Direct naar artikelinhoud

In Congo kleeft bloed aan tabak

Krijgsheren in Oost-Congo financieren hun oorlogsmachine niet enkel met coltan en diamanten, maar ook met sigarettensmokkel. Opvallend: de tabaksproducenten werken samen met de krijgsheren en lappen alle regels en principes aan hun laars om ook in oorlogsregio’s sigaretten aan de man te brengen.

De Belgische onderzoeker Kristof Titeca (Universiteit Antwerpen) verbleef tussen 2005 en 2010 meerdere maanden in Arua en Ariwara, twee stadjes aan de Congolees-Oegandese-Soedanese grens. Hij won het vertrouwen van de douaneambtenaren en smokkelaars die hem uitvoerig vertelden over een miljoenen-contrabande van in Kenia geproduceerde Supermatch-sigaretten.

De smokkel gebeurt op twee manieren. Via Kenia en Oeganda worden containers met sigaretten aangevoerd die de Congolese grens oversteken zonder accijnzen te betalen. Dit gebeurt bijna altijd met medeweten van douaniers en lokale gezagsdragers die allen een winstpremie opstrijken. Douanebeambten vertelden aan Titeca dat ook hooggeplaatste regeringsverantwoordelijken betrokken zijn bij deze praktijken.

De smokkelaars dokterden nog een tweede systeem uit waarbij vooral de Oegandese staat wordt opgelicht. Containers vol sigaretten die bestemd zijn voor de Oegandese markt worden eerst omgeleid naar Congo of Soedan en dan via de poreuze grenzen terug naar Oeganda gesmokkeld. Ook hier wordt voor miljoenen dollars accijnzen ontdoken. Clandestiene handelaars zouden 15 à 20 procent van de Oegandese markt controleren, goed voor zeker 300 miljoen sigaretten en een jaarlijks taksverlies van 4 miljoen dollar.

In veel gevallen sluiten de smokkelaars een coalitie met Congolese rebellenleiders. De krijgsheren strijken een aanzienlijk deel van de winsten op die ze deels in eigen zak steken en deels aanwenden om wapens en munitie te kopen.

Zo ontdekte Titeca in de eerste fase van zijn onderzoek dat een rebellengroep in de Congolese Ituri-regio volledige controle had verworven over de smokkel en handel van Keniaanse Supermatch-sigaretten. De Forces Armées du Peuple Congolais (FAPC) van commandant Jérôme Kakwavu controleerde op een bepaald moment enkele cruciale grensposten. Het FAPC creëerde een de facto tabaksmonopolie: andere sigarettenhandelaars werden met geweld uit de markt geduwd, tenzij ze bereid waren om hun winsten te delen. Het FAPC had een zeer slechte reputatie en maakte zich schuldig aan zware mensenrechtenschendingen, waaronder de rekrutering van kindsoldaten.

Zeer opmerkelijk: uit Titeca’s onderzoek blijkt dat de tabaksindustrie nauw samenwerkt met de krijgsheren en smokkelaars. Titeca: “Uit interviews met rebellen, smokkelaars en douanebeambten blijkt dat de rebellen geprivilegieerde contacten onderhielden met Mastermind, de Keniaanse producent van de Supermatch-sigaretten. De rebellen plaatsten hun bestellingen rechtstreeks bij Mastermind en schermden de markt volledig af. Ze deelden de lakens uit en deinsden er niet voor terug om wapens te gebruiken. De producenten weten perfect wat er met hun sigaretten gebeurt en zijn dan ook mee verantwoordelijk voor wat er in de Congolese oorlogsregio’s fout loopt.”

Co-onderzoeker Luk Joossens: “De smokkel van Supermatch-sigaretten zorgde er niet enkel voor dat de FAPC-rebellen zich konden bewapenen, maar creëerde ook een groot voordeel voor producent Mastermind. In de regio die onder controle stond van de rebellen verwierven ze een zeer sterkte marktpositie. Dit bracht hen niet enkel aanzienlijke kortetermijnwinsten maar ook een belangrijk langetermijnvoordeel: de Supermatch-sigaret kon zonder concurrentie de markt veroveren en duizenden consumenten aan zich binden. Opdat zoveel mogelijk mensen hun sigaretten konden consumeren, zorgde Mastermind voor een zeer lage prijs van 0,37 dollar per pakje. Het is een bewuste strategie om de markt uit te breiden.”

Joossens wijst erop dat Mastermind een kwalijke reputatie heeft in Oost-en Centraal-Afrika en al meermaals beschuldigd werd van smokkelpraktijken. “Maar ook andere producenten zoals British American Tobacco en Philip Morris werden in het verleden al beschuldigd van smokkelpraktijken in samenwerking met criminele netwerken.”