Direct naar artikelinhoud

Geachte heer Crets, Beste Stany,

Eigenlijk is het belachelijk dat ik je nu pas schrijf. Alsof deelname aan een simpel televisiespelletje een hoogtepunt zou kunnen betekenen in je indrukwekkende carrière. Dat ik zo lang heb gewacht komt vooral omdat ik je altijd als deel van een geheel heb gezien. Onlosmakelijk verbonden met ‘tweelingbroer’ Peter Van den Begin. Twee creatieve bovenkamers samengesmolten tot een enthousiast borrelend laboratorium. Een op onvoorwaardelijke vriendschap gestoelde artistieke kruisbestuiving die baanbrekend televisie-, theater- en filmwerk opleverde, maar ook voortdurend tot vergelijken of kiezen dwong. Raf of Ronny? Debby of Nancy? Elvis of Ringo? De meedogenloze Ray Van Mechelen in Matroesjka’s of de idealistische Willy in Oud België? Die lange of die kleine…?

Precies daarom was ik blij je eens alleen te treffen. Niet als de acteur met ontelbare gezichten, maar als quizkandidaat die, ontdaan van zijn bonte verenpracht, dag na dag tegen de uitschakeling moest vechten. Ik leerde je kennen als slim en sluw ventje. Een hoekige straatvechter van middelbare leeftijd. Als geschoold acteur perfect in staat zijn wil tot winnen achter een masker van zorgeloosheid te verbergen. Door je dommer voor te doen dan je bent maakte je de tegenstand zegezeker en week. Rijp om door jou met die even ontwapenende als duivelse grijns - “ik heb ze weer allemaal goed liggen” - te worden geslacht. Constant balancerend op de dunne grens tussen arrogantie en sympathie en precies daarom ongrijpbaar. Een handig smeerlapke.

Ik ben nooit méér geweest dan een afstandelijke bewonderaar van je veelzijdig talent. Al jaren niet meer weg te denken als filmster, theater- en musicalacteur, regisseur, televisiemaker en scenarioschrijver. Even overtuigend als de gesjeesde rechtenstudent Tony Hanssen in Alles moet weg als in de gedaante van Kabouter Snot in Plop en de wolken. Workaholic en eigenzinnige BV. Vooral bezig met zichzelf en niet met de mening van de rest van de wereld. Ik heb het altijd moeilijk gehad om echt hoogte van je te krijgen. Tot De allerslimste mens ter wereld. Elke aflevering zag ik die nijdige vechtjas een beetje liever. Geen meeloper maar een kandidaat die op geheel eigen wijze zijn underdogpositie als voornaamste troef probeerde uit te spelen.

Vorige week donderdag was ik zelfs je vurigste fan. Tijdens een moment van onoplettendheid werd ik bij de bakker omsingeld door drie leden van de overijverige buurtwerking. “We zien u zo weinig meneer”, klonk het verwijtend. “De volgende keer ben ik erbij”, beloofde ik zonder nadenken in een poging het predicaat asociaal af te werpen. Zo kwam het dat ik in een kil cultureel centrum enigszins wezenloos naar de finale van de moeder aller tv-quizzen zat te kijken op een groot scherm. Alle ‘vrienden’ die hadden toegezegd bleken stuk voor stuk ‘verhinderd’. Het gezelschap bestond uit vrouwen van onbestemde leeftijd, een handvol perfect gedrilde echtgenoten en de ellendige poedel Rocky. Het was alsof ik in een door jou bedacht tv-format was terechtgekomen. Dat Eva Brems in het eindspel moeiteloos de maat zou nemen van het overmatig besnorde orakel Bert Kruismans leek op voorhand vast te staan. Over jou werd schamper en laatdunkend gepraat. “De moeite niet waard”. Je werd een onnozelaar genoemd. Een flauwe plezante travestiet die slechts met hoerenchance in de finale was gesukkeld. Niemand had Fans gezien en slechts bij een enkeling deed Oud België een belletje rinkelen. Als enige durfde ik vijf euro op jou verwedden en dat werd me door ene Sonja, de omvangrijke leidster van de Brems-spionkop, allerminst in dank afgenomen. Toen de door het fijne weekblad Story van een kleurrijk habijt voorziene groene professor er door jou werd uitgeknikkerd leek het alsof ik zelf had gewonnen. Ik was de Stany in de zaal. Jij die op het scherm. Ik voelde me verbonden in triomf en nauwelijks verholen leedvermaak. Het blijft natuurlijk doodjammer dat je op één luttele seconde van de titel bent gesneuveld. Dat U2 als trefwoord op de vraag rond fotograaf Corbijn niet telde blijft even idioot als scoren met Pol Van Den Driessche. Toch voelde ik me, net als jij wellicht, de morele winnaar. Beiden gestrand op een zucht van de jackpot. Al waren de paniek in de ogen van Kruismans en de roemloze aftocht van de kudde dorpsfeministen me veel meer dan vijf euro waard.

