Direct naar artikelinhoud

Superjumbo A380 moet klassieke luchtvaart meer zuurstof geven

Het zakenmodel van klassieke luchtvaartcarriers als Air France-KLM wordt van verschillende kanten aangevallen. Op de kortste afstanden zijn hogesnelheidstreinen als TGV, Eurostar of Thalys geduchte concurrenten. Op de middellange, Europese afstanden spelen de lagekostenmaatschappijen scherp op de prijs.

De klassieke maatschappijen zetten daarom almaar zwaarder in op de lange, intercontinentale vluchten, zo bleek nog uit de recente aankopen van grote vliegtuigen op de tweejaarlijkse luchtvaartshow in het Britse Farnborough-luchtvaartshow in Groot-Brittannië (DM 20/7).

Zowel Lufthansa, Air France als British Airways pakten onlangs uit met een Airbus A380, het megavliegtuig dat tot 850 passagiers kan tellen. Ze hopen erop dat het intercontinentale verkeer tussen grote vliegvelden in de komende dertig jaar wereldwijd een hoge vlucht zal nemen door de hoge groei in opkomende economieën als China, India, Rusland en Brazilië.

De A380 kan bij een vergelijkbare configuratie zowat 200 passagiers meer vervoeren dan een Boeing 747, het op een na grootste burgervliegtuig ter wereld. De A380 levert volgens Lufthansa een besparing op van 17 procent op de gebruikte kerosine per passagier.

Lufthansa, Air France en British Airways pakken in hun A380 uit met een poepsjieke passagiersklasse voor hoogstens een tiental personen, First Class. De klasse biedt nog meer luxe en comfort dan Business Class. Air France heeft zelfs een kleine kunstgalerij geïntegreerd in zijn First Class-cabine.