Direct naar artikelinhoud

Nederland lost files op met extra rijstroken

Bij onze noorderburen zijn de files dit jaar met bijna 17 procent afgenomen, en dat zou te danken zijn aan nieuwe snelwegen en extra rijstroken. Meer asfalt als ultieme filebestrijding? ‘Met onze Belgische spinnenwebstructuur zijn we er niets mee’, zegt het Vlaams Verkeerscentrum.

Een jubelende Verkeersinformatiedienst mocht gisteren in de Nederlandse pers aankondigen dat de files dit voorjaar zijn afgenomen met 16,9 procent in vergelijking met vorig jaar. Die spectaculaire cijfers zouden te danken zijn aan versnelde wegenprojecten, waarbij vooral nieuwe snelwegen werden bijgebouwd en hier en daar extra rijstroken werden bijgeplakt. “Asfalteren helpt!”, juichte VVD-Kamerlid Charlie Aptroot. Maar of asfalteren ook het Belgisch fileprobleem kan oplossen, valt evenwel te betwijfelen.

Eerste vraag die zich immers opdringt, ook in Nederland, is hoelang het feest zal blijven duren. “Nederland heeft gigantisch veel bijgebouwd en geïnvesteerd”, zegt Hajo Beeckman van het Vlaams Verkeerscentrum. “Daardoor is het infrastructuuraanbod sneller gestegen dan de vraag. Vraag is hoe lang dit effect zal aanhouden? Literatuur leert ons immers dat wat ademruimte net extra vraag creëert, waardoor het effect van de extra rijstroken deels teniet wordt gedaan.”

Daarnaast valt het Belgische wegennet volgens Beeckman ook niet helemaal te vergelijken met het Nederlandse, waardoor we hun recepten niet zomaar kunnen overnemen. “Aan de oppervlakte zijn de problemen hetzelfde, maar de oorzaken anders. Nederland kent veeleer een rasternetwerk waardoor verbreding soelaas brengt, terwijl het Belgisch wegennet op een spinnenweb lijkt. De files worden veroorzaakt door opstoppingen aan de knopen, de wegen rond de steden. Voor een vlotte doorstroming moeten we ons dus concentreren op de missing links.”

Beeckman doelt daarbij op de plannen voor een ontsluiting van de Antwerpse en Gentse ring, en de studies die lopen voor een verbetering van de ring rond Brussel. Wel wordt binnenkort op de Antwerpse ring richting E313 weldra geëxperimenteerd met spitsstroken, waarbij tijdens drukke moment een extra rijvak wordt opengesteld voor het verkeer.

Beeckman meent ook dat het draagvlak hier ook al te beperkt is. “Vlaanderen trekt veel meer dan Nederlandse de gemixte kaart, een combinatie van werken aan de missing links en de uitbreiding van het openbaar vervoer, dat een deel van de vraag moet opvangen. In Nederland kiest men wel voor openbaar vervoer in de stedelijke assen, maar in de mobiliteitsplannen is de keuze is toch minder verankerd. Je kunt ook de impact van verbreding op het lokale leefmilieu niet ontkennen. Denk ook maar aan consequenties als onteigeningen, de aanpassing van de ruimtelijke ordeningsplannen en de ellelange procedures.”