Speciale Canadareis voor DMM-lezers

door Rudy Collier

Canada stond niet echt op ons to-do-lijstje. Totaal ten onrechte, zo bleek achteraf. In Canada kan men zonder veel inspanningen schitterende dagen beleven, of het nu cruising is doorheen overweldigende bergen, of het bewonderen van de prachtigste meren ter wereld of beren kijken langs de weg. Veertien dagen onderweg en geen dag verveling, het is niet iedere reis gegeven. Niet te veel kilometers vreten per dag en altijd liggen de verrassingen zomaar onderweg. Men hoeft niet naar Canada te zoeken, Canada komt zo naar u.

De reis begint in Calgary, Stampede town, dat midden in de Rocky Mountains ligt. Geen onaangename stad, ooit gastheer van de Olympische Winterspelen in 1988. Maar er ligt nog veel beter in het verschiet. Het 130 kilometer verder gelegen Banff en omgeving bijvoorbeeld. In Banff is een wandeling naar de Bow Falls een aanrader, evenals een bezoek aan het historische en statige Banff Springs Hotel, ooit eigendom van de spoorwegen. Een groot gedeelte, met overal historische foto's, is te bezichtigen. Maar echt genieten wordt het vanaf Banff naar Jasper.

Tussen Banff en Lake Louise stuit men op Johnston Canyon, waar men voor het eerst kan kennismaken met het watergeweld dat Canada te bieden heeft. Via een makkelijk bewandelbare houten weg kan men het traject van het donderende water volgen. Kort na Banff ligt Lake Louise, een gletsjermeer. Cool. Indrukwekkend. Het strekt zich uit in een perfecte symmetrie tussen de bergen. Een postkaart, maar dan tastbaar echt. Lake Louise is een mondain skioord maar in de zomer en in de Indian summermaanden is het een pracht van een meer. Aan de kop ervan staat één gebouw, maar het mag er wezen: het Chateau Lake Louise, dat ooit de grandeur van de spoorwegen moest onderlijnen. Men kan hier verblijven, wij kozen na een vroege ochtendwandeling langs het meer (vooraleer de toeristen arriveren, want die zijn er hier altijd) voor een ontbijt in het kasteel. Om dan met een zucht deze heerlijke plaats te verlaten. Maar de dag is lang niet ten einde.

We rijden nu op de 230 kilometer lange scenic route van Banff naar Jasper. Misschien de mooiste weg ter wereld, misschien ook niet. Maar het is rijden als in een droom. Een rustige, brede baan die sinds 1984 tot het Unesco-werelderfgoed behoort en u alle kansen biedt om de ogen de kost te geven. Het cruisen komt hier tot zijn volle recht. Overal trouwens in Canada, want 80 kilometer per uur mogen rijden is al een grote uitzondering. Het meest voorkomende verkeersbord is 'Slow!' De Canadese Rocky Mountains zijn een dramatische bergketen die niet anders dan bewondering en eerbied afdwingt. Men gaat vanzelf nog trager rijden, goed beseffend dat wat men is gepasseerd niet meer terugkomt. Verplichte stops: Bow Lake, Peyto Lake en vooral de sublieme Mistaya River, die nauwelijks of niet in gidsen staat. De Mistaya River ligt vlak aan de weg en verschaft pure schoonheid. Best is het om de weg Banff-Jasper in twee dagen te doen, niet in één zoals alle gidsen aanraden. Een prima overnachting op de weg is The Crossing, kleine, eenvoudige bungalows die midden in de Rocky Mountains zijn gelegen.

