6.561 kinderlevens, en de gruwel in Syrië duurt voort

Elke maand sterven ruim 5.000 Syriërs in het conflict dat al twee jaar aansleept, zo berekenden de Verenigde Naties. De uiteindelijke dodentol is inmiddels al opgelopen tot minstens 93.000. "De constante moordpartijen gaan door op een choquerend hoog niveau. Sinds december vorig zijn al 27.000 nieuwe doden gevallen, wat bewijst dat het conflict steeds erger wordt", zegt VN-mensenrechtencommissaris Navi Pillay. "Deze cijfers zijn wellicht zelfs een onderschatting. Het reële aantal ligt waarschijnlijk nog veel hoger." In dit rapport zijn immers enkel slachtoffers geteld die met naam en toenaam geïdentificeerd konden worden, alsook de plaats en datum van hun overlijden. Officieuze schattingen hebben het inmiddels over 263.055 doden.

De hoogste cijfers werden genoteerd in en rond de steden Damascus, Homs, Aleppo en Idlib, en 80 procent van de slachtoffers zijn mannen. Het is volgens de VN onmogelijk om te achterhalen hoeveel van hen al strijdend zijn omgekomen. Wel duidelijk is dat in het strijdgewoel al zeker 6.561 minderjarigen zijn omgekomen, waarvan 1.729 kinderen jonger dan tien. "Deze gevallen zijn gedocumenteerd, samen met dossiers van individuele kinderen die gemarteld en geëxecuteerd werden. We hebben ook weet van hele families, inclusief baby's, die afgeslacht zijn. Samen met deze ontstellend hoge cijfers zijn deze verhalen een verschrikkelijke herinnering van hoe ongemeen hard dit conflict is geworden." Speciale VN-gezant voor kinderen en gewapende conflicten Leila Zerrougui vult aan: "De kinderen in Syrië betalen de allerhoogste prijs. Ze worden vermoord, ze worden verminkt, ze worden ingelijfd, ze worden gevangen genomen, ze worden gemarteld."

Woensdag bleek immers nog uit een ander onderzoek van de VN dat alle strijdende partijen - het regime en de rebellenlegers - jongens en meisjes inzetten als zelfmoordcommando of menselijk schild. De Syrische regeringstroepen worden er ook van beschuldigd kinderen te mishandelen en verkrachten als ze vermoeden dat ze op één of andere manier banden hebben met de rebellen. In de gevangenissen ondergaan ze dezelfde behandeling als volwassenen. De rebellen, ook het Vrije Syrische Leger, gebruiken de kinderen dan weer om te vechten, om goederen te transporteren of om wapens te herladen. Vaak gaat het om kinderen van rebellen of wezen, en zijn ze niet ouder dan veertien jaar.

"Niemand wint iets bij deze zinloze slachting. Landen met invloed kunnen, als ze samenwerken, heel wat meer doen om het conflict tot een snel einde te brengen en zo talloze mensenlevens te redden", aldus de VN-mensenrechtencommissaris Navi Pillay. "Regeringstroepen richten hun bommen op stedelijke gebieden, dag in, dag uit. Het zijn de burgers die de prijs van deze wijdverspreide, gewelddadige aanvallen betalen. Vaak worden daarbij volledige wijken of dorpen in één trek van de kaart geveegd."

Vertegenwoordigers van westerse landen gaan zaterdag met de leiding van de Syrische oppositie praten over mogelijke wapenleveranties. Sommige landen zijn nog huiverig, zeker na berichten dat strijders van de oppositie een slachting hebben aangericht onder de bevolking van een sjiitisch dorp. Daarbij zouden wel zestig mensen gedood zijn.