Eén vingerprik om snel infecties op te sporen
Bloed testen met slechts één vingerprik. Zo kunnen huisartsen sneller ernstige infecties - denk aan een hersenvliesontsteking - opsporen bij kinderen.
Drie vragen en een bloedtest. Zo kunnen huisartsen voorkomen dat ernstig zieke kinderen pas tijdens een ziekenhuisopname te horen krijgen dat ze een ernstige infectie hebben opgelopen, wat mogelijk fataal kan zijn. Tegelijkertijd kunnen zij op die manier vermijden dat minder ernstige gevallen ten onrechte worden doorverwezen. Dat blijkt uit een onderzoek bij meer dan drieduizend zieke Vlaamse kinderen door een team medici van de KU Leuven, de UGent en de University of Oxford.
Ernstige infecties, van hersenvlies- tot long- en botontstekingen, vertonen aanvankelijk symptomen die ook voorkomen bij een meer alledaagse infectie. Volgens Jan Verbakel, huisarts en postdoctoraal onderzoeker aan de KU Leuven, blijven die ernstige infecties daardoor te lang onder de radar bij huisartsen. Juist daarom gingen de onderzoekers na of sneltesten daarbij kunnen helpen.
"Het resultaat van een laboratorium laat meestal een paar dagen op zich wachten. Maar sinds kort zijn er verschillende sneltesten op de markt, waarbij je het resultaat nog tijdens de consultatie kan aflezen", legt Verbakel uit.
Concreet gaat het om de zogeheten CRP-sneltest. Die meet door middel van een vingerprik de concentratie van een bepaald eiwit in een bloeddruppel. Technisch gezien is vijf milligram van het eiwit per liter bloed een goede drempelwaarde om ernstige infecties uit te sluiten.
Hoopgevende resultaten
Al moet de huisarts voordien wel door middel van drie vragen een klinische evaluatie hebben uitgevoerd. "Heeft de huisarts het gevoel dat er iets niet pluis is, is het kind kortademig of heeft het koorts hoger dan 40 graden?", zegt Verbakel. "Als het antwoord op 1 van deze 3 vragen ja is, heeft de CRP-sneltest zin."
Geen enkele ernstige infectie werd tijdens de studie na gebruik van de sneltest gemist. Het zijn, zo stelt Verbakel, hoopgevende resultaten.
"Momenteel wordt de sneltest, waarvan het toestel zo'n 300 euro en de test zelf telkens zo'n 5 euro kost, nog nauwelijks gebruikt door huisartsen. Onze studie was een eerste stap en werd mee gefinancierd door het Riziv. Nu zal moeten worden bekeken of de kosten opwegen tegen de voordelen. Pas dan kan een eventuele terugbetaling op tafel komen."