Direct naar artikelinhoud

Frans-Duits duel kan wereldeconomie maken of kraken

Frankrijk en Duitsland zijn het nog steeds grondig oneens over de aanpak van de eurocrisis. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) noemt die crisis 'de grootste bedreiging voor de wereldeconomie'.

De top van de 27 staats- en regeringsleiders dreigt vanavond te worden gedomineerd door geredetwist tussen de Duitse bondskanselier Angela Merkel en de nieuwe Franse president François Hollande. Na een ontmoeting met zijn Duitse collega Wolfgang Schäuble erkende de Franse minister van Financiën Pierre Moscovici gisterenavond dat er nog grote tegenstellingen bestaan. Berlijn wil niet weten van het Franse voorstel om euro-obligaties in te voeren, zolang er geen grotere vooruitgang is geboekt om het begrotingsbeleid van de eurozone te coördineren. Onder meer Nederland, Finland en Oostenrijk steunen de Duitse opstelling.

Volgens eurocommissaris Olli Rehn kan een compromis worden bereikt door een "routeplan" op te stellen voor diepere economische en politieke integratie, met een mutualisering van de schuld door euro-obligaties als een van de einddoelen.

De EU-leiders komen bijeen onder druk van sombere economische prognoses. De economie van de 17 euro-lidstaten zal volgens de OESO-voorspelling 0,1 procent krimpen, voor in 2013 een voorzichtige groei van 0,9 procent wordt opgetekend. Ter vergelijking: de economie van de VS zal dit jaar 2,4 procent groeien, en 2,6 procent in 2013. "De crisis in de eurozone blijft het enige grote negatieve risico voor de globale vooruitzichten", zei OESO-hoofdeconoom Pier Carlo Padoan gisteren. "Falen om te handelen kan leiden tot een verdieping van de Europese crisis en zorgen voor besmetting buiten de eurozone, met ernstige gevolgen voor de wereldeconomie." De OESO zegt dat begrotingsdiscipline en groei "hand in hand" moeten gaan, zoals Merkel benadrukt. Tegelijk waarschuwt ze ook voor de "nadelige effecten" van te strakke begrotingsdiscipline op korte termijn, zoals Hollande ook stelt.

Projectobligaties

OESO-hoofdeconoom Padoan verwijst ook naar recente verkiezingsresultaten in Europa: "Verkiezingen in een aantal euro-lidstaten toonden aan dat hervormingsmoeheid toeneemt en tolerantie voor besparingen een limiet hebben bereikt". "Stijgende werkloosheid en sociale ellende kunnen nadelige reacties op de markten uitlokken."

De OESO pleit voor het beter gebruik maken van de middelen die de ECB ter beschikking stelt en een kapitaalsinjectie in de Europese Investeringsbank (EIB).

Tot een grotere rol voor de EIB werd gisteren, voorafgaand aan de top, al een akkoord bereikt. Er komt een private samenwerking rond zogeheten projectobligaties. Daarmee kunnen in de EU transnationale infrastructuurwerken, op gebied van transport, energie en communicatietechnologie worden gefinancierd. Voor de periode 2012-2013 wordt 230 miljoen euro uit het EU-infrastructuurbudget opzij gezet voor de pilootfase. Volgens de Commissie zullen hiermee 4,5 miljard euro privé-investeringen worden aangetrokken. De werken moeten ook de arbeidsmarkt stimuleren. Een urgentie, want de OESO verwacht dat de gemiddelde werkloosheidsgraad hoog blijft in de eurozone: 10,8 procent dit jaar en boven 11 procent volgend jaar.

Ook de Europese noodfondsen moeten volgens de OESO worden versterkt. De vraag is of de huidige "vuurkracht" die op EU-niveau wordt verzameld voldoende zal zijn. Het Instituut voor Internationale Financiën (IIF) waarschuwt dat een nakende catastrofe in het Spaanse bankwezen de eurozone bedreigt. De verliezen van Spaanse banken zouden kunnen oplopen tot 260 miljard euro. Er zal volgens het IIF tot 76 miljard euro noodsteun nodig zijn om ze te schragen, een mogelijke vuurdoop voor het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM), het permanente noodfonds voor landen en banken.