Direct naar artikelinhoud

Het Lichtfront: toeters noch bellen

Een plaats aan de Bikschotestraat in Langemark-Poelkapelle. Hier mag ik een uur lang een gigantische toorts vasthouden. Samen met 8.399 andere mensen in een lange rij staan met een smeulend vuur. In complete duisternis en met zicht op de velden. That's it.

Het is veel minder spectaculair dan die musical over de Groote Oorlog in de Nekkerhal. Hier springt geen Jelle Cleymans in soldatenoutfit rond, wordt de oorlogsgruwel niet in een ballade gegoten. Minder intriges dan in die 'prestigieuze' Eén-reeks In Vlaamse Velden. Geen dvd, cd of boek deze keer. Minder chaos ook, in vergelijking met die Pontonbrug in Antwerpen waar duizenden gegadigden beteuterd achterbleven.

Het is waarschijnlijk zelfs minder groots dan de grote Lichtfrontshow die op hetzelfde moment live te volgen is op Canvas. Geen overzicht, geen livecommentaar, geen vuurkunstwerken.

Het is niets van dat. Het is daar gewoon staan, in stilte. Op een smalle steenweg met een brandende toorts in de handen. Een uur lang een minuscule schakel zijn in een gigantische ketting van 84 kilometer lang, van Nieuwpoort tot Ploegsteert. Op een plaats waar exact honderd jaar geleden tienduizenden jonge kerels de dood vonden. 'Duizend en duizend soldoaten', zoals dat klonk in het zesde leerjaar toen meester Patrick ons voor het eerst vertelde over die Groote Oorlog. 'Altijd iemands voader, altijd iemands kind'. Misschien wel exact op deze plek, waar ik die fakkel in de lucht houd. Als deel van een wereldbrand.

Herdenken heet dat. En daar heb je geen toeters of bellen voor nodig.