Direct naar artikelinhoud

From hero to zero zero zero

igenlijk zou niemand het woord clenbuterol moeten kennen, behalve paardendokters en links of rechts een apotheker. Maar de trieste actualiteit noopt ons er toe het woord clenbuterol toch enigszins intelligent te bezigen, veelvuldig zelfs de laatste dagen. Zoals dat met belangrijke nieuwsfeiten gaat, volgde meteen na de veroordeling van drie-, excuseer, tweevoudig tourwinnaar Alberto Contador een vloedgolf aan reacties en opinies over de zaak.

Ik zag maandagavond Michel Wuyts de straf als 'correct' omschrijven in Het journaal, om een uur later Hans Vandeweghe vierkant het tegendeel te horen beweren in Terzake. ("Onzin!") Oscar Pereiro, een Spaans renner, spuwde zijn gal via Twitter over "de wielerbonzen die door en door rot zijn", Thor Hushovd sprak over een "sterk signaal", Eddy Merckx vond dat "Contador dit niet heeft verdiend", en ex-renner Laurent Jalabert had het dan weer over "een rechtvaardige straf". En dan heb ik nog niet eens de moed gehad om de lezersreacties op hln.be te checken. Veel wijzer ben ik dus niet geworden, maar dat is niet zo erg. Contador en zijn slager zijn over enkele weken wellicht weer vergeten.

Belangrijker is het achterliggend monstertje dat weer lelijk kwam krijsen: De Imagoschade Voor Het Wielrennen. Voor zover er nog schade toe te brengen viel, natuurlijk. Ook daarover barstten de meningen weer los. Bij voorbaat al verschoning voor de volgende zin, maar ik ga ze toch opschrijven: de koers is de Bart De Wever van de sportwereld: voer voor polemiek, en iedereen wil meedoen. Je bent voor of je bent tegen, en de discussie zal onvermoeibaar en vermoeiend zijn. Maar ze zàl er zijn, altijd en overal. En omdat ik in de zomer Sporza Tour presenteer op de radio, word ik geacht een kenner en verdediger van de wielersport te zijn, en vrolijk deel te nemen aan de discussie.

"En, nog zin in uw Tour deze zomer? Dat jij daar nog naar kijkt!" schamperde een vriend deze week. Dat kon ik nog, enigszins verwaand, wegwuiven. "Ik neem me voor: negeer de wielersport nog straler dan voorheen", was even later de spitse tweet van mijn gewaardeerde collega Koen Fillet, en toen ging ik aan het twijfelen. "Allez Koen!" wilde ik terugroepen, maar verder dan dat kwam ik niet.

Men neme, bij wijze van lukrake illustratie, de lijst van de winnaars de afgelopen jaren. Bjarne Riis, Jan Ullrich, Marco Pantani, Lance Armstrong, Floyd Landis, Alberto Contador, Carlos Sastre en Cadel Evans. Alleen bij de twee laatste namen passen tot nader order geen vraagtekens. We zwijgen over Giro en Vuelta, we zwijgen over de mindere goden uit het peloton en de talrijke lampen waartegen de laatste jaren gelopen is. Met de positieve plassen van de laatste jaren vul je een oceaan, verdomme. Elke molecule, elk atoom van een weldenkend, rationeel functionerend brein schreeuwt dan "stop!", of, prozaïscher, "hahaha!", en klasseert het wielrennen bij het grof huisvuil. Er is helaas nauwelijks nog een objectieve reden om de koers enige achting te verlenen. Elke journalistieke reflex zou moeten zijn de hele zwik overboord te kieperen en er geen aandacht meer aan te besteden! Toch?

Toch niet, zie. Enigszins schroomvallig betrap ik mezelf er op nu al geweldig uit te kijken naar de wielerlente die er weer aan zit te komen. De klassiekers! Milaan - Sanremo, Parijs-Roubaix, zelfs dat vernieuwde criterium van Oudenaarde, godbetert. En later: de Giro, de Tour, het WK! Soezen voor de televisie, wegdromen bij de radio in de tuin, het accordeonnetje van de Tourtalkshow van Karl Vannieuwkerke. Eindeloos lullen over kettingen en versnellingen. En dan de koersfiets opblinken en er trots mee op tocht gaan, me afvragend waarom niemand bewonderend kijkt. De koers, quoi. Die verbaal opgesmukte ontkenningsfase.

En straks, bij het volgende dopinggeval, krabben we ons weer collectief in haren, elkaar troostend met het feit dat "dit een goed signaal is" en dat "de meeste rotte elementen er nu toch wel uit moeten zijn". Misschien zijn er net iets te veel wielerfans onder journalisten.

Zou er een kookpunt zijn? Komt er een moment waarop iedereen foert zegt en andere oorden opzoekt? De Duitse openbare zenders hebben vorig jaar alvast beslist te stoppen met hun Touruitzendingen. Geen Tour dit jaar op ARD en ZDF. Benieuwd of het wat uithaalt, en hoelang het duurt. En of er navolging komt. Ik vermoed van niet, gelet op de wielergekte die leeft en blijft leven. Ze zullen nog eerder een perfect bevroren elfstedentocht afschaffen dan de koers van antenne te halen, schat ik. Kilometers mantel der liefde. We zien het gewoon te graag, en de centjes zullen ook hun rol spelen. Dus blijven we mee rondjes draaien, ook al klopt er allang niks meer. Ik snap dat niet. Maar ik begrijp het wel.