Direct naar artikelinhoud

'Turken en Koerden zijn broeders. Punt'

Nog één keer zouden ze samenkomen om de wereld het signaal te geven dat Turkije tegen de PKK strijdt, niet tegen de Koerden. Maar ook om de eigen heethoofden te veroordelen. 'De rellen in Brussel, de vernielingen in het Armeense café en de afranseling van journalist Mehmet Koksal zijn intolerable!', aldus medeorganisator Ugur Caliskan.

Door Marjan Justaert

BRUSSEL l Zaterdag verzamelden duizenden Turken voor een vreedzame meeting in de hoofdstad. Enige toegelaten protestmateriaal: rood-witte vlaggen zónder de beeltenis van Atatürk en de Belgische tricolore. De manifestatie verliep rimpelloos.

"Sehitler ölmez! Sehitler ölmez!" scandeert de roodgekleurde massa. Hun vlaggestokken gaan ritmisch op en neer. De Turkse leuze betekent zoveel als 'overleden soldaten sterven niet'. Of nog: 'martelaren sterven niet': het is een eerbetoon aan de twaalf gesneuvelde Turkse soldaten aan de Iraakse grens. Eén voor één worden hun namen luid door de microfoon geroepen.

Het is 3 november, 14 uur. Niet minder dan enkele duizenden Turken zijn bijeengekomen in het hart van de Europese wijk. Hoeveel precies, daar zit zoals altijd wel wat speling op. Volgens de politie 3.500, volgens de organisatoren "tussen de 7.000 en de 10.000 mensen van overal." Dat laatste is alvast niet gelogen.

"Uit Gent zijn we met twaalf autobussen gekomen", zegt Faruk (16) apetrots. Ipek (20) en haar zusje Gülbahar (14) Odemis zijn dan weer afgezakt uit Luik. Limburg is met onder meer Heusden-Zolder flink vertegenwoordigd. Hier en daar is zelfs een Nederlander te bespeuren. T-shirts van Dirk Bikkembergs moeten het in aantal afleggen tegen rode sjaals, petten in 's lands kleuren en vestjes van voetbalclub Besiktasjk.

De Turkse hymne schalt door de boksen. Zeventiger Mustafa Gayusoglu lurkt aan een Groene Michel, kijkt naar de jeugd en doet er verder het zwijgen toe. Even verderop springt de zesjarige Mehmetçik (Mehmetje) in een camouflagekostuumpje met opschrift 'Commando Türkiye' rond als een boksbal. Ook Emine (20), een Koerdische uit Agri in Oost-Turkije, zingt het volkslied uit volle borst mee, met naast haar vriendin Muazzez gehuld in de zwart-geel-rode driekleur.

Ondanks de militair aandoende cadans hangt er scoutsachtige sfeer over het Schumanplein. "Strijdvaardig maar solidair", benoemt Cemal (47) uit Genk de ambiance. Hij draagt een fluorescerend jasje en houdt de massa met argusogen in de gaten om mogelijke opstootjes in de kiem te smoren nog voor er een duw gegeven is.

"Elke vorm van opruiend gedrag wordt door ons meteen in de kiem gesmoord", zegt de man. "In totaal zijn er zo'n driehonderd eigen stewards voorzien. Mijn colle-ga's daar (wijst op een ander groepje van vier gele jasjes) zijn van het Antwerpse Kiel, die ginder van Brussel zelf." De pacifistische bedoelingen van de manifestatie blijken ook uit de metersgrote spandoeken en kartonnen borden waarop steevast de Turkse halve maan prijkt, vergezeld van een slogan. De meest voorkomende? 'Türk - Kürt Kardestir'. Turken en Koerden zijn broeders.

"We hebben, in tegenstelling tot wat velen denken, geen problemen met Koerden", aldus Zeki Yarol van de Turkse Federatie van België. De PKK daarentegen is kop van Jut.

Ugur Caliskan van vzw Eyad, La Maison de Turquie in Schaarbeek, fungeert als een van de woordvoerders van de betoging, waaraan voornamelijk via affiches en sms'jes ruchtbaarheid werd gegeven. De afwijzing van het terrorisme, in het bijzonder van de PKK, staat centraal. Toch wil het organiserend platform ook nog een andere boodschap meegeven.

"We aanvaarden niet dat sommige Turkse jongeren rellen veroorzaken. De personen die de jongeren op een ongeorganiseerde en illegale manier tot betogen hebben verzameld, moeten opgepakt worden. Geweld is immers een onderdeel van terreur", klinkt het.

Daarnaast veroordelen de Turkse organisators ook unaniem hetgeen gebeurd is in een Armeens café in Brussel. Op zondag 21 oktober en woensdag 24 oktober werd de boel er kort en klein geslagen door enkele Turkse heethoofden als reactie op de steeds wijdverspreidere erkenning van de Armeense genocide.

"En ten derde", besluit Caliskan, "willen we aangeven dat we het geweld dat journalist Mehmet Koksal te beurt is gevallen, afkeuren en veroordelen. Persvrijheid is onontbeerlijk in een rechtstaat."

De organisatoren roeren ook de politieke trom - de aanhechting van Turkije bij de EU -, hoewel die boodschap ondergeschikt lijkt te zijn voor de roepende massa op het Schumanplein.

De hele betoging verloopt zonder incidenten. Om 16 uur roepen de organisatoren alle Turken op om kalm terug naar hun autobussen te trekken. Enkele roepende jongeren niet te na gelaten, doet iedereen dat ook. De metrostations blijven nog even dicht, maar de politie moet niet ingrijpen. "Het moet gezegd", glimlacht een agent: "Deze manifestatie is een visitekaartje voor de Turkse gemeenschap."

's Avonds moet de politie evenwel één keer tussenkomen in Sint-Joost, waar een handvol Turken alsnog probeert amok te maken. De situatie is snel onder controle, niemand raakt gewond.