Direct naar artikelinhoud

Litvinenko loste eigen moord op

Morgen wordt het onafhankelijke onderzoek naar de radioactieve moordaanslag op Aleksandr Litvinenko in 2006 geopenbaard. Op zijn sterfbed duidde de overgelopen Russische ex-spion twee Russische geheim agenten aan als zijn moordenaars en beschuldigde het Kremlin van de opdracht. Een radioactief spoor bewijst zijn gelijk.

- "Andrei zei: 'Er is nog wat thee over. Drink maar op als je zin hebt.' Ik dronk verschillende keren. Het was groene thee, zonder suiker. Ik hield er niet van... Ik nam drie of vier slokjes."
- "De pot met de thee stond er al?"
- "Ja."

Het is november 2006. Terwijl Aleksandr Litvinenko (43) pijn lijdt, beschrijft hij aan zijn ondervrager van Scotland Yard hoe hij op de eerste dag van de maand in de Pine Bar van het luxueuze Millenium Hotel in Londen moet zijn vergiftigd door twee zakenlui die hem wilden ontmoeten. Andrei Lugovoi en Dmitry Kovtun bleken in werkelijkheid huurmoordenaars te zijn, die vermoedelijk werkten voor de Russische inlichtingendienst FSB.

Litvinenko wist dat zijn leven in gevaar was vanaf het ogenblik dat hij als gewezen FSB-agent in 2000 vanuit Moskou vluchtte naar Londen, om er als schrijver openlijk de Russische president Vladimir Poetin te bekritiseren. Drie jaar later begon hij samen te werken met de Britse inlichtingendienst MI6. Als betaald informant hielp hij ze de activiteiten van de Russische maffia in Londen en Spanje in kaart te brengen.

Zo bracht hij verbanden aan het licht tussen president Poetin en de georganiseerde misdaad, relaties die volgens Litvinenko teruggaan tot Poetins periode als adjunct van de Sint-Petersburgse burgemeester Anatoli Sobtsjak in de jaren 90. Kort na zijn fatale ontmoeting met Lugovoi en Kovtun had Litvinenko over die connecties onder ede moeten getuigen voor een Spaanse openbaar aanklager.

IJzingwekkend

In november 2006 kwijnt Litvinenko weg in het ziekenhuis, precies zoals zijn moordenaars planden. Maar ze onderschatten zijn wil om tot de laatste snik te beschrijven hoe de moordaanslag op hem werd uitgevoerd. Ironisch genoeg dankzij zijn ervaring als FSB-agent weet Litvinenko haarfijn de handel en wandel te beschrijven van de daders voor hij op 23 november sterft.

Enkele uren voor zijn laatste omarming met vrouw en kind krijgt Scotland Yard van het labo uiteindelijk ook het forensisch bewijs: Litvinenko's lichaam was 'vreselijk besmet' met polonium-210, een uiterst zeldzame radioactieve stof.

Onderzoeksjournalist Luke Harding van de krant The Guardian onthult in zijn nieuwe boek A Very Expensive Poison, dat in maart verschijnt, hoe de forensische onderzoekers dankzij achttien lange verhoren van Litvinenko het poloniumspoor in het Millenium Hotel hebben gereconstrueerd. Hun bevindingen zijn ijzingwekkend. De twee moordenaars zijn uitzonderlijk slordig omgesprongen met de isotopen, waarvan een kleine verzwolgen dosis al fataal kan zijn.

In de Pine Bar straalt de witte theepot waaruit Litvinenko dronk enkele weken na zijn dood nog altijd 100.000 becquerel per vierkante centimeter Po-210 uit. Ter vergelijking: volgens internationale verdragen is de grenswaarde voor de blootstelling aan radioactiviteit afkomstig van goederen 4 becquerel per vierkante centimeter.

Diplomatiek dilemma

De Po-210 blijkt zich als een nevel door de bar te hebben verspreid. Isotopen zijn aangetroffen van de vaatwasmachine tot op de vloer, een ijsschep, een pianostoel, een snijbord en flessen Martini en Tia Maria. Het grootste gevaar lopen de gasten die zich in de dagen na Kovtuns verblijf hebben gewassen in kamer 382. In de afvalwaterpijp is een waarde gemeten van 390.000 becquerel per vierkante centimeter. Kovtun heeft er het goedje doorgespoeld, en wordt later in Moskou even opgenomen in het ziekenhuis met verschijnselen van stralingsziekte.

Hoeveel andere gasten van het hotel tussen de moordaanslag en de ontdekking van de radioactieve isotopen onbewust zijn besmet of ziek zijn geworden, blijft tot vandaag onduidelijk.

De grote vraag nu is hoe ver Sir Robert Owen, de gepensioneerde opperrechter die het onafhankelijk onderzoeksrapport overzag, zal gaan in het aanwijzen van de opdrachtgevers. Kwam de opdracht van Poetin persoonlijk, zoals Litvinenko zijn ondervragers vertelde?

Verwacht wordt dat de Russische staat in elk geval van betrokkenheid zal worden beschuldigd. Naast de achtergrond van de twee daders wijst vooral de wetenschap in die richting. Analyses tonen aan dat het gebruikte polonium-210 geproduceerd moet zijn in een Russische kernreactor in de Oeral, om vervolgens te zijn verfijnd en verpakt in een labo waar enkel staatsagenten toegang tot hadden.

De Britse premier David Cameron kreeg het besluit van Owen gisteren al te horen, het grote publiek pas morgen. De premier staat nu voor een diplomatiek dilemma: neemt hij economische sancties tegen Rusland? Volgen persoonlijke sancties tegen de daders, waarvan Lugovoi intussen onschendbaar parlementslid is? Of zwicht hij voor argumenten van sommige adviseurs om ingehouden te reageren, zodat geopolitieke dossiers zoals het Syrische vredesoverleg niet in gevaar komen?