Direct naar artikelinhoud

De dag dat de sport zijn onschuld verloor

De dag dat terroristen in Parijs een ticket voor een voetbalwedstrijd kochten, verloor de sport zijn onschuld. Is sport, het veilige vermaak van de spelende mens, nu het doelwit van de jihadi's?

Vooraf toch dit: sport is misschien niet zo onschuldig. Al het slechte in de mens wordt procesmatig versneld op en naast het sportveld: agressie, corruptie, bedrog en ga zo maar door. Het belette de homo ludens - de mens en zijn spel als noodzakelijke voorwaarde voor cultuur, aldus de historicus Johan Huizinga - nooit om de stadions te blijven bezoeken, massaler dan ooit en ook moslims van alle strekkingen.

Of de spelende mens nu aan sterven toe is, blijft een open vraag maar het stadionbezoek zal na 13 november 2015 nooit meer een wandeling naar het al of niet elektronisch draaipoortje zijn. Eerder wordt het een inchecken op een trans-Atlantische vlucht naar de VS. "Wat komt u doen?" Voetbal kijken. "Wat heeft u in uw zakken?" Een toeter. "Heeft u die zelf in uw zakken gestopt?" Neen, mijn zoontje. "Komt u even mee? We gaan u fouilleren."

De zelfmoordacties aan het Stade de France waren niet de best gelukte aanslag maar daarbij meteen deze bedenking: hadden de terroristen een beetje geweten waarmee ze bezig waren, dan was de ellende niet te overzien geweest. De nabijheid en het besef dat het geen haar had gescheeld of een voetbaltribune ging de lucht in, precies dat maakt ons na Parijs zo bang.

Sport als doelwit omdat het onschuldige burgers samenbrengt op één plek, is niet nieuw maar toch redelijk recent. Als terreur en sport in één adem worden vernoemd, dan komt de aanslag op de Olympische Spelen van München in 1972 op de Israëlische atleten altijd bovenaan de lijst. Beide vinden hun inspiratie in de jihad, en hoewel even verwerpelijk is er een wezenlijk verschil tussen een Joods doelwit willen uitmoorden en een tribune voetbalsupporters opblazen.

Er zijn na München 1972 af en toe aanslagen geweest op en rond sportmanifestaties, maar vaak betrof het teams zoals de cricketploeg van Sri Lanka in maart 2009 (Tamil-Tijgers, acht doden) of de aanval op de Africa Cup van 2010 op de bus van Togo in Angola (FLEC-PM, drie doden). Soms werden de dreigementen mooi van tevoren geuit zodat de sport niet kon doorgaan (de Grand National-paardenrace in 1997, door de IRA) of de bom ontplofte op voorhand (uren voor de clásico Real-Barça in 2002, door de ETA) of er gebeurde niks en de wedstrijd ging gewoon niet door (de Dakar van 2008, Al Qaida).

Atlanta 1996

Het publiek als doelwit dateert van 1996 en de primeur is voor een voormalige Amerikaanse soldaat en explosievenexpert die in het Olympic Park in Atlanta tijdens de Olympische Spelen een rugzak met drie bommen tot ontploffing bracht. Zijn protest betrof de liberalisering van abortus. Gevolg: 2 doden en 120 gewonden. De verzameling van mensen was het doel, niet de sport, want op die locatie werd niet gesport.

Dat veranderde met de Tamil-Tijgers die bij de start van de nieuwjaarsmarathon van Sri Lanka in 2008 een bom opbliezen met twaalf doden (onder wie een minister) en honderd gewonden tot gevolg. En op 15 april 2013 werd in Boston, weer in de VS, opnieuw een marathon getroffen en deze keer waren wel islamfundamentalisten aan het werk. De broers Dzhokhar en Tamerlan Tsarnaev kwamen lang geleden uit Tsjetsjenië. Ze hadden het bommen maken geleerd uit een boekje van Al Qaida in Jemen. Drie doden en 264 gewonden was het resultaat.

