Direct naar artikelinhoud

Exact één maand na aardbeving is opvang 1,2 miljoen ontheemden eerste prioriteitRegen grootste bedreiging voor dakloze Haïtianen

Het is vandaag precies een maand geleden dat een verwoestende aardbeving in Haïti minstens 212.000 mensen doodde, meer dan 300.000 anderen verwondde en 250.000 huizen vernielde. Meer dan 1,2 miljoen mensen zijn ontheemd. Voor het regenseizoen eind deze maand begint, moeten zij noodonderdak krijgen.

Port-au-Princel Volgens de Haïtiaanse premier zal de heropbouw van de 250.000 vernielde huizen tien jaar duren.

Op dinsdag 12 januari 2010 om 04:53:10 in de namiddag (10:53:10 ‘s avonds in België) beefde de aarde in Haïti met een kracht van 7.0 op de Richterschaal. Het epicentrum lag op 25 kilometer van de hoofdstad Port-au-Prince, op 13 kilometer diepte. Vandaag, één maand na de aardschok, telt de Haïtiaanse regering 212.000 doden, meer dan 300.000 gewonden, en meer dan 1,2 miljoen ontheemden. Volgens de Verenigde Naties leefden meer dan 3,5 miljoen van Haïti’s 9,7 miljoen inwoners in het aardbevingsgebied. Zwaarst getroffen steden zijn hoofdstad Port-au-Prince, Carrefour en Grossier (waarvan 40 tot 50 procent is vernield), Jacmel (50 tot 60 procent kapot) en Leogane (80 tot 90 procent in puin). In de hoofdstad (1,3 miljoen inwoners) vielen de meeste slachtoffers. Premier Jean-Max Bellerive waarschuwde deze week dat het 3 tot 4 jaar zal duren voor zijn land opnieuw kan leven zoals voor de aardschok, en zelfs tot 10 jaar voor alle 250.000 vernielde huizen heropgebouwd zijn.

De VN konden al 272.000 mensen noodonderdak geven, vooral met zeildoeken, omdat er te weinig plaats is voor tenten. In en rond Port-au-Prince, waar honderdduizenden inwoners op straat kamperen voor de ruïne van hun huis, of in één van de 500 spontane kampplaatsen rond de stad, zijn lakens dikwijls de enige bescherming. In Leogane wonen 14.000 mensen in spontane kampplaatsen, maar zijn volgens de VN tussen de 80- à 120.000 mensen hulpbehoevend geworden.Al 467.701 mensen verruilden de hoofdstad voor de provincie. In het departement Artibonite stroomden 162.000 mensen toe. In het departement Centre meer dan 90.000. Duizenden mensen trekken ook toe naar de grensstreek met de Dominicaanse Republiek, waar via de grensovergang Jimani ook dagelijks 1.000 Haïtianen legaal naar toe vluchten.De tijd dringt om alle ontheemden noodonderdak te geven. In de nacht van woensdag op donderdag herschiep één zware regenbui talrijke kampplaatsen in een modderpoel. Eind deze maand begint het echte regenseizoen, dat op 1 juni gevolgd zal worden door het Caraïbische orkanenseizoen. Voor de regen valt, moeten afwateringskanalen gegraven worden. Door erosie (een gevolg van massale houtkap) zijn er elk jaar dodelijke modderstromen. Nu dreigen aardverschuivingen, mét puin van de ruïnes, ontheemden weg te spoelen. Voordien moeten er ook dringend toiletten komen. Nu beschikt slechts 5 procent ontheemden over latrines. Momenteel zijn er nog geen epidemieën, maar zonder sanitair worden ze bij regen onvermijdelijk.EU-buitenlandminister Catherine Ashton kondigde gisteren in Brussel aan dat een militaire missie van de Europese Unie zal helpen om voor noodonderdak te zorgen. Ze zullen zich aansluiten bij de 13.000 VS-militairen die met hun 17 schepen en 120 vliegtuigen al 2,4 miljoen waterflessen en rantsoenen, tonnen medische hulp en voedsel bedeelden. De VS geeft ook al steun aan de 9.000 blauwhelmen en 3.700 VN-agenten die voor bescherming moeten zorgen, onder meer tegen de 5.000 gevangenen die vlak na de aardbeving ontsnapten.

Van de 600 organisaties die hulp geven aan Haïti zijn er 274 actief op het vlak van gezondheidszorg. Hun artsen opereren nu steeds minder mensen met traumatische verwondingen als gevolg van de aardbeving, al vormen zij wel nog meer dan tien procent van hun patiënten. De focus verlegt zich nu naar post-operatieve zorg, waaronder de begeleiding van de geschatte 3.000 amputatieslachtoffers, en basisgezondheidszorg.

Het Wereldvoedselprogramma schat dat nog minstens een half jaar 2 miljoen mensen voedselhulp nodig hebben. Het WFP bereikte de voorbije weken via 16 distributiecentra al 1,6 miljoen mensen een eerste keer met een rijstrantsoen voor twee weken. Het Rode Kruis verdeelde al 15 miljoen liter drinkwater.

Het aantal kwetsbare kinderen steeg enorm: voor de aardbeving waren er 380.000 vondelingen of wezen in Haïti; vandaag wordt het aantal vereenzaamde kinderen geschat op één miljoen. Een grootscheepse vaccinatiecampagne is ondertussen al begonnen voor meer dan een half miljoen ontheemde kinderen jonger dan zeven. Eén van de prioriteiten van de voedselbevoorrading is aangepaste voeding voor 53.000 kinderen jonger dan vijf, en 16.000 zwangere vrouwen.

Bij de volwassenen wordt jobcreatie de uitdaging. Voor de aardbeving had twee derde van de bevolking geen formele job, maar moest in een overlevingseconomie rondkomen met minder dan twee dollar per dag. Het U.N. Development Program (UNDP) injecteerde sinds 6 februari weken al 175.000 dollar per dag in een ‘cash-for-work’- programma waarbij 34.885 arbeiders 4 dollar per halve dag betaald worden om puin te ruimen. Ze krijgen ook een maaltijd. Begunstigden zijn mensen die familieleden verloren in de aardbeving, en vrouwen, die in Haïti tot veertig procent van de huishoudens leiden. Doel is in de hoofdstad 100.000 mensen puin te laten ruimen, en in het hele land 220.000.