20 verdachten neonazistische organisatie naar rechtbank
In het dossier omtrent de neonazistische organisatie Bloed Bodem Eer en Trouw zijn twintig verdachten naar de rechter doorverwezen. Dat heeft de raadkamer in Dendermonde beslist.
Vier verdachten hebben van de raadkamer de gunst van opschorting gekregen. Dat betekent dat hun aandeel in de feiten wel bewezen wordt geacht, maar dat de raadkamer een publiek debat over hun schuld niet nodig vindt. Voor één van de verdachten is de strafvordering vervallen wegens overlijden.
De twintig die wel naar de rechter moeten, kunnen onderverdeeld worden in twee groepen: zij die zich moeten verantwoorden voor wapenbezit, wapenhandel en bendevorming, en zij die verdacht worden van racisme, negationisme en lidmaatschap of leiderschap van een terroristische groepering. Het dossier draait rond de voormalige beroepsmilitair Thomas Boutens en zijn luitenanten Joeri Van der Plas en Marc Horemans. Vanuit de legerkazerne van Leopoldsburg had Boutens een wapenhandel opgezet en bestuurde hij de neonazistische organisatie Combat 18, een afscheuring van Blood & Honour Vlaanderen. Combat 18 werd later bekend onder Bloed Bodem Eer en Trouw (BBET), de naam van een tijdschrift dat werd uitgegeven door Marc Horemans. De groep bestond uit een relatief kleine, maar zeer extremistische harde kern nationaalsocialisten, en smeedde plannen voor terreuracties tegen de overheid.
Bij huiszoekingen in vier legerkazernes en op privé-adressen in september 2006 vonden speurders behalve neonazistische propaganda ook honderden verboden (oorlogs)wapens, kogelvrije vesten, een zelfgemaakte bom en plannen voor terroristische aanslagen, tot een model van opeisingsbrief toe. Tijdens ondervragingen bleek dat BBET van plan was een bom te leggen onder de Nationale Bank en een aanslag te plegen tegen Philip Dewinter en Dyab Abou Jahjah.
Het is nog niet geweten wanneer het proces er komt. Waarnemers zeggen dat het dossier eerst naar het Hof van Cassatie gaat wegens een aantal nietigheden. (SS)