Direct naar artikelinhoud

Rondje Russische roulette met het klimaat

‘Een op hol geslagen klimaat blijft de wereld bedreigen. De op hol geslagen politici daarentegen zijn nu al een feit.’ Michail Gorbatsjov en Alexander Likhotal over de klimaattop die vandaag van start gaat.

Het toenemende scepticisme en de vastgelopen onderhandelingen zijn uitgemond in een mededeling dat de klimaatconferentie van Kopenhagen niet zal leiden tot een allesomvattende en wereldwijde klimaatdeal. Een ontgoocheling ? Ongetwijfeld. Maar de klimaattop van Kopenhagen werd van meet af aan gezien als een tussenstation. Veel belangrijker is de vraag welke richting we na de conferentie uit zullen gaan.De uitdrukking ‘the day after’ wordt doorgaans geassocieerd met het woord ‘kater’. Het uitblijven van een bindende overeenkomst kan de hele wereld met een kater opzadelen, en die zou wel eens langer dan een dag kunnen aanslepen. De mensen hebben het nu wel gehad met de apocalyptische voorspellingen en willen dat Kopenhagen tot een mirakel leidt. Een mislukking kan dan ook een enorm, en misschien wel onomkeerbaar, verlies van vertrouwen in onze politici tot gevolg hebben. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de overheden hebben geprobeerd om onze verwachtingen wat te temperen.

Kantelpunt

De beleidsmakers beseffen nog altijd niet ten volle hoe dicht de wereld tegen het kantelpunt aan hikt. Een op hol geslagen klimaat blijft de wereld bedreigen. De op hol geslagen politici daarentegen zijn nu al een feit. De officiële onderhandelingen worden buiten de werkelijkheid om gevoerd. Uit de laatste wetenschappelijke bevindingen blijkt dat de voorstellen die momenteel op tafel liggen nog in de loop van deze eeuw zullen leiden tot een opwarming met meer dan vier graden. Dat is het dubbele van het maximum van twee graden dat de leiders van de G-8 en de andere landen nastreven. Daarmee loopt de kans dat het klimaat voorbij zijn kantelpunt schiet meteen op tot meer dan vijftig percent.Een overeenkomst die gebaseerd is op de parameters die nu op de onderhandelingstafel liggen, zou ons met andere woorden opzadelen met iets wat nog gevaarlijker is dan een rondje Russische roulette. Als er geen deal uit de bus komt, blijft de wereld achter met een kater. Als het tot een zwakke deal komt, bezondigen we ons aan zelfbedrog. Om dat te vermijden, is er een echte doorbraak nodig, en die kan er nog altijd komen in Kopenhagen.

Actie en financiering

Een proces in twee fasen is nu aangewezen. De politici van de verschillende staten moeten een kader ondertekenen dat de algemene doelstellingen uitzet, een institutioneel kader, en moeten zichzelf ertoe verbinden over te gaan tot vroege actie en financiering. De verklaring moet vastleggen dat er tegen COP15-bis in 2010 een wettelijk bindende overeenkomst moet zijn. Dat zou de Verenigde Staten en andere landen toelaten om de wetgeving aan te passen en het zou de onderhandelaars van de Verenigde Naties de tijd geven om de COP15 Declaration om te zetten in een geschikte en werkbare wettelijke structuur. Als dat betekent dat het huidige document helemaal moet worden herwerkt, dan is dat zo.Bovendien kan het nodig zijn om in 2015 een vervolgconferentie te organiseren waarop we onze doelstellingen en plannen kunnen afstemmen op de nieuwe werkelijkheid. Net daarom is het nu, meer dan ooit, zo belangrijk dat de staatshoofden deelnemen aan de klimaatconferentie van Kopenhagen. Deze oplossing in twee stappen maakt namelijk alleen kans op slagen als er sprake is van een krachtige en rechtstreekse tussenkomst van de staatsleiders.In 1985, in volle Koude Oorlog, liepen de onderhandelingen over het terugschroeven van het kernarsenaal op de Amerikaans-Russische top in Genève spaak. Waarop de onderhandelaars van hun leiders, die gefrustreerd raakten door het gebrek aan resultaat, te horen kregen: “We willen niet horen waarom er niks van in huis komt, doe het gewoon.” De volgende ochtend was de klus geklaard. De staatsleiders moeten dan ook naar Kopenhagen afzakken en zeggen: “We willen deze klus geklaard zien.”Als we vooruitgang willen boeken, moet de politieke impasse tussen de geïndustrialiseerde en de ontwikkelingslanden op de conferentie van Kopenhagen doorbroken worden. De klimaatonrechtvaardigheid moet rechtgezet worden, want de ontwikkelingslanden dragen er de zwaarste gevolgen van en staan voor enorme aanpassingskosten. De rijke landen moeten nu een pak geld op tafel leggen. De beweringen dat ze niet over de nodige middelen beschikken, klinken hol. We hebben namelijk allemaal gezien dat ze tijdens de financiële crisis wel biljoenen dollars konden ophoesten om de banken van de nakende ondergang te redden.De arme landen zijn er zich terdege van bewust dat ze de vooruitgang in de weg kunnen staan. De vetomacht verplaatst zich effectief van de VN-Veiligheidsraad naar de G-77 plus China. Wie in het westen had tien jaar geleden kunnen denken dat de toekomst en het welzijn van zijn kinderen zou afhangen van beslissingen die worden genomen in Peking, Delhi, of Addis Abeba?

