Direct naar artikelinhoud

‘Onspeelbare’ satire raakt toch op bühne

BRUSSEL

Een ‘onspeelbaar’ stuk, werd altijd beweerd, maar het Nederlandse collectief ’t Barre Land bewijst met verve dat het wel kan. De voorstelling werd geselecteerd voor Het Theaterfestival en door de jury omschreven als ‘immens qua vorm en inhoud’.

“Het stuk stond al ruim acht jaar op ons verlanglijstje en de vertaling ervan nam ruim zes jaar in beslag”, zegt Czeslaw de Wijs van ’t Barre Land. “Eerst was er het idee om het stuk samen met gelijkgestemde gezelschappen als Discordia, De Roovers en STAN te brengen, maar dat bleek agendagewijs een onmogelijke opdracht. Dus spelen we nu alle rollen zelf en ook de vertalers staan mee op scène. Zij voegen telkens ‘Allerlaatste dagen der mensheid’ aan het stuk toe en zoeken daarvoor hun inspiratie in de actualiteit.” Een “totstandkomingsvoorstelling”, noemen ze het stuk bij ’t Barre Land. “De laatste dagen der mensheid ging vorig jaar op Wapenstilstand in première. Het is onze grote droom om op 11 november 2018, honderd jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog, de tekst in Wenen op te voeren met een groot ensemble.” De Oostenrijkse schrijver en opiniemaker Karl Kraus vatte de Eerste Wereldoorlog op als een persoonlijke belediging voor zijn intelligentie. Als redacteur van het eenmanstijdschrift Die Fackel schoot hij met scherp op oorlog en domheid en leverde hij gevatte (media)kritiek. Zijn satire De laatste dagen der mensheid bestaat uit vijf bedrijven, een voor elk jaar van de Eerste Wereldoorlog. Het stuk bevat meer dan vijfhonderd figuren en zou, indien integraal uitgevoerd, tien avonden in beslag nemen. ’t Barre Land doet er 200 minuten over (inclusief pauzes). “Het is een bijzonder modern stuk zonder echte personages. Centraal staan de dialogen tussen de hoofdfiguren: Kniesoor, het alterego van Kraus, en Optimist. Al geloof ik dat Kraus de Optimist vooral in het leven heeft geroepen om zoveel mogelijk Kniesoor aan het woord te laten”, lacht De Wijs.

Vertaalkwestie

Erik Bindervoet en Robbert Jan Henkes werkten ruim zes jaar aan een vertaling en namen slechts af en toe enkele dagen rust om “de gruwel die Kraus beschrijft even van zich af te schudden”, aldus De Wijs. “Ze hebben een waar huzarenstukje geleverd, want niet alleen de omvang van het werk is enorm, ook Kraus’ eigenzinnige schriftuur is een uitdaging. Kraus toont aan dat in de taal de mentaliteit van een samenleving vervat zit. Dat taalverloedering en -verbastering wijzen op een manier van denken. “Kraus gaat daar zelfs zo ver in dat hij de schuld van de Eerste Wereldoorlog toeschrijft aan de journalisten en de manier waarop zij taal gebruiken en vooral misbruiken met het oog op de boodschap die ze willen verkondigen. Hij geeft de media lik op stuk door in zijn werk eigen woordverbasteringen door te voeren, waaronder ‘protestuee’, omdat hij vindt dat het beroep van prostituee een verzet vormt tegen de hypocrisie in de samenleving. “Bovendien gebruikt Kraus in De Laatse dagen der mensheid ook nog eens verschillende dialecten, waaronder Oostenrijks en Berlijns. Het was niet vanzelfsprekend om daarvoor een equivalent te vinden. Je kon natuurlijk kiezen voor Amsterdams en Rotterdams, maar op die manier banaliseer je het stuk. Het heeft dus even geduurd vooraleer de vertalers een geschikte kunsttaal vonden.”Het boek zelf is een mix van genres, van operette tot documentaire, van tragedie tot klucht en pamflet. ’t Barre Land vertaalt dat naar de scène in een mix van speelstijlen: het socratische gesprek, slapstick, het citaat. Net als Kraus, die zijn tekst baseerde op gesprekken uit de straat, op reclamefolders en krantenartikelen, schrijven de vertalers Bindervoet en Henkes tijdens de voorstelling aan scènes van de ‘Allerlaatste dagen der mensheid’, waarin ze personages van Kraus bepaalde teksten uit de huidige actualiteit laten voordragen.“Het is verbijsterend hoe makkelijk dat gaat. Want de gruwel van oorlog en de wijze waarop de media met leed omgaan, blijft”, zegt De Wijs. “Die ‘Allerlaatste dagen der mensheid’ vormen een mooie manier om via de geschiedenis iets over vandaag te vertellen.” Voor de twee voorstellingen op Het Theaterfestival zijn ze bij ’t Barre Land dan ook al de Vlaamse kranten aan het uitpluizen. “De historische maar nog altijd actuele taalkwestie in de Brusselse rand is natuurlijk een dankbaar onderwerp. Of misschien hebben we het over de perikelen over de uitdieping van de Schelde en maken we daar een slapstickscène over in een restaurant waarbij we elkaar met mosselen bekogelen.”