Direct naar artikelinhoud

Veiligheidssysteem van NMBS is één groot kluwen, klagen spoorvakbondenBestuurder die door rood rijdt krijgt geen enkel alarmsignaal

‘Als een treinbestuurder door het groen rijdt, hoort hij een belletje rinkelen. Rijdt hij door de gele lichten een fluitsignaal. Maar negeert hij een rood seinlicht, gebeurt er niets. Da’s het zotte van het systeem’, zegt vakbondsman Jos Digneffe (ACOD). ‘Dat er niet meer ongevallen gebeuren, bewijst volgens mij de kwaliteit van de Belgische treinbestuurder.’

Buizingenl Maar ook al had men de treinbestuurder van de fatale trein uit Leuven willen verwittigen, dan nog had de verkeerscontrole van de spoorwegen nooit op tijd kunnen ingrijpen. ‘Alle reacties komen te laat omwille van de korte afstand tussen het rood seinlicht en de wissel waar de treinen zijn gecrasht’, zegt een dienstleider van de verkeerscontrole van Infrabel in Brussel.

Volgens verschillende bronnen zou de trein die uit Leuven richting ‘s Gravenbrakel reed, een rood seinlicht hebben genegeerd, met de fatale crash tot gevolg. De trein vertrok om 8.26 uur aan het perron van Buizingen en om 8.28 uur was er de dodelijke crash. Ongeveer 350 meter na het perron stond het rood sein. Ongeveer 780 meter daarna lag de wissel waar de trein in de flank van de stoptrein uit Quiévrain reed. De treinbestuurder zou vlak voor de wissel nog aan de noodrem hebben getrokken om dan uit de stuurcabine in de eerste wagon te vluchten en de ramp - weliswaar zwaargewond - te overleven.Wat gebeurt er allemaal als de treinbestuurder een rood licht negeert? Elk rood seinlicht wordt voorafgegaan door een sein waar twee gele lichten branden. “Wanneer de trein de gele lichten passeert, weerklinkt een fluitsignaal of gaat een lampje branden in de stuurcabine en moet de bestuurder dat beantwoorden”, legt OVS-vakbondsman Luc Pauwels uit, zelf jarenlang treinbestuurder. “Daarmee bevestigt dat hij de gele lichten heeft gezien en weet dat hij moet stoppen aan het volgende sein. Doet hij dat niet, komt de trein automatisch tot stilstand.” Het systeem werkt met de zogenaamde ‘krokodil’, een metalen strip op de sporen. Aan de trein hangt een borstel die over de ‘krokodil’ wrijft. Zo wordt een signaal naar de cabine gestuurd. Als de bestuurder door het rood rijdt, gaat er geen alarm meer af. “Neen, want men gaat er vanuit dat hij gestopt is omdat hij bij de gele lichten al heeft bevestigd: ik moet stoppen”, legt Pauwels uit.Klein probleempje. In Buizingen staat er tussen de gele lichten en het rode seinlicht een perron. En de stoptrein Leuven - ‘s Gravensbrakel moest daar halt houden. “Eerst kreeg de bestuurder het fluitsignaal bij de gele lichten”, aldus Luc Pauwels. “Dan moest hij een minuut stoppen om passagiers in en uit de trein te laten. En dan reed hij richting rood seinlicht, dat hij mogelijk niet heeft gezien. Mogelijk heeft hij onbewust gedacht: na de gele lichten ben ik al gestopt - aan het perron - dus mag ik nu doorrijden.” Aan het perron is er geen extra rood licht om de treinbestuurder er aan te herinneren dat hij wordt verondersteld te stoppen voor de wissel om de andere trein door te laten. “Soms is er wél zo’n seinherhaling achter het perron, maar niet in Buizingen”, aldus Pauwels. Maar wat dan? De trein rijdt door een rood licht, de bestuurder wordt niet gealarmeerd. Kan de verkeerscontrole dan ingrijpen? “Om te beginnen kunnen wij zelf niet zien wanneer er een trein door een rood seinlicht rijdt”, legt een dienstleider van ‘Traffic control’ uit. “Dat gebeurt in het seinhuis. Als zij dat zien, slaan zij bij ons alarm via de telefoon. Wij hebben dan drie mogelijkheden. Ten eerste kunnen we een ‘algemeen alarm’ slaan, zodat alle bestuurders in hun cabine worden verwittigd. Ten tweede kunnen we bellen met de dienst ‘verdeler tractiestroom’ om de stroom op in die zone uit te schakelen. En we kunnen de bestuurder nog via gsm proberen bellen om onheil te voorkomen.” Naar alle waarschijnlijkheid is dat niet gebeurd. “Maar daarvoor was er helemaal niet genoeg tijd. In minder dan twee minuten tussen perron en crash kunnen wij niet reageren”, aldus de dienstleider. De besturingssystemen vertonen wel vaker storingen. “Ik ben eens op één dag door drie rode seinen gereden”, zegt treinbestuurder Kris (38). “Er schortte iets aan de spoorstroomkringen, detectietoestellen die de de trein lokaliseren. Pas na de derde keer kreeg ik bevel binnen te rijden voor herstellingen.” Niet elke storing geeft overigens meteen aanleiding tot een technische interventie. “Er zijn vaak storingen. Je kan je wel inbeelden dat die borstels die de ‘krokodil’ moeten raken, snel afslijten. Pas na drie storingen in één rit moet de trein binnen voor herstellingen. Trouwens, als je als treinbestuurder ‘s morgens de technische controle doet van de trein en je ziet dat de besturingshulpuitrusting niet werkt, moet je er toch mee vertrekken. Dat geldt ook voor dat nieuwe systeem TBL1+ waar iedereen zo veel van verwacht.”