Direct naar artikelinhoud

'We zullen de dood van Oulematou nooit accepteren. Maar geef ons gerechtigheid'

Mamacina probeert te begrijpen waarom haar dochter werd vermoord. Fatoumata wil gerechtigheid voor haar nicht. De ooms houden hun woede in toom. De afgelopen week werd de familie van Oulematou Niangadou in de rechtszaal geslingerd tussen boosheid, onbegrip en intens verdriet. 'Al onze hoop ligt hier, bij dit proces. Komt er geen gerechtigheid, dan gaan we helemaal kapot.' Door Ayfer Erkul

De pot schaft kip met gebakken banaan vanavond. Als de drie mannen binnenkomen, hebben vrouwen en kinderen al gegeten. De zitting duurde tot zeven uur en ze hebben honger. Een grote schotel wordt midden op tafel gezet voor Modibo Demba, Modibo Niangadou en Amadou Niangadou. Op de achtergrond staat de tv luid. Er wordt gezapt van nieuws naar nieuws om alles over het proces mee te hebben. "Narcissisme ou autisme", kwettert een reporter van RTL-TVi.

Zo gaat het iedere avond sinds het proces maandag begon. Het huis in de Luchtbal, een sociale woonwijk in Antwerpen, zit overvol. Oulematous moeder Mamacina, haar zusje en haar dochtertje logeren sinds ze uit Mali overkwamen bij de familie van Modibo Demba en zijn vrouw Fatoumata. De twee broers van het vermoorde kindermeisje zitten op hotel, niet ver van het justitiepaleis.

Om het half uur gaat de deurbel en komt een kennis de moeder van Oulematou, die voor het eerst in België is, condoleren met haar verlies. Druk uitgedoste Afrikaanse vrouwen gaan zwijgend naast Mamacina zitten in de kleine huiskamer.

Vandaag, donderdag, zijn Mamacina en Fatoumata Niangadou, de tante van Oulematou, niet in de rechtbank geweest. De spijtbetuiging van Hans Van Themsche, de foto van de dode Oulematou, de massa in de rechtszaal: de eerste drie dagen waren zwaar geweest.

Vandaag hebben ze gemist dat Vic Van Aelst ontslagen werd als advocaat van Songül Koç en dat de toerekeningsvatbaarheid van Hans Van Themsche in vraag werd gesteld. "Het racisme in deze zaak is naar mijn mening altijd fel overdreven geweest", had Vic Van Aelst gezegd in TerZake. Als de man in beeld komt bij zijn vertrek uit het justitiepaleis, wordt het volume van de tv enkele streepjes hoger gezet. "Mais qu'est-ce qu'il dit là?", klinkt het verontwaardigd.

Dan komt Modibo Niangadou, de oom van Oulematou, in beeld. "Geen racisme", zegt hij boos in de camera. "Het is toch duidelijk dat hij alleen heeft gemikt op vreemdelingen. Ik snap die advocaat niet." Instemmend gemompel in de kamer. "Bien parlé, Modibo", roept Fatoumata.

"Ik wil nu, hier, zeker zeggen dat ik walg van hoe ik toen heb gehandeld. Het spijt me", sloeg Hans Van Themsche mea culpa op de eerste zittingsdag. De familie van Oulematou luisterde maar geloofde niet. Een knap staaltje komedie, vond ze. Een acteur had het niet beter kunnen doen. Vier dagen later is hun mening niet veranderd. "De excuses kwamen niet uit zijn hart", zegt Fatoumata.

Mamacina zag die dag voor het eerst de man die haar dochter doodschoot en vroeg zich af waarom. "Ik keek naar hem en probeerde te zien waarom hij mijn dochter had uitgekozen", zegt ze stil. "Waarom mijn Oulematou? Ik keek en zag het antwoord niet. De dingen die hij zei, drongen niet tot mij door."

Racisme, had de familie gezegd toen Oulematou pas dood was. Oulematou werd doodgeschoten omdat ze Afrikaanse was. Mamacina begreep het niet. Racisme is iets waar je in België nu eenmaal mee wordt geconfronteerd, hadden ze nog proberen uit te leggen. Haar schoonbroer vertelde haar over de vuile blikken die hij toegeworpen kreeg. Fatoumata over de keer dat de bus haar gewoon voorbijreed terwijl ze teken had gedaan dat ze mee wilde. De chauffeur had haar gezien. "Weet je, het is zo moeilijk uit te leggen wat racisme is aan iemand die haar hele leven in Mali heeft gewoond", zegt Modibo Niangadou, die van Mali naar Equatoriaal-Guinea verhuisde. "Ik ben zakenman en reis de wereld rond. Ik ben het gewoon dat niemand met mij in dezelfde lift wil stappen. Maar voor iemand als mijn zus is zoiets niet denkbaar."

Mamacina had ongelovig gekeken bij die verhalen. "En vermoorden ze dan ook mensen om hun huidskleur?", had ze gevraagd. "Omdat ze de zwarten niet willen?"

Mamacina is een schim van haar vroegere zelf. Achtendertig jaar is de vrouw, maar ze ziet er vijftig uit. Ze staart voor zich uit, zegt amper iets en trekt zich weg in een hoekje van de zetel. "Ze is volledig getraumatiseerd", fluistert Fatoumata later over haar zus. "Het verdriet verteert haar. Je moet haar provoceren, anders blijft ze de hele dag in die zetel zitten. Ze heeft nergens zin meer in. Sinds haar dochter dood is, heeft ze alle levensvreugde verloren. We hebben haar met veel moeite overtuigd om naar België te komen. Ze wil niet naar de rechtszaal. Iedere dag moeten we haar overreden om mee te gaan, in de hoop dat de confrontatie haar goed zal doen."

