Direct naar artikelinhoud

Aartsbisschop Mosoel: 'Duizenden gestuurd door IS'

Sinds de zomer van 2014 leeft de Syrisch-katholieke aartsbisschop van Mosoel in ballingschap in Erbil, 80 kilometer verderop. 'Ik vertrouw onze regering niet meer. Alleen een internationale strijdmacht kan ons redden.'

Yohanne Petros Mouche (71), de Syrisch-katholieke aartsbisschop van Mosoel en omgeving, verwelkomt Jozef De Kesel (68), Leon Lemmens (61) en Guy Harpigny (67) met drie kussen. De Belgische bisschoppen komen bij hem op de koffie in zijn bescheiden huis in zijn ballingsoord in Erbil, in het kader van hun solidariteitsbezoek aan de vervolgde christenen en jezidi's in Noord-Irak (DM 17/9). Ze willen de zwaar geplaagde Mouche een hart onder de riem steken en hebben geschenken meegebracht: een beeldje van Maria en een medaille met daarop Sint Rombouts, de eerste bisschop van Mechelen.

De aartsbisschop van Mosoel geeft ook Maria een kus, en gaat dan met een zucht zitten. Het lijkt alsof hij de geestelijke steun van zijn confraters uit België goed kan gebruiken, want hij maakt een zwaar vermoeide indruk. "Bijna alle christenen zijn Mosoel en omstreken ontvlucht", zegt hij met vlakke stem. "Tienduizend families leven nu verspreid over Iraaks-Koerdistan, maar ook ver buiten Irak."

Oorzaak van die diaspora is de inname van Mosoel door Islamitische Staat in de zomer van vorig jaar. Een leven onder het juk van IS was voor de christenen geen optie. "Toen ze voor de poorten van Mosoel stonden, toonden de strijders van IS hun sympathieke gezicht. Ze vroegen de christenen om te blijven. 'We zijn niet tegen jullie.' Tot ze de voorwaarden bekend maakten waaronder we in hun zogenaamde Islamitische Staat 'gedoogd' zouden worden. Wie wou overleven, moest ofwel moslim worden, ofwel een belasting betalen in ruil voor 'bescherming', ofwel wegvluchten. Wie bleef, tekende zijn doodvonnis."

Zeshonderd gevluchte families van de Syrisch-katholieke gemeenschap zochten hun toevlucht in de amper 80 kilometer verder gelegen stad Erbil. "Tegen beter weten in hopen we elke dag dat we kunnen terugkeren", zegt bisschop Mouche. "Al maanden leven mijn mensen in vluchtelingenkampen en hun toestand wordt alleen maar uitzichtlozer. Ze hebben geen geld, geen werk, geen perspectief. We hebben in Mosoel alles moeten achterlaten. Heel onze geschiedenis. Natuurlijk leef ik nog in Irak. Alleen voel ik me een vreemdeling in eigen land."

Europa is te naïef

Wat vindt aartsbisschop Mouche van de duizenden vluchtelingen die vanuit Syrië en Irak naar Europa vluchten? "Tussen al die duizenden vluchtelingen die nu in Duitsland opgevangen worden, zijn er minstens vijfduizend gestuurd door IS", antwoordt hij. "Het is niet voor niets dat ze voedselpakketten van het Rode Kruis weigeren. Europa is veel te naïef."

In zijn eigen regering heeft Mouche geen vertrouwen meer. "Zowel de regionale Koerdische als de centrale overheid in Bagdad zeggen al maanden dat ze klaar zijn om IS te verjagen. 'Geef ons zes dagen om Ramadi te bevrijden', riepen ze. We zijn nu zes maanden verder en IS zwaait er nog steeds de plak. We hebben geen vertrouwen in onze politici, maar ook niet in onze militairen. Zij hebben de poorten van Mosoel opengezet om de IS-strijders binnen te laten en zijn daarna op de vlucht geslagen. Alleen een internationale strijdmacht kan ons redden. Wij kunnen toch niet onze eigen jongeren in hun eentje naar onze dorpen sturen om ze te bevrijden? Dat zou hetzelfde zijn als ze in het vuur gooien."