'Veldrijden olympisch? Niet in dit leven'

Lang geleden dat ze elkaar gezien hebben, Van Den Abeele en Herygers. Ze werken allebei in de kleine wereld van de cross, maar komen elkaar zelden tegen. Logisch: Van Den Abeele werkt in Zwitserland als 'off road manager' voor de UCI, wat betekent dat naast veldrijden ook mountainbike, BMX en Trial onder zijn bevoegdheid vallen. Herygers rapporteert en evalueert voor de Belgische wielerbond de crossen van de Superprestige. De Morgen bracht de vertegenwoordiging van 'wetstraat' en 'dorpstraat' aan één tafel, voor een evaluatie van het veldrijden. Wat is het? En wat zou het moeten zijn?

Heren, bij de start van het nieuwe seizoen: hoe gaat het met het veldrijden?

Herygers: "Goed."

Van Den Abeele: "Goed en ook niet goed."

Herygers: "Oei, dat laatste is mij niet bekend."

Van Den Abeele: "In Vlaanderen floreert de sport. Renners zijn duurder geworden en dat heeft organisatoren verplicht om uit te breiden. Overal zie je nu vip-arrangementen. Een nieuw publiek en een meerwaarde voor de cross. Maar het contrast met het buitenland blijft immens. Daar komt het grote publiek nog altijd niet."

Herygers: "De realiteit is: als het niet van zelf komt, dan komt het niet. Je kunt goochelen met budgetten, je kunt mensen overhalen om het te proberen. Maar als een uur met een fiets door het veld rijden profs en publiek niet aanspreekt, dan houdt het op. Bij ons in Vlaanderen is het nu leefbaar op zich, maar internationaal zal veldrijden nooit echt succesvol zijn."

Als het een verloren strijd is, waarom dan blijven proberen?

Van Den Abeele: "Als internationale federatie kunnen we het niet maken om de strijd op te geven. Stel je voor: een wereldbeker met acht manches in België."

Herygers: "Iedereen gelukkig. De Belgische organisatoren moorden elkaar uit om bij de wereldbeker te behoren. Dat is niet de bedoeling."

Van Den Abeele: "Het veldrijden internationaliseren blijft mijn eeuwige gevecht. Voor de wereldbeker zoek ik nog altijd naar buitenlandse organisatoren. Ik kan u zeggen: makkelijk is dat niet. We zijn nu Aigle kwijtgespeeld. Ja, dat is een drama."

Herygers: "Terwijl je bij ons zomaar vijftien kandidaten hebt. Maar nog eens: alsmaar Vlaamser worden is makkelijker, maar ik moedig het niet aan."

In 2013 vindt het WK veldrijden plaats in Louisville (VS), wat in de praktijk betekent dat het hele Vlaamse circus zich 7.000 kilometer moet verplaatsen. Is het sop dan de kool waard?

Herygers: "Ik begrijp die vraag. Moet dit nu? Want het zullen ook de Belgen zijn die daar het hardst rijden. Maar Peter moet zijn gevecht blijven voeren. Als hij het over de plas van de grond krijgt, moet iedereen zijn steentje bijdragen. Ook als het resultaat van die inspanning niet meteen duidelijk is."

Van Den Abeele: "Er zijn mogelijkheden in de VS, de cross boomt daar. Maar frappant: ze beleven het veldrijden op een manier die 100 procent tegengesteld is aan die van ons. Dat is echt zwart-wit. Daar is het een echte participatie-sport: 's ochtends rijden de liefhebbers zelf en nadien blijven ze, om te kijken naar de toppers."

Terwijl de breedtesportvariant bij ons niet bestaat. Niemand heeft veldrijden als hobby. Dat maakt het voor de fietsconstructeurs ook geen interessante markt.

Van Den Abeele: "Ook dat zorgt ervoor dat het veldrijden internationaal niet doorbreekt. De industrie zit er niet achter. Zie jij mensen op een mountainbikeparcours rijden met een crossfiets? Neen, iedereen doet aan veldrijden met de mountainbike. Een probleem."

Alle inspanningen ten spijt wordt het veldrijden steeds kleiner. Als Zdenek Stybar voor de weg kiest, gaat het alleen nog tussen Vlamingen.

Herygers: "Stybar moet een visioen hebben gehad. 'Ik kan het maken op de weg.' Wat het ook is: die jongens hebben zo goed geboerd in hun carrière dat ze de ruimte hebben om de stap te wagen. En als het niet lukt, keert hij terug."

Van Den Abeele: "Probleem is dat wij niemand kunnen verplichten om in de cross te blijven."

