Direct naar artikelinhoud

Huiscomputer wordt 'onzichtbaar' in de toekomst

Eigenlijk waren pc's niet bedoeld om in huiskamers van particuliere consumenten terecht te komen. Die eer was in de jaren tachtig weggelegd voor computers als de Commodore 64, de ZX Spectrum of de Atari ST. Ze hadden minder capaciteit om dingen op te slaan dan een gemiddelde pc, maar leverden wel superieur beeld en geluid af. De toestellen in kwestie konden ook rechtstreeks worden aangesloten op het televisietoestel.

Begin jaren negentig moest ook de gewone consument echter meer en meer reken- en opslagkracht hebben, en werden de multimediamogelijkheden van de - tot dusver alleen voor professionele doeleinden gebruikte - pc ook groter. Door de toename van informaticalessen in het middelbaar en hoger onderwijs begonnen meer en meer scholieren en studenten over een pc te beschikken, waarna het ding ook meer bij particuliere gebruikers terechtkwam. De komst van multimediatoepassingen als de cd-rom en het internet bracht de groei in een stroomversnelling.

Nu staat de pc in twee op de drie Belgische huishoudens. Maar eigenlijk heeft hij daar nooit thuisgehoord, zegt onderzoeker Jo Pierson van het onderzoekscentrum Studies on Media, Information and Telecommunication aan de VUB.

"Zelfs Microsoftbaas Bill Gates heeft het einde van de pc al voorspeld", zegt Pierson. "In de scenario's zoals ze nu worden uitgetekend in onderzoekscentra verdwijnt hij echter niet: hij wordt onzichtbaar. De intelligentie van de pc wordt verspreid over verschillende toestellen in de huiskamer. Het kan zijn dat er een centrale component overblijft, die alles aanstuurt, maar die zal niet meer van de consument vereisen dat hij ervoor gaat zitten."

De huidige miniaturiseringsgolf, met sommige toestellen die nog slechts de omvang hebben van een brooddoos, gaat al een eind in de richting, zegt Pierson. Een bewijs daarvan is het feit dat mobiele telefoons stilaan kleine computers worden.

"De enige echt onvervangbare component is het scherm", zegt conservator Jacques Lafutte van het Unisyscomputermuseum in Evere. "De centrale eenheid zal steeds kleiner worden zodat hij op de duur kan worden geïntegreerd in het scherm. Informatie kan worden opgeslagen op geheugenchips die op termijn de harde schijf kunnen vervangen. Het toetsenbord kan worden vervangen door spraaktechnologie, enzovoort. Alleen het scherm blijft nodig: je moet altijd ergens de gegevens kunnen bekijken." (RMe)