Iedereen JEDI

Toen George Lucas drie jaar geleden de rechten op zijn Star Wars-reeks en het bedrijf erachter verkocht aan Disney, werd ook schoon schip gemaakt met de videogame-afdeling van Lucasfilm. Lopende projecten werden geschrapt, hoewel er al vroege versies van waren getoond aan journalisten en retailers, en de rechten voor nieuwe Star Wars-games werden voor tien jaar verkocht aan videogamebedrijf Electronic Arts. De eerste game uit die overeenkomst is Star Wars: Battlefront, dat deze week in de winkelrekken ligt.

Al sinds 1979 komen er videogames gebaseerd op de filmreeks op de markt. De meeste daarvan sublimeerden de actie van de films in eenvoudige speelsequenties, zoals lichtsabelgevechten en luchtgevechten met ruimtetuigen. Battlefront wil het anders doen: de game brengt zijn spelers, met veertig tegelijk via het internet, recht in de actie van de vele veldslagen uit de Star Wars-films.

Originele rekwisieten

Battlefront is een remake van twee eerdere games die meer dan tien jaar geleden hetzelfde probeerden. Maar dankzij de grotere rekenkracht van de huidige videogamesystemen en een paar nieuwe ontwikkeltechnieken die de makers toepasten, voelt het nu pas alsof de speler tussen echte 'stormtroopers' rondloopt en ruimtegevechten levert tegen het decor van het echte Death Star-ruimtestation uit de eerste Star Wars.

Meer nog: het zíjn, in zekere zin, de echte stormtroopers, ruimtestations en ruimteschepen uit de films die in beeld komen. Om de speler het idee te geven dat hij in een waarachtige Star Wars-veldslag zit, gebruikten de ontwikkelaars originele rekwisieten die George Lucas destijds liet bouwen voor de films. Tot nu toe werden attributen in games gebaseerd op films met de hand nagemaakt door 3D-artiesten. De objecten in Battlefront daarentegen, zijn een volwaardige fotografische versie van de rekwisieten uit de films.

De Zweedse gamestudio Dice, een dochteronderneming van Electronic Arts die zich over de ontwikkeling van de game mocht ontfermen, kreeg daarvoor toegang tot de archieven van Lucasfilm. Daar groef het de attributen en kostuums op en paste er een nieuwe 3D-techniek op toe die 'fotogrammetrie' heet: het object in kwestie werd vanuit alle denkbare hoeken gefotografeerd, waarna een speciaal softwarepakket ze aan elkaar rijgt tot een 3D-model dat rechtstreeks in de game kan worden gebracht.

De meeste dingen die een speler ziet bewegen in Star Wars: Battlefront, zijn dus ooit door mensenhanden gemaakt voor de films. Zoals de maquette van de Death Star, die in 1977 door de productieploeg van de film werd gebouwd. "Wat je in de game ziet is the real thing", zegt Niklas Fegraeus, design director van de game. "Je ziet niet zomaar een lichtsabel, het is dé lichtsabel."

Dezelfde authenticiteit legden de makers aan de dag voor de geluiden, waarvoor ze de beschikking kregen over de iconische geluidseffecten van Star Wars-audiotovenaar Ben Burtt. "Voor onze geluidsjongens stond dat gelijk met de Mona Lisa aanschouwen", zegt Fegraeus. Dice ging ook terug naar de Noorse gletsjer waar regisseur Irvin Kershner in de jaren 80 de veldslag om de ijsplaneet Hoth in The Empire Strikes Back opnam, of de bossen van Redwood National Park in California, waar Richard Marquand in 1983 de slag om Endor in Return of the Jedi opnam. Met een variant op de zonet genoemde 3D-technieken werden die volledige decors in de game gebracht.

Speeltuin

Al die nieuwe effecten samen creëren een authentieke interactieve speeltuin, waarin de scenario's van de films niet worden gevolgd (er is geen verhaalcampagne in de game), maar spelers hun eigen fantasieveldslagen kunnen uitvechten. "Vergelijk het met de manier waarop kinderen al decennia lang met Star Wars-speelgoedfiguurtjes in de weer gaan", zegt Fegraeus. "Op de vloer van de speelkamer stond je eigen fantasie boven de Star Wars-canon. Dat zal ook een belangrijke rol spelen in Battlefront."