Jemenitische president stelt nieuwe eis voor zijn aftreden
De Jemenitische president Ali Abdullah Saleh heeft vrijdag een nieuwe voorwaarde gesteld voor zijn aftreden. Hij treedt niet af als zijn voormalige bondgenoten die naar de oppositie zijn overgelopen, straks kunnen meedoen aan de verkiezingen.
Saleh keerde vorige week terug uit Saoedi-Arabië, waar hij drie maanden werd verpleegd aan verwondingen die hij bij een aanval op zijn paleis opliep. Sinds zijn terugkeer zijn de spanningen hoog opgelopen. Jemen staat op de rand van een burgeroorlog door zijn weigering na 33 jaar het presidentsschap op te geven.
Hij zei dat 'alle elementen' die spanningen veroorzaken van het politieke toneel moeten verdwijnen. Hij doelde daarbij op de opstandige generaal-majoor Ali Mohsen al-Ahmar en de Ahmars, een machtige clan. Als zij aan de macht zouden komen "zal dit leiden tot een burgeroorlog", waarschuwde Saleh. Hij zei nog steeds achter een regionaal vredesplan te staan, maar beschuldigde de oppositie ervan de zaak te traineren. Volgens dat plan worden Saleh en zijn familie vrijgesteld van vervolging.
De afgelopen twee weken zijn meer dan 150 mensen omgekomen door geweld tussen regeringstroepen en de oppositie. Veel aanhangers van Saleh vrezen dat islamitische fundamentalisten aan het roer komen als hun tegenstanders winnen. Saleh beschuldigt de Ahmars ervan achter het geweld te zitten "zodat ze de schuld kunnen leggen bij de staat".
Al-Ahmar was tot maart bondgenoot van de president. Tot enkele weken geleden beperkten zijn soldaten zich tot het beschermen van de oppositiedemonstranten, maar nu zijn ze in felle gevechten gewikkeld met troepen loyaal aan Saleh. De Ahmar-clan wordt geleid door Hamid al-Ahmar, hij heeft interesse in het presidentschap.(AFP, Reuters)