Die eerste dag was tot nu toe ook de moeilijkste voor Modibo Demba, de aangetrouwde oom van Oulematou en echtgenoot van Fatoumata. "Toen hij binnenkwam, wilde ik hem naar de keel vliegen", vertelt hij. "Ik was woest. Gelukkig ben ik zo verstandig geweest dat niet te doen. De rechter zou me buitengegooid hebben. Ik ben nog altijd boos. Ik vind geen woorden om de omvang van mijn woede te beschrijven. Eerst zegt hij dat hij spijt heeft, dan blijkt dat hij in de gevangenis lustig gewelddadige spelletjes speelde. Spijt? Mon oeil."

Ze proberen sereen te blijven, de Demba's en de Niangadous. "Heel vaak heb ik willen opstaan en roepen dat hij loog", zegt Modibo Niangadou. "Maar we houden ons kalm. We verlagen ons niet tot zijn niveau. Een Malinees spreekwoord zegt: als een ezel je stoot en je slaat terug, dan is de ezel op dat moment beter dan jij."

Mamacina spreekt Nederlands noch Frans. In allerijl werd voor het proces een tolk Bambara gezocht. Er werd er een gevonden in Brussel, een Franstalige. Die vertaalt de vertaling van de tolk Nederlands-Frans, die er is voor de rest van de familie. Ingewikkeld.

Maar voor de foto's was geen vertaling nodig. Die spraken voor zich. Mamacina en Fatoumata schreeuwden het uit toen op de tweede procesdag de neergeschoten Oulematou en Luna groot geprojecteerd werden in de zaal. Daar lagen ze, badend in het bloed. De twee vrouwen renden naar buiten. "We wisten dat er foto's zouden zijn, daarvoor waren we gewaarschuwd", zegt Fatoumata, twee dagen na het voorval. Ze veegt ongeduldig een traan weg. "Ik dacht dat ik het wel zou aankunnen. Maar die ene foto die we gezien hebben, was zo gruwelijk, zo gewelddadig."

Mamacina: "In mijn gedachten is Oulematou nog levend, vrolijk en lachend. Die foto..." Ze zwijgt even. Dan, aarzelend: "Als je iemand zo dierbaar verliest, doet je hele hart pijn. Je voelt je zo onmachtig. Zo voelde ik mij toen ik die foto zag: ik had daar willen zijn, haar willen helpen."

Bassou en Aissita, het dochtertje en het zusje van Oulematou, rennen giechelend rond in de woonkamer; de kralen in hun haren bewegen vrolijk mee. "Ze vraagt nog zo vaak naar haar moeder", zegt Mamacina. "Ze heeft nachtmerries en huilbuien. Ik moet haar dan telkens kalmeren."

De deurbel gaat en even later stapt een zoveelste bezoeker binnen. "Syndroom van Asperger, wat is dat?", veert Fatoumata plotseling recht. Op ATV geeft een psychotherapeut uitleg over de aandoening. "Willen ze zeggen dat hij ziek is in zijn hoofd? Dat hij niet wist wat hij deed?"

Fatoumata is bang, zegt ze. Bang dat het de verkeerde kant op gaat in het proces. "Voor het proces begon, was iedereen het erover eens dat hij een racistische moordenaar was. Nu wordt daaraan getwijfeld. Niet alleen door zijn advocaten, maar ook door de advocaat van Songül. Maar de beklaagde heeft dat zelf gezegd. Hij heeft zelf gezegd dat hij migranten wilde doden. Hij kwam zoveel mensen tegen, maar schoot toevallig op vreemdelingen? Dat gelooft toch niemand?"

Fatoumata slaapt sinds de dood van Oulematou nog amper. Het schuldgevoel dat ze had over de dood van haar nicht is nog niet verdwenen. Zij had Oulematou ervan overtuigd naar België te komen, zodat ze wat geld kon verdienen voor de familie in Mali. "Iedere nacht worstel ik ermee, iedere ochtend moet ik mij herpakken voor mijn kinderen. Ze zijn hier geboren, ze kennen Mali niet. België is hun vaderland. Maar nu zijn ze bang in hun eigen land. Mijn oudste dochter is zeventien. Ze durft amper nog op straat te komen en kijkt voortdurend over haar schouder of iemand haar volgt. Op de eerste dag van het proces is ze mee geweest. Ze wilde niet, maar wij hebben haar gedwongen. Ze moest zien dat de beklaagde niet de duivel was, maar een mens."

Ze staart even zwijgend naar de televisie. Iemand heeft het kanaal veranderd naar de Malinese staatszender ORTM, waar de dood van een griot (een traditionele lofzanger in West-Afrika) wordt betreurd. Plotseling zegt Fatoumata, ongewoon fel en met trillende stem: "Er moet gerechtigheid geschieden. Hoor je me? Voor ons, voor de ouders van Luna, voor Songül. We zullen Oulematous dood nooit kunnen accepteren, mijn zus is voor de rest van haar leven getekend. Maar als er geen gerechtigheid komt, dan gaan we helemaal kapot. We hebben al onze hoop op dit proces gezet. Alle hoop."

Ik keek naar hem en probeerde te zien waarom hij mijn dochter had uitgekozen. Ik keek en zag het antwoord nietOom Modibo Niangadou:

Het is zo moeilijk uit te leggen wat racisme is aan iemand die haar hele leven in Mali heeft gewoond

Tante Fatoumata:

Mijn dochter is hier geboren, maar durft nog amper de straat op. Ik heb ze gedwongen naar het proces te gaan. Ze moest zien dat hij niet de duivel is, maar een mens