VS-gevechtstroepen weg uit Irak, andere VS-soldaten staan paraat
Dat de laatste Amerikaanse gevechtseenheden woensdag Irak verlieten, wil niet zeggen dat het vechten in dat land ophoudt. Hoewel hun missie voortaan officieel beperkt wordt tot het adviseren en trainen van het Iraakse leger, blijven de Amerikanen tot de tanden gewapend en klaar voor de strijd.
Amerikaanse militairen blijven over de hele lijn voorbereid op geweldssituaties
Tot de allerlaatste Amerikaanse soldaten eind volgend jaar vertrekken, blijven er nog vijftigduizend VS-soldaten over. Zij moeten het Iraakse leger, dat nu 660.000 manschappen telt, helpen klaarstomen om per 1 januari 2012 zelf in te staan voor de veiligheid in het land.
Naast het trainen van de Irakezen zullen de overblijvende vijftigduizend Amerikanen hun Iraakse collega’s ook bijstaan in hun strijd tegen het terrorisme. Verder moeten ze de Amerikaanse burgers in Irak beschermen. Zij zullen nog blijven lang nadat de militairen uit Irak vertrekken, om Irak te helpen bij de wederopbouw.
De Amerikaanse militairen moeten ook hun eigen vertrek voorbereiden. Dat moet voltooid zijn op 31 december 2011. Het verschepen van duizenden manschappen en hun bijbehorend materieel is op zich al een reusachtige logistieke operatie.
Ondanks alles blijven de Amerikanen tot de laatste seconde voorbereid op geweld. De eenheden die achterblijven, zijn alleen in naam geen gevechtstroepen meer. In plaats van ‘Brigade Combat Teams’ heten ze voortaan ‘Advisory and Assistance Brigades’. Advies- en assistentiebrigades, dus, maar nog wel even zwaar bewapend als voorheen.
Dat er nog Amerikaanse eenheden betrokken zullen raken bij gevechten is virtueel zeker. Al is het geweld in Irak flink geluwd sinds de donkerste dagen van 2005-’06, de opstandelingen planten nog steeds geïmproviseerde springtuigen en de Amerikanen blijven een doelwit. Wanneer de Amerikanen samen met hun Iraakse collega’s gaan patrouilleren, zullen ze dat dan ook doen in vol gevechtsornaat.
De Amerikaanse eenheden blijven militair veruit superieur aan hun Iraakse collega’s. VS-president Barack Obama heeft toelating gegeven om ze in de strijd te gooien als de Irakezen daarom verzoeken. Bovendien zullen Amerikaanse gevechtsvliegtuigen nog steeds bombardementsmissies uitvoeren en zullen Amerikaanse special forces met geweld blijven optreden tegen terroristen.
De hamvraag voor de toekomst van Irak is of het geweld weer zal oplaaien wanneer de Amerikaanse troepensterkte tot nul herleid wordt. Ondanks een aanslag eerder deze week die meer dan zestig levens eiste, zijn de tekenen volgens de Amerikaanse regering hoopgevend.
Volgens het Pentagon lag het aantal doden in Irak - burgers en Amerikaans en Iraakse militairen - de eerste vijf maanden van dit jaar op het laagste niveau sinds het begin van de oorlog. De Amerikanen claimen dat ze de voorbije drie maanden 34 van de 42 topleiders van Al Qaida in Irak hebben gedood of gevangengenomen.
Maar dat is geen garantie dat het geweld niet weer zal opflakkeren. De etnische en religieuze groepen in Irak blijven op gespannen voet leven met elkaar. Bovendien is het politieke systeem onstabiel. Vijf maanden na de verkiezingen van maart zijn de politieke partijen, die veelal op etnisch-religieuze leest geschoeid zijn, er nog steeds niet in geslaagd om een coalitie te vormen.
Veel zal er dus van af hangen hoe de VS de wederopbouw van Irak verder ondersteunen. De regering-Obama bereidt wat dat betreft een groot diplomatiek offensief voor. Vanaf eind 2011 zal het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken de training van de Iraakse politie en een reeks andere taken overnemen van het Amerikaanse leger.
2.400 Amerikaans burgers zullen gestationeerd worden in de ambassade in Bagdad en een reeks andere diplomatieke post. Dat de Amerikaanse regering niet gerust is in hun veiligheid, wordt geïllustreerd door het feit dat de VS van plan zijn om zestig bombestendige pantservoertuigen aan te kopen voor de diplomaten, de vloot gepantserde auto’s uit te breiden tot meer dan 1.300 en aanzienlijk wat extra vliegtuigen en helikopters in te zetten.
De Amerikaanse burgers zullen niet beschermd worden door soldaten, maar door 7.000 manschappen van private bewakingsfirma’s. Zij zullen militaire taken op zich moeten nemen als het verdedigen van ambassades en consulaten tegen raketaanvallen en het opsporen en ontmijnen van springtuigen.
Of het mogelijk - en verantwoord - is om dat te doen met privéfirma’s is maar de vraag. Velen zijn er dan ook van overtuigd dat de VS zich gedwongen zal zien om ook na 2011 nog vijf- tot tienduizend militairen in Irak te stationeren.