Direct naar artikelinhoud

Design dat mag falen

Voor het eerst stelt de designbiënnale BIO in Ljubljana niet de ego's van ontwerpers tentoon, maar samenwerkingsprocessen. Niet de tirannie van objecten en grote namen, maar een viering van trial en zelfs error. Die unieke aanpak is te danken aan de curator, de Belg Jan Boelen.

Vijftig jaar lang waren er op de Design Biënnale van Ljubljana traditiegetrouw afgewerkte spektakelobjecten te zien van beroemde ontwerpers. Voorwerpen tentoongesteld om bewonderd te worden door kirrende en zuchtende kenners en liefhebbers. Deze jubileumeditie vaart een radicaal andere koers: die van samenwerking, trial and error en design in functie van het dagelijks leven.

Meer dan 120 ontwerpers werkten in 11 onderzoeksgroepen binnen een bepaald thema. Terwijl de traditionele biënnale een bestaand product toont, investeert deze biënnale in een onderzoeksperiode. Zes maanden lang kregen de groepen de tijd om ideeën te verzamelen en dingen uit te testen.

Twijfel en proberen zijn sleutelwoorden in alles wat curator Jan Boelen doet. "Twijfel is inherent aan elk goed project. Je moet dingen in vraag durven stellen. Al te vaak geven designers een antwoord zonder eerst vragen te stellen. Ze vergeten zich af te vragen wat design is of kan zijn."

"Naar analogie met het architectuurvraagstuk 'If architecture is the answer, what is the question?', stel ik graag de vraag: 'If design is the answer, what is the question?'

"De vraag is: hoe leven we in de wereld? Hoe organiseren wij ons en ons dagelijks leven? Iedereen eet, drinkt, wandelt. Dat is allemaal vormgegeven."

BIO50-jurylid Alice Rawsthorn is opgezet met de invalshoek van Jan Boelen: "Trial and error is fantastisch om te zien. Het is erg verfrissend dat het falen niet weggemoffeld wordt, maar open en eerlijk getoond, want de lessen die je eruit leert, zijn even constructief als succeservaringen."

Boomhutten

Ljubljana, een jaar eerder. Boelen geeft een lezing en omdat het nu eenmaal in zijn aard ligt, stelt hij ook allerlei vragen aan de organisatoren van BIO. Waarom houden jullie een biënnale? Wat verwachten jullie ervan? Wat heeft de stad eraan? "Biënnales kun je vergelijken met een feest: de dag erna is het feestgedruis weggeëbd en blijf je achter met een gigantische kater. Na een paar van mijn opmerkingen zeiden ze: als je het allemaal zo goed weet, waarom doe je het dan niet zelf? (lacht) Kritiek geven is natuurlijk gemakkelijk. Een alternatief kon ik niet meteen formuleren."

Dus nam Boelen de temperatuur in Ljubljana. "Ik onderzocht welke thema's er leven in de stad en kwam al snel uit bij de basis, het dagelijks leven: huisvesting, voeding, water. Bovendien praatte ik met een hoop ontwerpers en kunstenaars. Telkens vroeg ik: wat is je droom? Veel van hen waren al aan een project aan het werken."

Boelen had zijn insteek gevonden: het vormgeven van het dagelijks leven. Ontwerpers, kunstenaars en architecten zouden onderzoeksgroepen vormen binnen thema's als 'Affordable Living', 'Hacking Households' of 'Public Water Public Space'. Ljubljana als een levensgroot laboratorium.

Opgesplitste gedachten

"Eigenlijk hou ik niet van design", bekent Boelen lachend. "Het is de wereld die me interesseert en alle systemen die erin zitten. Als kind was ik altijd degene die de boomhutten ontwierp. Bedenken hoe hij eruit moest zien, waar de ingang moest komen, dat vond ik leuk. Mijn broers bouwden hem. Spinnenwebben fascineerden me ook mateloos, ze zijn opgebouwd op dezelfde manier als het sterrenstelsel. En als ik mieren zag kruipen, dacht ik: als je héél veel uitzoomt, zijn mensen ook een soort mieren."

Dus ging hij productontwikkeling studeren aan de Hogeschool in Genk. Maar niet zonder twijfel. "Ik heb zelfs even mijn studie onderbroken om als ontwerper in een bedrijf te gaan werken."

Ontwerpen op microniveau doet Boelen niet meer. Maar zijn curatorschap kan je zien als metadesign: Boelen ontwerpt tentoonstellingen. Daarnaast is hij artistiek directeur van het huis voor actuele kunst Z33, en hoofd van de Master Social Design aan de Design Academy Eindhoven. Bovendien denkt hij in de tussentijd graag mee na over allerlei projecten van jonge kunstenaars, ontwerpers en andere creatievelingen die bij hem komen aankloppen.

"Al die projecten vind ik gewoon erg interessant. Ik krijg er energie van met mensen te praten die gepassioneerd met iets bezig zijn. En als ik in hun proces iets kan betekenen, doe ik dat graag.

"Als ik moet nadenken, verplaats ik me met de auto. Door landschappen glijden en alles laten bezinken. Ideaal. Bovendien kan ik me gemakkelijk afsluiten van de wereld en even tot rust komen.

"Maar hiérvan (wijst naar zijn iPhone die op de tafel ligt) kan ik me veel moeilijker aflsuiten. De technologie heeft uiteraard massa's voordelen - de onderzoeksgroepen van deze biënnale konden bijvoorbeeld niet zonder: de ontwerpers wonen over de hele wereld, dus communicatie ging via e-mail, Skype, Facebook. Maar het grote nadeel is dat je nooit meer in het moment zit. Je gedachten splitsen zich altijd op in twee of meerdere werelden."

Tot slot vragen we Boelen wat hij zelf aan van alle deelnemers aan BIO50 wilde weten: wat is zijn droom?

"(Denkt lang na) Moeilijk. Vandaag is mijn droom gewoon rustig een goed boek lezen in de Sloveense zon. Zie je, zo ambitieus ben ik niet. (lacht) Er zijn geen grootse projecten die ik absoluut nog wil doen. Ik zie wel wat ik tegenkom."

BIO50 loopt tot 7 december op verschillende locaties in Ljubljana. www.bio.si