Direct naar artikelinhoud

Genetische tests bij embryo's zijn niet gevaarlijk

Kinderen die groeien uit embryo's die genetisch getest zijn, lopen niet meer risico's dan hun leeftijdgenoten. Dat besluit het Centrum voor Medische Genetica van het UZ Brussel, dat de impact van genetische testing onder de loep nam.

Steeds meer ouders kiezen voor kunstmatige inseminatie omdat ze belast zijn met een erfelijke aandoening. Zo kunnen ze de embryo eerst laten onderzoeken voor genetische defecten. Daarbij worden enkele cellen van de embryo weggenomen. Als er niets aan de hand is, wordt de embryo teruggeplaatst. Zo vermijden koppels een zwangerschapsafbreking.

Het UZ Brussel onderzocht meer dan duizend kinderen om de impact van zo'n embryonaal onderzoek te bestuderen. De algemene conclusie is dat deze kinderen het goed doen ondanks de embryobiopsie en het wegnemen van enkele cellen uit het drie dagen oude embryo veroorzaakt geen afwijkingen. Bij geboorte hebben de kinderen een normaal geboortegewicht, en ook hun mentale en psychomotorische ontwikkeling verloopt normaal.

"Oouders hoeven zich dus geen zorgen te maken", zegt professor Maryse Bonduelle, diensthoofd van het Centrum Medische Genetica. "De bevindingen staan toe deze procedure verder voor te stellen als alternatief voor prenatale diagnoses aan koppels met een herhalingsrisico voor een genetische aandoening." Het Centrum is wel van plan de kinderen op latere leeftijd op te volgen.