Direct naar artikelinhoud

Eindstrijd Aleppo nog niet in zicht

De 'moeder van alle gevechten' speelt zich af in Aleppo. Misschien denkt Assad dat hij met Russische steun eindelijk de begeerde stad op de rebellen kan heroveren, maar hij heeft te weinig soldaten. Zo duurt het geweld voort.

Het is juli 2012 en de Syrische opstand is in volle gang als mannen in witte gewaden opdoemen in de arme wijken van Oost-Aleppo. De strijders, afkomstig uit dorpen rondom de stad, zijn tegen het regime van de Syrische president Bashar al-Assad.

Verzet tegen het regime, dat zien de arbeiders van Oost-Aleppo wel zitten. Assad is immers de man van de andere kant van de stad, het rijke westen van Aleppo, dan nog het commerciële hart van de natie.

Maar de bewoners zien ook problemen met hun nieuwe bestuurders, vertellen ze persbureau Reuters. Door het plotselinge beleg van de strijders in het wit - zelf zeer religieus - valt uitgerekend de islamitische vastenmaand ramadan in duigen. En dan, in een poging de nieuwe oppositie te breken, valt in Aleppo de eerste vatenbom van Assad.

Vier jaar later vormt Oost-Aleppo de belangrijkste brandhaard in de voortwoekerende Syrische burgeroorlog. Dit weekend bombardeerde het leger van Assad onophoudelijk de oostelijke wijken, om de lang geleden gearriveerde rebellen eindelijk tot overgave te dwingen.

Rompstaat

Zoals de Amerikaanse topdiplomaat Samantha Power zondag zei tijdens een spoedvergadering van de VN: "Het is apocalyptisch wat er wordt aangericht in Oost-Aleppo." Is de apocalyps - de eindstrijd - voor de stad inderdaad gekomen?

Welnee. De eindstrijd om Aleppo sleept zich al jaren voort. Al vlak na de komst van de rebellen in de zomer van 2012 kondigt de krant Al Watan (Het Vaderland) aan dat het leger van Assad zich in Aleppo opmaakt voor 'de moeder van alle gevechten'.

De strijd om Aleppo zou een korte, snelle oorlog worden, waarna Syrië onder Assad zou herrijzen. Voor de Syrische president is het veroveren van Aleppo cruciaal om zijn positie te behouden. Geheel Syrië - het door terreurgroep IS bezette oosten, het door de Koerden ingenomen noorden - zal Assad nooit meer in handen krijgen. Waar hij voor vecht, is een 'rompstaat' met alle belangrijke Syrische steden: Latakia, Homs, Hama, Damascus, Aleppo.

Op de kaart ziet dat er haalbaar uit. Een recente plattegrond van het Britse ministerie van Defensie laat zien: het oppositiedeel van Aleppo is alleen maar een piepklein maantje ten oosten van de stad, omsingeld door het regeringsleger. In de oppositiewijken wonen naar schatting slechts 250.000 burgers, tegenover wel 1,5 miljoen in het westelijke regeringsdeel.

Maar de realiteit is weerbarstiger. Dat blijkt uit de bombardementen die gevechtspiloten van Assad dit weekend - mogelijk met Russische hulp - uitvoerden boven Aleppo, volgens de VN mogelijk met bommen die kunnen penetreren in de schuilkelders.

Hoeveel slachtoffers deze projectielen ook maken, ze tonen paradoxaal genoeg ook de militaire onmacht van Assad. Hij voert de slag om Aleppo noodgedwongen vanuit de lucht omdat hij geen manschappen heeft voor een straatgevecht in de oostelijke stadswijken.

In het begin van de Syrische burgeroorlog had Assad naar schatting nog 325.000 soldaten tot zijn beschikking. Door dood en desertie zijn dat er nu waarschijnlijk veel minder. De militairen die hij nog heeft, zijn mogelijk niet erg bereid om hun leven te wagen voor de slag om Aleppo.

Aleppo, aan beide zijden van de frontlijn, heeft namelijk een grotendeels soennitische bevolking. In het sektarisch verdeelde Syrië is dat een militair probleem voor Assad, die behoort tot de alawitische minderheid, stelt het Washington Institute for Near East Policy. De stad behoort niet tot het alawitische 'hartland' van zijn leger.

Maar de strijders in het oosten vormen een serieuze tegenstand. Vorige maand leken zij zelfs nog even aan de winnende hand: ze slaagden erin om een cruciale toegangsweg te veroveren, evenals de roemruchte Artillerie Academie in regimegebied. Sinds een bloedbad in 1979 staat deze kazerne symbool voor alle keren dat het gezag van de familie Assad wankelde in Aleppo.

Maar de rebellen zijn niet sterk genoeg om Aleppo geheel te veroveren, net zo min als het leger van Assad. De vlag waaronder de rebellen opereren, het Vrije Syrische leger, is de afgelopen tijd verder verzwakt en geradicaliseerd.

'Zwaar gestrafte stad'

Wat het Westen ziet als 'gematigde oppositie' in Aleppo, zijn trouwens eigenlijk 'terroristen', stelt de regering van Assad. Aanvankelijk was dat alleen propaganda, maar naarmate de oorlog voortduurt, krijgen deze woorden een kern van waarheid.

Het voormalige Nusra-front, sinds augustus het Leger voor de Verovering van Al Sham geheten, is een van de weinige groeperingen die erin slagen enige orde te handhaven in belegerd Oost-Aleppo. Steeds meer 'gematigde' rebellen sluiten zich erbij aan. Internationaal geldt het voormalige Nusra-front als een terreurorganisatie, gelieerd aan Al Qaida.

Zoals de Syrische schrijver Khaled Kalifa het verwoordt: "Aleppo is een zwaar gestrafte stad." De inwoners in het oosten kunnen nergens heen. Vluchtroutes die het regime van Assad deze zomer opende - in de hoop dat zonder inwoners de stad platgebombardeerd kon worden - werden door de oppositie gelijk omgedoopt tot 'dodengangen'. De rebellen verhinderden hun bevolking vervolgens te vertrekken.

De internationale gemeenschap spreekt schande van de situatie in Aleppo. Maar zoals dit weekend weer bleek: militair ingrijpen is er niet bij. Na desastreus verlopen westerse interventies in andere Arabische dictaturen - Libië, Irak - ontbreekt daarvoor de durf. En zo duurt de eindstrijd in Aleppo nu al ruim vier jaar voort.