Direct naar artikelinhoud

De Block: 'Kentering bij langdurig zieken'

Na een jarenlange stijging van het aantal langdurig zieken is er een kentering op til. Dat zegt minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) op basis van cijfers van het Riziv.

Jaarlijks stijgt het aantal langdurig zieken in ons land. Niet alleen wordt de beroepsbevolking steeds ouder, ook zijn er steeds meer burn-outs. Maar voor het eerst tekent zich een verbetering af, zo blijkt uit cijfers van Riziv.

De evolutie is het duidelijkst bij wie tussen de een en de twaalf maanden ziek is. Daar daalde het totale aantal aangegeven ziektedagen in 2016 voor het eerst, met 4,5 procent. Uit de eerste cijfers van 2017 komt een gelijkaardige daling naar voren.

Bij de mensen die langer dan een jaar ziek thuis zitten, stagneert de groei dan weer. Terwijl er in de eerste drie maanden van 2015 nog bijna 14.000 langdurig zieken bijkwamen, daalde dat in dezelfde periode vorig jaar naar 7.400 extra zieken, tot iets meer dan 3.000 dit jaar. Nog steeds een stijging dus, maar veel minder sterk.

Tekenen van een trendbreuk

De kentering levert een meevaller op in de begrotingstabellen. Terwijl traditioneel de ziekte-uitkeringen meer kosten opleverden dan verwacht, zal de overheid nu 40 miljoen euro minder moeten uitgeven dan eerst geraamd.

Minister van Volksgezondheid Maggie De Block reageert tevreden. "We blijven voorzichtig, maar in de cijfers is de kentering alvast duidelijk zichtbaar", zegt ze. "Dat betekent dat we nu moeten voortwerken om dit resultaat nog te verbeteren." Er zijn nog steeds bijna 370.000 mensen langer dan een jaar ziek in ons land.

De Block wijst naar de maatregelen die ze samen met minister van Werk Kris Peeters (CD&V) heeft genomen. Langdurig zieken worden al een tijdje van dichterbij opgevolgd. Sinds eind vorig jaar is het ook wettelijk verplicht om na overleg tussen werkgever, werknemer en arbeidsgeneesheer een re-integratietraject op te stellen. In maart van dit jaar besliste de regering dat wie hier niet aan meewerkt een sanctie kan krijgen, maar dat moet nog verder worden uitgewerkt.

"De cijfers tonen inderdaad de eerste tekenen van een trendbreuk", zegt Lode Godderis, professor bedrijfsgeneeskunde aan de KU Leuven. Maar dat verbinden aan het beleid van de regering-Michel is een stap te ver. De verandering is al eerder ingezet, volgens hem.

"Sinds 2014 heeft toenmalig minister van Werk Monica De Coninck (sp.a) de bedrijfsarts een grotere rol gegeven." Ook al bestond het re-integratietraject nog niet, toch kon hij al alternatieven formuleren voor de zieke, gaande van een geleidelijke terugkeer tot adviezen om de werkomgeving aan te passen.

Tegelijk heeft zich een mentaliteitswijziging voorgedaan. Tot vijf jaar geleden dacht vrijwel niemand eraan om het werk deeltijds te hervatten. Het was alles of niets. Ook bij de socialistische en christelijke mutualiteit erkent men dat er veel meer inspanningen op dat vlak worden geleverd.

Het re-integratietraject is volgens Godderis lang niet volmaakt. "Nu wordt het gebruikt als laatste juridisch redmiddel. De eerste cijfers tonen aan dat het in twee op de drie gevallen leidt tot een ontslag, meestal op vraag van de werknemer zelf. Eerder overleg werkt beter, zonder dat de officiële procedure moet worden opgestart."