Direct naar artikelinhoud

Acteurs voor confederalisme?

Manuela Van Werde is Vlaams Parlementslid voor N-VA. Ze zetelt in de commissie Cultuur, Jeugd, Sport en Media.

Beste Michael Pas,

Vorige week donderdag zag ik Charlotte De Bruyne als centrale gaste inDe ideale wereldop Canvas. Charlotte is een sprankelende verschijning van wie we in de toekomst nog veel zullen horen. Op Otto Jan Hams vraag naar wat ze eerder die dag zoal gedaan had, reageerde ze een beetje lacherig met "niets". Uit haar antwoord bleek dat ze in een windstille periode zit en nieuwe projecten zich slechts aan de verre horizon aftekenen. Getalenteerde actrice of niet, uit Charlottes lichaamstaal viel op te maken dat ze daar zelf enigszins mee verveeld zat.

Ik ken dat gevoel. Zoals je weet, heb ik zelf een verleden in het theater en voor de camera's. Ik wist niet of ik me relaxed, ongerust dan wel schuldig moest voelen als ik 'tussen twee opdrachten' zat. Ik studeerde in 1983 af aan de Studio Herman Teirlinck, daar waar jij maandag samen met enkele tientallen andere collega's verzamelen blies om de financieel penibele situatie van de Vlaamse acteurs aan te klagen. Uit een onderzoek uit 2014 van de Acteursgilde zou blijken dat slechts 8 procent van de Vlaamse acteurs zijn volledige inkomen haalt uit acteren. De rest klust bij.

Ook de arbeidsomstandigheden moeten beter, iets waar ik destijds op afknapte. En dan zijn er de kafkaiaanse toestanden waarin acteurs terechtkomen eens het applaus weggestorven is. Jullie pleidooi ging terecht in de richting van een vereenvoudiging van procedures. Nu raken acteurs en actrices verstrikt in een kluwen van RVA, de fiscus, de RSZ en interimkantoren. Ik kan me voorstellen dat dit de arbeidsvreugde serieus drukt. Het zijn problemen die al te lang aanslepen.

Ik was blij te lezen dat de Vlaamse Acteursgilde in Antwerpen geen oproep deed voor een loonsverhoging of meer subsidies(DM 2/1). Dat zou in tijden van strikte budgetcontrole niet van realisme getuigen. De Vlaamse overheid houdt al rekening met de specifieke omstandigheden in de creatieve sector. Zo zorgt het kunstenaarsstatuut ervoor dat een artiest recht heeft op een uitkering in tijden van werkloosheid.

Ik verwijs ook naar de omkadering voor Vlaamse auteurs en filmmakers. Het Vlaams Fonds voor de Letteren werd in 1999 opgericht om de sociaal-economische positie van auteurs en vertalers te verbeteren, wat onder andere gebeurt door het uitkeren van subsidies. Het Vlaams Audiovisueel Fonds heeft als hoofdopdracht het toekennen van financiële steun aan projecten en keert die gefaseerd uit aan scenaristen en filmmakers. Ik geloof echt dat de Vlaamse overheid doet wat ze kan.

De oplossing voor de problemen waarmee de acteurs te kampen hebben, heet confederalisme: eigen problemen oplossen met eigen centen.Cultuur en media, de twee beleidsdomeinen waarin de acteurs zich bewegen, zijn gemeenschapsbevoegdheden. Maar de problemen waar onze acteurs op botsen, situeren zich vooral op federaal niveau.Als Vlaanderen een volwaardige eigen sociale, fiscale en economische politiek zou kunnen voeren, zouden we die problemen zelf kunnen aanpakken.

Confederalisme zou Vlaanderen toelaten een beleid op maat van de Vlaamse acteurs te voeren omdat het dan alle hefbomen in handen heeft. Het is de enige manier om een rechtszeker platform te creëren waarop de Vlaamse artistieke creativiteit kan bloeien. Eerst het platform, dan het podium.