Meteen na de Crossing ligt het Columbia Icefield dat maar liefst dertig gletsjers omvat. Met een zogenaamde Icefield Explorer, een monster op wielen, kan men op de gletsjer rijden, maar goedkoop is het niet. Wij verkozen te voet te gaan tot aan de teen van de Athabasca-gletsjer. Men kan hem zo aanraken.We werden er koud van. Vooral dan van de aanduidingen onderweg die pijnlijk aantonen hoe erg deze majestueuze gletsjer is gekrompen in de laatste decennia. Het wegkrimpen van dit Icefield zou voor Canada een meer dan nationale ramp betekenen, ongeveer de hele watervoorziening hangt van dit reusachtig gebied af. Het stappen naar de gletsjer duurt een half uurtje. Het is dan doorrijden tot in Jasper.

Jasper zelf is een, zeker naar Canadese normen, gezellig stadje. Het is ook het mekka voor outdoor adventure: trekken, mountainbiken, raften, bergbeklimmen. Alles voor de soepele medemens. Minder inspanning vergt het wildspotten in de bossen rond Jasper. Uiteraard is alle aandacht toegespitst op een close encounter met beren. Eigenlijk is dat behoorlijk simpel, men hoeft zich vooral niet te laten verleiden tot 'a special tour'. Zelf rondrijden, vooral in de omgeving van de Edith Cavell Mountain, en kijken waar al auto's geparkeerd staan is de boodschap. We ontmoetten ettelijke bruine beren, soms jonkies, een keertje een hele familie, enkele meters van ons vandaan, gewoon in de berm. Beerspotten vraagt enige aandacht, maar het lukt. Minstens even indrukwekkend zijn de enorme wapitiherten. Het nationaal symbool misten we, tot onze grote spijt: de moose, de eland. Kortbij Jasper ligt Maligne Lake, misschien nog beroemder dan Lake Louise, groter ook, maar met net dat minder tikkeltje charme. Wie wil kan hier een rondvaart op het meer doen, naar Spirit Island, een piepklein eilandje midden in het meer en het meest gefotografeerde plekje in Canada. Vier dagen onderweg en al helemaal relaxed, meegezogen in het ruimtelijke, ontzagwekkende decor van dit land. Plaats, ruimte, water in alle vormen, dieren in overvloed en inwoners die wel een kruising lijken tussen de welgemanierde Englishmen en de hartelijke Amerikaan. Amper twaalf kilometer voorbij Jasper is het al opnieuw stoppen.

De Maligne Canyon is onze volgende bestemming, waar tienduizend jaar van erosie een 50 meter diepe canyon heeft uitgegraven, waarlangs een kronkelend maar zeer toegankelijk pad loopt. Na iedere bocht houdt men de adem in telkens men ziet hoe de Malignerivier door de canyon raast. Er lopen zes bruggen over de canyon en de waterval is 23 meter hoog. Hier een uurtje wandelen doet wonderen. We verlaten de Rocky Mountains, naar Prince George, enkel goed om te slapen.

Behalve de natuur is er de intens boeiende geschiedenis van dit land. In Europa denken wij bij indianen spontaan aan Amerika, aan wigwams en bizons. Maar Canada was indianenland. En totemland. Een eerste indruk van die geschiedenis krijgen we op weg van Prince George naar Smithers. De relatief lange rit (350 km) onderbreken we met een omweg aan St. James National Historic Park, gelegen aan alweer een prachtig meer. Hier herbeleeft men de hoogdagen van de pelsjacht. Opnieuw 350 kilometer voor de boeg, de interessantste stop bleek het plaatsje Xsan, toch voor wie in de ban is van die totempalen. Hier zijn ze immens groot, allemaal in die typische rood-wit-zwartcombinaties. Laat u in Xsan Village rondleiden door een indiaanse gids, anders kan men de longhouses niet binnen en die zijn erg mooi. Een heel ander beeld van de totems krijgt men verder op de weg, in Kitwanga, daar staan er een heel bos bij elkaar, weg van alles en compleet verwaarloosd. De weg naar Prince Rupert was lang maar we kunnen nu uitkijken naar een heuse cruise.

