Direct naar artikelinhoud

Politici? Vertrouw ze niet, mijnheer

Mensen wantrouwen leiders en politici. Hoogleraar Paul van Lange onderzocht waarom. 'We denken steeds: better safe than sorry.'

Stap café Sportwereld binnen in uw thuisdorp, begin over politiek en binnen tien minuten volgt de zin: "Die politici zijn alleen met zichzelf bezig mijnheer, allemaal zakkenvullers, dat zijn het." Het volk wantrouwt zijn eigen vertegenwoordigers. De kloof tussen de Dorpstraat en de Wetstraat, weet u wel. Kijk naar wat er nu gebeurt met de uitgelekte besparingsplannen van Bourgeois I. Iedereen vreest het ergste.

De verklaring daarvoor? Die probeert Paul van Lange (Vrije Universiteit Amsterdam) samen met zijn collega Jan-Willem van Prooijen te geven in het boek Power, Politics and Paranoia.

Het wantrouwen dat mensen hebben tegenover politici, advocaten, leraren is heel diepgeworteld, zegt Van Lange. "Iedereen voelt zich kwetsbaar tegenover diegene die macht over hem of haar kan uitoefenen. Zeker als het om leiders gaat die je niet goed kent." De burgemeester die kermissen afschuimt wordt sneller vertrouwd dan de minister die je alleen van tv kent.

Puur objectief gezien is dat vaak onterecht. We overdrijven. Onderzoek leert dat we politici consequent een beetje te laag inschatten. "Maar dat is best begrijpelijk als je van iemand afhankelijk bent. Mensen denken dan al snel: better safe than sorry, we blijven maar beter waakzaam. De media spelen hier ook een rol in door hun focus op het negatieve nieuws, vooral bij leiders."

Volgens Van Lange blijft de kloof tussen het volk en de politiek daarom bestaan. En nee, die zal dus overmorgen niet plots verdwijnen.

Je zou kunnen zeggen: et alors? Hoge bomen vangen veel wind. Maar daar is Van Lange het niet mee eens. Politici hebben vertrouwen écht nodig om leiding te geven. Hoe kan je anders beslissingen nemen?

"Politici moeten een draagvlak hebben. Zonder ruggensteun van je volk kun je gewoonweg niet besturen." Van Lange haalt Brazilië aan, een land waar het vertrouwen in de politieke klasse tegen het nulpunt aan zit. "Brazilië is een van de BRIC-landen, maar het land lijkt economisch wat te stagneren. Ze volgen niet in de hoge vlucht der volkeren, en dat heeft ook te maken met het wantrouwen ten aanzien van de politiek."

Onvoorspelbaar

Wat kunnen de politici zelf doen? Eerst en vooral het goede voorbeeld geven en geen stommiteiten begaan. Maar Van Lange vindt dat politici zich vooral ook moeten tonen van hun andere kant. Denk aan het optreden van Bart De Wever in de televisiequiz De slimste mens ter wereld. De N-VA'er toonde voor de camera: ik ben zoals jullie, ik maak ook eens graag een mop. "De Wever kreeg er de tijd en ruimte om een beeld van zichzelf te geven. Mensen willen weten wie hun leiders zijn. Hoe ze zich gedragen, wat ze van hen kunnen verwachten, zodat ze niet verrast worden."

Voorspelbaarheid is een sleutelwoord. Opnieuw een Belgisch voorbeeld: Herman Van Rompuy (CD&V) mag dan misschien niet overlopen van charisme, elke Vlaming zou hem wel gerust zijn portefeuille toevertrouwen. "Zet daar de Amerikaanse president Barack Obama tegenover. Die werd verkozen met de boodschap 'Yes we can'. Maar een paar maanden later bleek al dat hij een aantal beloftes, hoe impliciet ook, niet kon waarmaken. En het vertrouwen van de bevolking daalde meteen." Is Obama dan te grootsprakerig geweest? Niet per se, vindt Van Lange. "Want hoe kun je voorspelbaar zijn als de toekomst per definitie onvoorspelbaar is?"

Politici hebben het niet gemakkelijk, besluit Van Lange. "Je krijgt wel respect voor hun werk wanneer je begrijpt hoeveel moeilijke evenwichten ze moeten vinden. Wie geen beloftes doet, raakt niet verkozen. Maar wie te grote beloftes doet, dreigt daarop afgerekend te worden. En dan vergeten we nog even de concurrentie: die laten geen kans voorbij gaan om hun tegenstanders in een slecht daglicht te stellen."

Paul van Lange en Jan-Willem van Prooijen. Power, Politics and Paranoia: Why People are Suspicious of Their Leaders. Cambridge University Press. 322 p.