Na 9/11 was vliegen minder leuk en minder ontspannen - riem uit, horloge uit en wat al nog niet meer - maar ook het bezoek aan planetaire sportevenementen werd stilaan ook een martelgang. Naarmate de angst wegebde, verminderde ook de goesting om je zonder aanwijsbare reden van alles te laten welgevallen. Al te vaak herhaald: "Zie ik eruit als een terrorist?"

Na München 1972 gingen olympische en andere atletendorpen of -hotels hermetisch dicht. Vreemd genoeg leek de veiligheid altijd iets minder streng bij de WK's en EK's voetbal en waren de hotels alvast minder beveiligd. Barcelona 1992 had de primeur van scanmachines voor tassen en rugzakken, maar vanaf de Winterspelen van Salt Lake City 2002 - zes maanden na 11 september - moest iedereen overal en altijd door metaaldetectoren en langs camera's met de nieuwste software voor gezichtsherkenning. Sotsji 2014 sloeg alle records, maar dat lag dan ook een steenworp verwijderd van broeihaarden als Tsjetsjenië of Dagestan. Er vloog geen lucifertje in brand zonder een politiepeloton in de buurt.

Sporten als de profeet

Maar nu, wat gaan ze nu uitvinden om ons te beveiligen? En wordt sport nu het favoriete doelwit van IS? Hoewel we uit verhalen horen dat het ooit voetbalkijkende of voetbalspelende kwajongens waren, lijken ze niet zo opgezet met de homo ludens, zijn terrassen, zijn optredens en zijn sport en spel.

Aanvankelijk bleef de ergernis van de islam(fundamentalisten) wel onschuldig, en zelfs naïef grappig. Zo zwoeren moslims dat Marco Materazzi in zijn woordenwisseling met de moslim Zinédine Zidane tijdens de finale van het WK van 2006 de profeet zou hebben beledigd, waarop Zidane hem een kopstoot gaf en werd uitgesloten. Italië won. Later bleek dat de Italiaan hem iets had toegeroepen in de zin van 'ik wil je shirt niet, maar wel je zus, de hoer'. Zidane bevestigde en sloot vrede, maar op de fora blijft de belediging van de profeet dé enige uitleg.

Wat heeft de islam al of niet met sport? De Amerikaanse site ummahsports.net is gek van sport en af en toe wordt zelfs een lopende vrouw in korte broek afgebeeld. Dat is het liberale uiterste. Volgens de fundamentalistische interpretatie moet sport worden beperkt tot de favoriete spelletjes/sporten van de profeet: boogschieten, zwemmen en polo of paardrijden. Maar het fundamentalistenparadijs Saudi-Arabië is dan weer gek van voetbal en zag in Londen in 2012 ook de eerste Saudische vrouwelijke olympiër, weliswaar met een hoofddoek. Ze overleefde 81 seconden in de eerste ronde van het judo en werd door de clerus in haar land als een hoer neergezet.

Voetbal is de eerste sport in de islamlanden en bij de uitwassen van de sport - zoals onfatsoenlijk veel geld en mensenhandel - worden geen vragen gesteld. Ze doen er graag aan mee, met investeringen van hun steenrijke sjeiks. Van Grozny over Raqqa tot Mekka kijken ze bovendien massaal. Uit Intel-rapporten blijkt dat bombarderen van IS-locaties het meest kans op slagen heeft tijdens topwedstrijden in de Premier League. Van wijlen Osama bin Laden was geweten dat hij een Arsenal-fan was. Het is niet duidelijk welke voetbalkleuren de kalief Abu Bakr al-Baghdadi draagt onder zijn Abbasidisch zwart. Het zou fijn zijn als we dat wisten, want dan kennen we vandaag zowat het veiligste stadion in de wereld en weten we wanneer we de meeste kans hebben om hem voor zijn tv te vinden.