7. Inside Passage

Er wacht ons nu een spectaculaire vaarweg van vijftien uren van Prince Rupert naar Port Hardy, langs de kusten van British Columbia naar Vancouver Island. De cruise vaart langs de fameuze Inside Passage-waterweg, een van de spectaculairste waterwegen in Canada. Er is niet enkel het majestueuze landschap, er is ook de verwachting om walvissen en zeeleeuwen te zien onderweg. Helaas, driewerf helaas, zoals naar verluidt wel eens gebeurt in dit gedeelte van Canada slaat het slechte weer toe gedurende de ganse dag. Het is binnenblijven en een beetje nagelbijten toch. Nu en dan stormen we naar buiten als "whales!" wordt geroepen maar men moet verdomd snel zijn om ergens in de verte een spuitend fonteintje te zien, of een op- en neerduikende rug. Spannend, maar niet meteen National Geographic-beeldkwaliteit. Conclusie: bij mooi weer is deze cruise een schitterende dag aan dek, bij regen heeft men ver gereden voor weinig. Eindbestemming Port Hardy is niks, zo snel mogelijk dus naar Campbell River, een soezelig stadje aan het water. Via een korte ferryrit (15 minuten) kan men naar Quadra Island, indianenland en mooi wandelgebied. Prachtig om te bezoeken is de Tsa-Kwa Lodge. Dit hotel is eigendom van de indianen en is met erg veel smaak en zin voor authentieke materialen opgetrokken. Prachtig terras en schitterende cocktails. 's Anderendaags op weg naar opnieuw een absoluut hoogtepunt van deze reis, 290 kilometer verderop.

Hoe mooi kan een plaatsje gelegen zijn? Nog mooier dan Tofino? Moeilijk. Omringd door baaien en eilandjes. Zee en bergen rondom. Stranden. Restaurants die uitkijken op de aan- en afkomende watervliegtuigjes die u, voor wie dat wenst, over de indrukwekkende mooie eilandenwereld vliegen. In Tofino kan men zowat alles doen, dus ook niks. De ideale plaats ook voor wie wil gaan walvisspotten. Dit betekent wel een rough ride in een Zodiac-opblaasboot, en zoals vaak, is het water veel wilder dan op het eerste gezicht lijkt, vooral eens men de baai uit is. Succes bij het walvisspotten is niet altijd gegarandeerd, maar de stuurlui doen hun uiterste best, de verschillende boten helpen elkaar en het is een sensatie als men er effectief in slaagt zo'n beesten van kortbij te zien opduiken. Prachtige verblijfplaats om te relaxen. Absoluut hoogtepunt van een reis die aan pieken geen gebrek heeft.

Op weg naar Victoria (Tofino-Victoria, 320 km) kan men gewoon langs de baan stoppen om het Cathedral Grove-reservaat te bewonderen. Hier staan de hoogste, breedste en grootste bomen van Canada. Sommige zijn 800 jaar oud en meer dan zeventig meter hoog. Hier krijgt u een Lord of the Rings-gevoel. Het dorp Chemainus wordt in alle gidsen als stop aangeraden, maar geheel ten onrechte. Het dorp slaagt erin toeristen te trekken door schabouwelijke muurschilderingen voor te stellen als iets unieks. Interessanter is het dorpje Duncan, thuishaven van de Cowichanstam. Het Quw'utsun' Cultural and Conference Centre biedt een sterke collectie totems. Er is ook een fijn restaurantje aan het water met authentieke indiaanse gerechten, uitstekend voor de lunch. Dan zo snel mogelijk naar Victoria, waarschijnlijk één van de vriendelijkst ogende plaatsjes ter wereld. Het ziet er Britser uit dan Brits, baadt in overvloedig groen en is genesteld rond een baai. Erg relaxed, erg koloniale sfeer, met een prachtige haven en een historische oude stad. Victoria heeft een interessant (maar duur) museum met artefacten van de natives. 10. Butchart Gardens

Van Victoria naar Vancouver is maar een korte rit met de auto (110 km), en een aangename boottocht om in Vancouver te geraken. Onderweg kan men de Butchart Gardens niet links laten liggen. Ooit was dit een steengroeve, tot de vrouw van de eigenaar het absurde idee kreeg om die immense kaalslag om te vormen tot gigantische tuinen. Het werd een levenswerk dat eindigde in één van de indrukwekkendste florale realisaties ter wereld. Men hoeft zelf geen tuinwroeter te zijn om van de Butchart Gardens te kunnen genieten.

