Direct naar artikelinhoud

Dance is hot

Morgen zetten cultuurhuizen in Vlaanderen voor de tweede keer dans in de kijker op Dag van de Dans. STUK Leuven hangt daar een extra zondag van de dans aan vast. Ze hebben dan ook iets te vieren. 'We trekken meer volk dan ooit!' Pieter T'Jonck

In februari 2014 maakte STUK bekend dat het niet langer het hele spectrum van de podiumkunsten zou bestrijken, maar zich wilde toeleggen op dans. Ook op vlak van beeldende kunst mikte het huis scherper met kunst die zich wil verhouden tot het wereldgebeuren. Dat gebeurde in nauw overleg met andere spelers in Leuven, waar de klassieke theaterliefhebber nog steeds zijn gading vindt. Toch vroegen velen zich af of de bezoekersaantallen niet zouden instorten. Had Leuven immers nog een danspubliek, nadat STUK enkele jaren eerder zelf het roemruchte Klapstuk Festival had opgedoekt? Zat dat publiek niet in Brussel?

Algemeen directeur Steven Vandervelden en de toen kersverse dansprogrammeur Charlotte Vandevyver geven toe dat ze met klamme handjes de nieuwe koers aanvatten. Vandevyver: "Vorig seizoen was het eerste met uitsluitend dans. De barometer stond op storm: in het laatste 'gewone' seizoen was de opkomst voor dans dramatisch laag. We vreesden dat de dynamiek van het huis zou stilvallen." Vandervelden: "De hamvraag was hoe we het aantal bezoekers per voorstelling konden opkrikken van een pijnlijke 26 naar een acceptabele 43. Het was permanent crisisoverleg."

Blauwdruk

Geen wonder dat STUK er meteen bij was om in april 2015 een 'kick-off' van de eerste Dag van de Dans te organiseren. Een Staten-Generaal van de Dans wees toen hét pijnpunt van de danssector aan: beperkte speelkansen leiden tot geringe zichtbaarheid, en omdat onbekend onbemind maakt haakt het publiek ook af. De missie van de Dag van de Dans stond daarmee vast: zichtbaarheid bieden!

Vandervelden: "Zo'n dag lost het spreidingsprobleem niet als bij toverslag op, maar als veel huizen op hun manier een extra inspanning leveren of de handen in elkaar slaan om het publiek te bereiken, kan het publiek proeven van dans in een feestelijke sfeer."

De Staten-Generaal verzandde dan ook niet in geklaag en gezaag. Choreografe Natasha Pire brak in haar enthousiaste statement een lans voor minder hokjesdenken en meer plezier. Als ervaringsdeskundige wist ze dat samenwerking tussen 'professionele artiesten' en semi-professionele jeugdensembles als fABULEUS tonnen energie genereren. Ze had een punt: Girls, een stuk dat ze maakte met Ugo Dehaes, was een kaskraker door de présence van de jonge performers. Die vonden zo ook sneller hun weg naar het 'moeilijkere' werk.

Het advies werd, kort door de bocht, de blauwdruk voor de nieuwe strategie van het STUK, en zelfs van de Dag van de Dans in het algemeen. Vandervelden: "We maken nu niet plots een voor-elk-wat-wils-programma. Het blijft de historische missie van kunstencentra om het publiek uit te dagen. Maar daarom hoef je scholen niet links te laten liggen of je neus op te halen voor een samenwerking met een organisatie als fABULEUS. We beseften dat we 'moeilijk' werk vooral in de juiste context moeten presenteren."

Vandevyver: "We organiseren nu schoolvoorstellingen met choreografen als Ula Sickle en volgend jaar zelfs Wim Vandekeybus. We knopen ook aan bij het programma in de Leuvense schouwburg via Dubbeldans. Jongeren bereiken we via fABULEUS of het jeugdfestival Rode Hond. We investeren ook in workshops, omkadering én schrijven over dans. We tonen bovendien niet langer per se het allernieuwste - we kiezen vaak voor bestaand werk van topkwaliteit. Dat bindt toeschouwers aan het huis. En ondertussen realiseren we ook een andere historische missie: we ondersteunen artiesten met zo'n vijftig internationale residenties per jaar. Daar hoort intensieve begeleiding bij. Op de Dag van de Dans gaan we dan weer heel breed: we organiseren onder andere een 'open stage' met een breed palet aan dansstijlen."

Die strategie leverde een onverwachte bonus op. Vandevyver: "Ze sluit dicht aan bij de spirit van jonge kunstenaars. Mensen als Benjamin Vandewalle, Seppe Baeyens en Jan Martens dragen de erfenis mee van hun roemruchte voorgangers. Tegelijk zijn ze - in het spoor van Jérôme Bel, maar dan op hun manier - geïnteresseerd in het sociale experiment. Ze werken graag met mensen van buiten de danswereld."

Werken doet de strategie in elk geval: STUK bereikt nu al meer volk dan in 2014. De Leuvense context speelt daarbij in de kaart van het cultuurhuis. "Leuven kent een zeer internationale bevolking", besluit Vandervelden. "Dans, beeld en geluid slaan daarom aan: ze hangen niet af van taal, zoals theater."

29 (en 30) april, overal in Vlaanderen en Brussel; www.stuk.be en www.dagvandedans.be