Direct naar artikelinhoud

'Er is een nieuw sociaal contract nodig tussen de generaties'

BRUSSEL

Het pensioendebat wordt gevoerd op het scherp van de snee. De generatiekloof wordt vergroot, klinkt het, want de vakbonden eisen verworven rechten op terwijl de jongere generatie in de kou blijft. Of is het niet zo eenzijdig? Drie prangende vragen over de pensioenhervorming.

1.

Pleegt de overheid contractbreuk?

De vakbonden maken brandhout van de pensioenplannen van minister Vincent Van Quickenborne (Open Vld). Ze zijn niet geconsulteerd, het gaat allemaal te snel, en de overheid pleegt contractbreuk met de bevolking. De bonden eisen hun 'verworven rechten' op.

"Die rechten zijn niet verworven, want onbetaalbaar", zegt Marc De Vos. "De demografische druk is te groot om het huidige systeem aanvaardbaar en betaalbaar te houden. De combinatie van de vergrijzing, de stijgende levensverwachting en de opgebouwde overheidsschuld vergt een ingrijpende hervorming. Dat de vakbonden nu protesteren was te verwachten. Hun conservatisme is de doodgraver van een systeem dat ze zeggen te verdedigen."

Professor Jos Berghman (KU Leuven), auteur van de Pensioenatlas, begrijpt dat de bonden overleg vragen. "Maar ze mogen ook niet naïef zijn. Het huidige systeem draagt de contouren nog in zich van na de Tweede Wereldoorlog. In de jaren '50 met de wet De Paepe werd de welvaartsvastheid van de pensioenen min of meer vastgelegd, maar de levensverwachting na WOI bedroeg toen amper 44 jaar. Slechts 5 procent werd 65 jaar. Nu is de levensverwachting opgelopen tot rond de 80 jaar, dus 15 jaar na de pensioenleeftijd. Dat de situatie inmiddels grondig is gewijzigd, spreekt niemand tegen. Het systeem moet dus aangepast worden aan de nieuwe context."

2.

Betaalt de huidige generatie het gelag?

Professor Marc De Vos: "De generatiekloof is een feit, want de huidige generatie mag de opgebouwde schuld betalen. Je kunt je als een duivel in een wijwatervat weren, maar die realiteit is een feit. En we zijn in België heel sterk in het ontkennen van die realiteit".

Lieveke Norga, een van de jongere vakbondsstemmen bij het ACV meent dat er geen sprake is van een generatietegenstelling. "We zijn het er allemaal over eens dat er bespaard moet worden, maar de manier waarop stoot ons tegen de borst. En dat heeft niks te maken met jong of oud. Uiteraard worden de jongeren zich bewuster van de pensioenproblematiek, en allicht groeien hier en daar wat tegenstellingen over de aanpak. Maar binnen de vakbond zelf zien wij geen tegenstelling. Als je aan die jongeren kan uitleggen dat hun pensioen ook betaalbaar blijft indien vermogenden meer bijdragen dan begrijpen ze onze houding."

Professor Berghman ziet evenmin een generatieconflict. "Die herverdeling tussen generaties is er altijd geweest. Wat betekent dat de huidige actieven een deel van hun loon afgeroomd zien, om de gepensioneerden te kunnen betalen en te laten consumeren. En de huidige actieve generatie draagt af, zodat ze later zelf ook een pensioen hebben, en kunnen consumeren."

3. Gaat de hervorming ver genoeg?

Het spijtige aan de huidige hervorming is dat het eenzijdig focust op het budgettaire maar geen globale oplossing biedt, heet het bij diverse waarnemers. Ook professor Berghman noemt de voornaamste verdienste van het pensioenplan dat het er is. "Het is beter dan niks, want het debat is jarenlang niet gevoerd. Maar tegelijk is wat er ligt onvoldoende."

Marc De Vos spreekt van een gemiste kans. "Het is enerzijds ironisch om te horen dat het allemaal te snel gaat nu, maar anderzijds hebben de bonden een punt dat de snelheid waarmee dit loodgieterswerk door het parlement wordt gesluisd vragen oproept". Voor De Vos ontbreekt het aan een duidelijke visie op het ganse arbeidsmarktbeleid, waarvan de pensioenen een onderdeel zijn. "Het verhaal dat nu gebracht wordt is negatief. Men houdt vast aan cijferfetisjisme, zoals de pensioenleeftijd, zonder de actieve loopbaan in rekening te brengen. Ook het verhaal van langer werken klinkt goed, maar ik mis het arbeidsmarktbeleid om 50-plussers langer aan de slag te houden. Nu creëert men de illusie dat we even door een dipje gaan, en door die aanpassingen het pensioenstelsel hebben gered. Niks is minder waar. Dit is een eenzijdige budgettaire maatregel, zonder bredere omkadering. Zo geef je natuurlijk voedsel aan proteststemmen. Wat nodig is, is een nieuw sociaal contract tussen de verschillende generaties. Waarbij langer werken wordt beloond en waarbij alle sociale partners hun rol opnemen. Het conservatisme van de vakbonden en werkgevers is een probleem. Het sociaal overleg is comateus, en er worden geen strategische keuzes gemaakt."