diepste excuses” aan, voor wat hij een “schokkend” rapport noemde. “Sommige leden van onze strijdkrachten hebben fout gehandeld”, vervolgde de premier, die aanstipte dat sommige soldaten “bewust valse verklaringen aflegden om hun schoten te rechtvaardigen”. De soldaten verloren volgens het rapport “hun zelfcontrole en getrainde zelfdiscipline” toen ze op de nationalisten waren afgestuurd “na een bevel dat nooit gegeven had moeten worden”.

Cameron toonde begrip voor het leed van de getroffen families. “Niets kan de doden terugbrengen maar ik hoop, zoals één van de nabestaanden het verwoordde, dat het uitkomen van de waarheid mensen kan bevrijden.”

Op het Guildhallplein in Derry barstte applaus los toen de verklaring van de Britse premier doordrong. De menigte had er eerder de route van de originele burgerrechtenmars in de Bogside afgelegd. Symbolisch vertrappelden ze het eerste Britse onderzoeksrapport van Lord Widgery uit 1972. Daarin kregen de Britse para’s gelijk. Zij verklaarden toen dat ze het vuur openden op mensen die gewapend waren met geweren of nagelbommen, of met stenen of brandbommen gooiden.

Uit het Saville-rapport blijkt nu dat de gedode betogers geen geweld gebruikten. Ze kregen zelfs geen waarschuwing voor het leger het vuur opende. Sommigen van de doden of gewonden waren volgens Lord Savilles bevindingen zelfs aan het vluchten, of probeerden de gewonden te helpen. Eén dode betoger werd in de rug geschoten, een andere lag nog gewond op de grond toen hij doodgeschoten werd. Toen zijn vader hem probeerde te helpen werd ook hij verwond. In het rapport krijgt vooral ‘Soldaat F’ kritiek. Er is bewijs dat hij de toen 17 jaar oude Michael Kelly doodschoot, “terwijl hij wist dat zijn slachtoffer geen bedreiging vormde”.

Uit het rapport blijkt wel dat er gewapende Iers-nationalistische separatisten, het Iers Republikeinse Leger (IRA), in de buurt aanwezig waren met wapens. Onder dat IRA-commando bevond zich ook de huidige Sinn Féin-vicepremier van Noord-Ierland, Martin McGuinness. Volgens het rapport was hij “wellicht gewapend met een semi-automatisch geweer” maar “ging hij niet over tot een activiteit die een van de soldaten rechtvaardiging bood om het vuur te openen.” Cameron noemde het dan ook zinloos om verzachtende omstandigheden te zoeken. “Je verdedigt het Britse leger niet door het onverdedigbare te verdedigen”.

De vraag is nu of er alsnog militairen zullen worden vervolgd. Cameron waarschuwde dat het rapport zich niet uitspreekt over juridische termen zoals moord of doodslag. De beslissing om individuen te vervolgen ligt nu bij de Noord-Ierse openbare aanklager.

Lord Saville laat er geen twijfel over bestaan dat Bloody Sunday de Noord-Ierse ‘Troubles’ intensifieerde. “Wat op Bloody Sunday gebeurde, versterkte de IRA, verhoogde de nationalistische haat en vijandigheid tegen het leger en verhevigde het conflict in de jaren die volgden.”