Herygers: "Mocht Stybar met zijn neus tegen de muur lopen, het zou geen slechte zaak zijn. Dat zal de rest twee keer doen nadenken."

Van Den Abeele: "Onlangs hebben wij daar bij de UCI over vergaderd. Mijn voorstel is: laat de overwinningen die pakweg Stybar of Boom halen in het veldrijden, meetellen als criterium bij het toekennen van een WorldTour-licentie op de weg. Zo zullen wegteams renners stimuleren om in hun oude discipline actief te blijven. Daar ijver ik nu voor en ik denk dat het me lukt. Iedereen mag op de weg gaan rijden. Maar ik wil ze niet voor altijd verliezen."

Herygers: "Dat gebeurt ook niet. Jongens als Boom en Stybar, hun hart blijft kloppen voor de cross."

Van Den Abeele: "Ik ben ervan overtuigd dat Boom dit jaar meedoet aan het WK."

Herygers: "Boom doet zeker mee aan het WK. Hij is al een paar keer in het bos gesignaleerd. Het WK als strijd van Stybar tegen de Belgen? Vergeet het. Boom doet mee. Ook al is het zijn parcours niet. Hij doet het wel op talent."

In 2014 stopt uithangbord Sven Nys. Welke impact zal dat hebben op het veldrijden?

Herygers: "Weinig. In het veldrijden is het uit het oog uit het hart. Als Nys zichzelf opruimt in 2014 zal hij dat ook meemaken. Iemand zal zijn plaats meteen innemen. Een vedette word je maar als de oude vedetten het afbollen. Kijk naar mij: ik heb ook mijn beurt afgewacht. Tot Roland Liboton verdween en 'Bieke' (Danny De Bie, JPDV) begon te pruttelen."

Van Den Abeele: "Nys is wel iemand die de sport mee ontwikkeld heeft, op een slimme manier. Verbaal verkoopt hij zich goed en er zit met Golazo een hele fabriek achter hem. Goed bekeken allemaal."

Herygers: "De aandacht die nu naar Nys gaat, zal wegvloeien naar Niels Albert."

Van Den Abeele: "En die jongen heeft nog een voordeel: hij ziet er nog goed uit ook. En ik denk ook niet dat Nys zal verdwijnen. Hij zal geen renner meer zijn, maar Sven houdt te veel van het veldrijden om er helemaal uit te stappen."

Nys ijvert voor een integratie tussen mountainbiken en veldrijden, een model dat ook de UCI genegen is. In de praktijk blijven het twee verschillende werelden.

Van Den Abeele: "Ik blijf erbij: het valt te combineren, zoals ik het overigens ook zelf gedaan heb. Mits een goeie planning kan het. De parcoursen sluiten ondertussen dichter bij elkaar aan. En voor een stuk is dat mijn verdienste. Ik heb de pluspunten van de cross naar het mountainbike gebracht: korter en met meer aandacht voor de toeschouwers. Vip-tenten, muziek, catering: de kruisbestuiving tussen cross en moutainbike bestaat. Alleen niet in het deelnemersveld. In België ziet geen enkele renner de noodzaak. Met veldrijden alleen is zoveel geld te rapen. Waarom zou je dan naar iets anders uitkijken?"

Herygers: "Terwijl in het mountainbiken het omgekeerde waar is. De toppers hebben jaarcontracten. Die verdienen niet minder dan de profs op de weg. Maar verder is er niks. Het prijzengeld is een bak appelsienen."

Van Den Abeele: "We hebben gedacht aan een geïntegreerd klassement voor 'off roaddisciplines'. Alleen is dat praktisch moeilijk in te vullen. Het blijft wel een denkpiste."

Herygers: "Waarom doet Nys nu aan moutainbike? Omdat het een olympische discipline is. Anders krijg je hem ook met geen stokken op die fiets."

En de wensdroom van het veldrijden als olympische discipline?

Van Den Abeele: "Op het programma van de Zomerspelen is geen plaats. En Jacques Rogges criterium voor een wintersport is duidelijk: de sport moet steeds beoefend worden op sneeuw of ijs. Onlangs was er hoop: de internationale atletiekfederatie ijverde voor veldlopen in het winterprogramma. Dat was een voet tussen de deur. Maar het is niks geworden."

Waarom kan het wel voor BMX en niet voor veldrijden?

Van Den Abeele: "Een heel ander verhaal. De grote geldschieter van de Spelen is televisienetwerk NBC: zij willen snelheid, jumps, spektakel. BMX dus. Die extreme sporten hebben een streepje voor."

Herygers: "Veldrijden olympisch? Niet meer in dit leven."