Direct naar artikelinhoud

Een beetje treinstaking is geen treinstaking

We vrezen dat iedereen toch zal worden ingeschakeld en dat het stakingsrecht in de praktijk onbestaande zal zijn

Chris Reniers vindt dat een minimale dienstbezetting een minimale dienstverlening praktisch onmogelijk maakt

@5 INFO Opinie:Chris Reniers is algemeen secretaris van de Vlaamse vakbond ACOD.@4 DROP 2 OPINIE:Jan Jambon gaf gisteren in zijn opiniestuk in deze krant een definitie van minimale dienstverlening, die niet correct is. Als rechtvaardiging haalt hij stakingen uit een grijs verleden aan. De naakte cijfers tonen aan dat er de laatste jaren erg behoedzaam is omgesprongen met het stakingsrecht. Spontane stakingen komen voor, maar zijn meestal het gevolg van agressie tegenover het personeel of van lang aanslepende conflicten met een weinig flexibele aanpak van de werkgevers. De staking op Zaventem was daar een duidelijk voorbeeld van en de verantwoordelijkheid aan werkgeverszijde was dan ook aanzienlijk groter dan die van de vakbonden. Ook het niet inlossen van beloften aan het gevangeniswezen om op een bepaalde datum bijkomend personeel te voorzien of extra ondersteuning te bieden heeft al regelmatig een staking uitgelokt.

Het dossier minimale dienstverlening is erg complex en ligt voor ACOD erg gevoelig. Het raakt immers direct aan ons stakingsrecht. Minimale dienstverlening is meer dan alleen een preventieve aanpak, zoals mijnheer Jambon het doet uitschijnen. Noch politiek, noch gebruikers schatten dat op die manier in. Minimale dienstverlening is een concept dat al bestaat. Het wordt toegepast in een aantal sectoren waarin de gezondheid en veiligheid van de gebruikers in het gedrang kunnen komen. Dat wordt door ACOD zeker niet in vraag gesteld. Zoiets organiseren in de nu geviseerde sectoren is echter praktisch onmogelijk. Elk scenario zou immers de veiligheid van de gebruikers in het gedrang brengen of een ongelijkheid creëren.

Enkele voorbeeldjes van de gevolgen van een minimale dienstverlening? Zoals vooraf aangekondigd rijdt slechts één piektrein op de vier. Wie blijft er dan achter op het perron? Of stapt toch iedereen op de trein met alle risico op ongevallen? Of nog, één bus op de vijf rijdt, zij het met een aangepast traject. Wiens kind raakt niet thuis of verdwaalt? En in het geval van een postbedeling 'light', krijgen dan enkel de bedrijven hun post? Wordt de Dorpsstraat bedeeld, maar de Schoolstraat niet?

Minimale dienstverlening is dus praktisch onmogelijk, tenzij men bijna het volledige personeel aan het werk zet of houdt. Je kunt immers niet zomaar schakels uit de ketting wegnemen. Wanneer treinen rijden, moeten de veiligheid en het onderhoud nog steeds gegarandeerd worden. Daarvoor is personeel nodig, of nu twee treinen of alle treinen rijden. Ook een gedeeltelijke postbedeling vraagt om volledige sortering, en daarvoor moet de post in een sorteercentrum geraken. Minimale dienstbezetting maakt minimale dienstverlening praktisch onmogelijk. En zo komen we weer uit bij onze terechte vrees: iedereen zal worden ingeschakeld en het stakingsrecht zal in de praktijk onbestaande zijn.

Sociale dialoog is niet het in het kader van een regeringsvorming aankondigen van maatregelen die er moeten komen en die doorgedrukt zullen worden. Per sector worden inderdaad afspraken gemaakt en meestal gehonoreerd, ook wat betreft acties en stakingen. Procedures worden afgesproken en verankerd. In casu werd echter de minimale dienstverlening door formateur Leterme naar voren geschoven als een principieel akkoord met een uitwerking op sectorniveau. Ook vertegenwoordigers van Open Vld en N-VA drongen daar sterk op aan. Voor ons is minimale dienstverlening als principe onaanvaardbaar. We zullen dan ook daarover geen sectorale akkoorden sluiten. Nogmaals, het zou niet in het belang van de gebruikers en de personeelsleden zijn. Anders dan wat nu voorgesteld wordt, raken die belangen elkaar. En mijnheer Jambon, ACOD heeft veel respect voor de gebruikers van de openbare diensten. Als ACOD nu reageert en bepaalde pistes wil kortsluiten, doen we dat uit bekommernis om ook in de toekomst veilige en gebruiksvriendelijke openbare diensten te behouden, waarin elke gebruiker op een gelijke en correcte manier behandeld wordt.