Vancouver is de enige echte wereldstad in Canada. Vancouver is erg dynamisch en een internationale pleisterplaats voor al wie outdoor practice serieus neemt. Zowel in de winter als in de zomer. Opvallend is dan ook de erg jeugdige bevolking. Absoluut te bezoeken is het een eindje buiten de stad gelegen Museum of Anthropology. Hier vindt men de mooiste collectie over de cultuur van de indianen. Een schitterend arsenaal aan reuzentotempalen, maskers, gebruiks- en kunstvoorwerpen. Hier kan men ook de trots van de moderne kunst van de indianen bewonderen, het beroemde monumentaal werk 'Legende van Raven en de eerste mensen' van Bill Reid, de bekendste inheemse kunstenaar. Vancouver is een stad op een andere maat gemaakt dan Europese steden. Langs de kilometerlange waterkant kan men wandelen en, zeer aan te raden, fietsen zonder gestoord te worden. Hier kan men ook de grootste cruiseschepen ter wereld bewonderen, want de haven heeft ongelimiteerde aanlegmogelijkheden. De binnenstad biedt weinig. Na dagen van natuurpracht is de overgang naar zo'n stad groot, te groot zelfs voor sommigen. Maar de overgang naar het zich voortdurend vastrijdend België is nog groter. n

Of we wilden meewerken aan een speciale reis voor De Morgen Magazinelezers? Dat was de vraag en initieel zegden we nee. Om de eenvoudige reden dat we de lezers niks willen aansmeren wat we niet kennen. Toch wordt er nu zo'n groepsreis aangeboden. Dat komt omdat het uiteindelijk een reis is geworden die speciaal voor onze lezers in elkaar is gestoken. Meer zelfs, we deden ze eerst zelf, zagen dat het (heel) goed was, noteerden onderweg al onze bemerkingen, zowel over de reisroute als over de hotels. Kortom, noem het scouting. Het was enkel onder de voorwaarde dat zoveel mogelijk met onze opmerkingen rekening zou worden gehouden dat we op dit experiment ja hebben gezegd. Er gebeurden een aantal aanpassingen op basis van onze ervaringen, zo werd zelfs het tijdstip verschoven. De reis vindt nu plaats in september, een Indian summermaand waarin de natuur op haar best is. De reis volgt nagenoeg hetzelfde traject als hierboven beschreven. Belangrijk is dat iedereen fysiek deze reis aankan. Uiteraard moest ook de prijs competitief zijn. We zullen voor het vertrek graag onze ervaringen uitwisselen met de kandidaat-reizigers.

SPECTACULAIR WEST-CANADA: 16 dagen/14 nachten, vertrekdatum: 11 september, prijs per persoon (minimum 25 deelnemers) in een tweepersoonskamer: 2.999 euro, toeslag single 850 euro.

Inbegrepen: lijnvlucht met Air Canada Brussel-Calgary en Vancouver-Brussel, luchthaven- en veiligheidstaksen, Nederlandstalige begeleiding vanuit Brussel en lokale gids, transfers, rondreis en bezoeken volgens programma, 14 overnachtingen in doorgaans driesterrenhotels, dagelijks ontbijt (behalve tijdens ferrytocht), fooien voor lokale gids en chauffeur, annulerings- en bagageverzekering.

Geïnteresseerden kunnen via e-mail contact opnemen met touroperator AZURA CVBA (licentie A1374)

azura@skynet.be, www.azura-travel.com