Diepgaande verandering

De geïndustrialiseerde landen moeten nu dus zo snel mogelijk met een aantrekkelijk financieel voorstel op de proppen komen. Zo kunnen ze de ontwikkelingslanden voldoende tijd gunnen om positief te reageren en om engagementen aan te gaan. Daarbij is de oprichting van een startfonds bijzonder belangrijk. Er is minstens twintig miljard dollar (ruim dertien miljoen euro) nodig om de hoogste nood te lenigen in de minst ontwikkelde landen. Dat zou het vertrouwen herstellen en het kader scheppen om opnieuw productieve onderhandelingen aan te knopen.De leiders moeten ook de enorme omvang van de uitdaging onder ogen willen zien en erkennen dat de marginale maatregelen plaats moeten ruimen voor een diepgaande en transformationele verandering. De officiële reactie op de klimaatverandering moet afgestemd zijn op de omvang en op de mate van dringendheid van de bedreiging. Een nieuw wereldwijd akkoord moet uitgaan van de wetenschap. Het mag geen kleinste-gemene-delercompromis zijn dat wordt afgezwakt door gevestigde belangen.Verstandig risicomanagement houdt in dat het atmosferische koolstofgehalte niet hoger mag liggen dan 350 deeltjes per miljoen (ppm) CO2-equivalent. Momenteel wordt echter gedacht aan 450-500 ppm CO2-equivalent. Om die eerste doelstelling te bereiken, moeten de geïndustrialiseerde landen hun uitstoot tegen 2020 met 45 tot 50 percent verminderen. Tegen 2050 moet de uitstoot zogoed als onbestaande zijn. Maar de voorstellen die nu op tafel liggen, hebben het over een vermindering met 15 tot 25 percent tegen 2020 en over een vermindering met 60 tot 80 percent tegen 2050. De grote industrielanden moeten ook in hun eigen land actie ondernemen om de uitstoot van broeikasgassen terug te schroeven. Maar de rijke landen moeten als eerste handelen. De interactie die ze de voorbije twintig jaar hebben tentoongespreid, geeft ze niet het recht om ook maar iemand met de vinger te wijzen.Een overheid mag de waarheid niet verzwijgen voor zijn burgers. Iedereen zal offers moeten brengen. Maar wil je dat je huis goedkoop, smerig en gevaarlijk is, of heb je liever een schoon, fatsoenlijk en veilig huis? Ben je bereid om te zeggen: “Oké, jongens, ik heb dit huis geërfd, maar ik ben er niet toe gekomen om het ook te onderhouden. Hou er dus maar rekening mee dat het dak het op elk moment kan begeven” ? Dat is niet het soort nalatenschap waar we onze kinderen mee willen opzadelen.