Jij kent mij niet. Ik jou wel. Eind vorig jaar liep ik je toevallig tegen het lijf in het grauwe Zelzate, waar je met het arbeidersepos Groenten uit Balen een nieuwe film aan je rijke collectie toevoegde. Bij de Blauwe Maandag Compagnie zag ik je schitteren in Wilde Lea en Le Cocu Magnifique. Mooie weerwraak voor een ventje dat van moeder eerst een echt diploma moest halen vooraleer hij aan de Studio Herman Teirlinck toneel mocht leren spelen. Op weg om een serieus en alom gerespecteerd acteur te worden. Tot het prestigieuze gezelschap werd ontbonden. Een geluk bij een ongeluk. Ineens kon je, samen met Peter, alle registers open trekken. De producten van je creatieve fabriekje, stevig verankerd in een eigen productiehuis, vonden gretig aftrek in een tv-landschap dat naar vernieuwing hunkerde. Met het hilarische Raf en Ronny werd de traditie van de oubollige sitcom doorbroken en de flamboyante en baldadige, maar naar verluidt peperdure travestieshow Debby & Nancy ondergroef ijverig het vtm-imago van brave familiezender. Het verbaasde me dan ook niet dat de samenwerking werd stopgezet.

Na Sketch a gogo - met die schitterende parodie op Gaston en Leo - en het lichtelijk debiele De kooi was het over en uit. Gelukkig gooide de openbare omroep de deuren wijd open. Al viel de nieuwe start wat tegen. Het chaotische Als ’t maar beweegt sloeg niet aan en de artificiële verrijzenis van Debby & Nancy was oude wijn in nieuwe zakken. Net toen ik me begon af te vragen of de artistieke bron was opgedroogd kwam het verrassende en controversiële Fans. Geen huis-, tuin- en keukenkolder maar een totaal van de pot gerukte fake-docusoap vol pijnlijke humor rond de belevenissen van Ringo en Elvis. Ik heb me te pletter gelachen met de onvergelijkbare Jaak ‘zazawie’ Van Assche in een briljante nevenrol als moeder Irma, met de op Leah Thijs gefixeerde plastisch chirurg Lambert en de werkloze born losers Luc en Koen. Personages waar net als bij jou meer dan één hoek af was. Grensverleggende televisie, net als je magnum opus Oud België. Vertederend drama over de tragische teloorgang van het revuetheater. Een meesterwerkje.

Het doet me plezier dat je productiehuis Elisabeth weer op volle toeren draait, na het avontuur bij luchtbelzender Exqi. Peter vult de zalen met Oliver en Frits en Freddy en jij bent naast een aantal filmprojecten druk in de weer met de regie van Spamalot, de Nederlandstalige versie van de hilarische Monthy Python-musical. Leg de kaarten maar klaar. Ik kom zeker kijken en help je, als het moet, met plezier zoeken naar de heilige graal.

Met hartelijke groeten

Je vriend Jules