Direct naar artikelinhoud

25.000 genen in één keer onder de loep

In één keer alle genen tegelijk onderzoeken, om zo patiënten met een zeldzame ziekte aan een diagnose te helpen. Voor dat ambitieuze pilootproject put het UZ Antwerpen (UZA) uit de eigen innovatiepot. 'We willen bezorgde koppels informeren hoe groot het risico is dat ze een erfelijke ziekte doorgeven.'

Wat vroeger ondenkbaar was, kan nu wel: alle genen, zo'n 25.000 in totaal, in één keer onder de loep nemen. "Dat is meteen de grote kracht van die nieuwe technologie", duidt professor Geert Mortier, diensthoofd medische genetica en coördinator zeldzame ziektes (UZA). "Zo hoef je niet op voorhand te weten in welke richting je moet zoeken. En dat is net van groot belang bij zeldzame ziektes. Vaak weten we totaal niet waar te beginnen."

Elk verdacht gen apart onderzoeken rooft tijd en energie. Het houdt het labo soms maanden- of jarenlang in de ban, vaak zonder resultaat. Dan belooft de innovatieve technologie nu veel sneller uitsluitsel. Duurt het hele experiment een paar weken, dan liggen binnen de maand alle data op tafel.

Vandaag zijn er zo'n zevenduizend zeldzame ziektes bekend. Ongeveer 80 procent daarvan zit in de genen. Vandaar dat genetici precies daar hun pijlen op richten: op die genen zelf - "het exoom".

Excuseer? "Ons genoom - alle genetische materiaal - omvat twee keer drie miljard codes", duidt Mortier. "Vergelijk het genoom met een lijvig kookboek. Een boek met drie miljard letters: de codes. Met 23 hoofdstukken: de chromosomen. En met 25.000 recepten: de genen. Tussen die recepten door staat er ook nog bindtekst. Tekst waarvan wij de betekenis nog niet goed kennen. Daarom kijken wij nu enkel naar het exoom: naar alle recepten. Eigenlijk bekijken we dus maar 2 à 3 procent van al die miljarden codes. Omdat de meeste mutaties van zeldzame ziektes precies daar zitten."

Ook andere genetische centra in binnen- en buitenland buigen zich over het exoom. Met zijn pilootproject gaat het UZA nu een stapje verder. Het ziekenhuis legt 78.000 euro uit eigen innovatiepot op tafel, om te tonen dat ze zeldzame ziektes ernstig nemen.

Mortier: "Hiermee kunnen we een zeventigtal patiënten onderzoeken die nog geen diagnose hebben. We willen niet blijven wachten op de terugbetaling van de ziekteverzekering. Want voor sommige patiënten dringt de tijd en tikt de biologische klok. Die mensen willen we nu voorrang geven."

Denk aan bezorgde koppels met een kinderwens die willen inschatten hoeveel risico ze lopen om hun genetische ziekte door te geven. Andere dossiers gaan dan weer over gezonde ouders van wie het eerste kind een zeldzame ziekte heeft, en die de aandoening bij een tweede willen vermijden.

Exoomonderzoek

Leen (33) en Kristof (35) behoren tot die eerste groep. Leens jongere broer Willem, nu 22 jaar en 1,2 meter groot, lijdt aan een aangeboren afwijking. Daarom begint het koppel liever niet halsoverkop aan kinderen. "Willem was nog een baby toen de verpleegsters al opmerkten dat er iets niet pluis was", vertelt Leen. "Ook al kreeg hij meer dan genoeg te eten, na zijn papflesjes had hij nog altijd honger. Wat hij precies heeft, dat moet nog blijken. Feit is dat zijn lijf zijn energie verkeerd gebruikt."

Is het iets genetisch of niet? En kan Leen de ziekte doorgeven aan haar kinderen? Het zijn vragen waar het exoomonderzoek hopelijk een antwoord op heeft. Leen: "Vroeger ging ik er altijd van uit dat ik geen kinderen wilde. Misschien speelde het idee toen al onbewust mee dat ik Willems ziekte zou kunnen doorgeven. Tenslotte had ik bij mijn ouders gezien wat dat allemaal teweegbracht. Vandaar dat ik het risico liever wil uitsluiten."

Meer centen nodig

Wil de overheid iets meer betekenen voor de zeldzame ziektes, dan kan dat nu, zo signaleert Mortier nog. "Want willen we dit onderzoek grootschaliger aanbieden, dan hebben we meer centen nodig."

Bij het kabinet van minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) wijzen ze erop dat ze "al heel wat investeren in innovatie". Zo krijgen de acht Belgische centra voor menselijke genetica 37,8 miljoen euro per jaar. Het Toekomstpact 2015-2018 wil dan weer zo'n 350 miljoen euro pompen in de terugbetaling van innovatieve weesgeneesmiddelen.

Maar ook een extra investering in het exoomonderzoek kan een verschil maken, bepleit Mortier. "Ook in de gezondheidskosten. Want nog los van de emotionele en de psychologische factor, is er ook de financiële kant. Niet dat wij alle 'dure' handicaps willen uitroeien. Wij streven niet naar het perfecte kind. Maar het is wel de bedoeling dat we ouders die dat wensen op voorhand kunnen inlichten over de risico's."

Of Leen haar kinderwens aan de kant zou schuiven? "Ik zal het pas zeker weten als ik ervoor sta", vertelt ze nog. "Maar ik zou het wel moeilijk vinden om mijn kind bewust met een ziekte op te zadelen. Niet iedereen zou hier even gelukkig mee omgaan als mijn broer, denk ik."

Niet dat een volledig genenonderzoek altijd uitsluitsel brengt, blijft Mortier bescheiden. "We gaan niet alles oplossen. Maar soms trekken we hier wel een fles champagne open: 'Hoera, we hebben het gevonden!' (lacht) De oorzaak van een zeldzame ziekte vinden, dat kan deugd doen."