Direct naar artikelinhoud

'Het is vechten om technisch talent te kunnen binnenhalen'

Ook al loert een economische crisis steeds nadrukkelijker om de hoek, toch blijft het aantal openstaande vacatures op de Vlaamse arbeidsmarkt stijgen. Vooral geschoold technisch personeel is tegenwoordig schaarser dan ooit. Thomas Verstraeten, die als CEO van Televic hoogtechnologische communicatiesystemen ontwikkelt, kan er over meepraten. Zijn chronisch gebrek aan ingenieurs doet hem steeds nadrukkelijker naar het buitenland lonken. En hij is niet alleen. 'Maak je geen enkele illusie, als er niets verandert gaan steeds meer bedrijven hun heil in het buitenland zoeken.'

Door Pieter Dumon

Een anoniem bedrijventerrein in het West-Vlaamse Izegem. Thuisbasis van Televic, een wereldspeler op het gebied van communicatiesystemen. "Het halfrond van het Europees parlement, de hogesnelheidstreinen die Europa doorkruisen, alle universitaire ziekenhuizen van het land, ze hebben stuk voor stuk technologie van Televic in huis", vertelt Verstraeten. Zijn bedrijf is een succesverhaal. Tien jaar geleden vooral op de thuismarkt gericht, nu een internationaal bedrijf met 500 man personeel, een jaaromzet van 50 miljoen euro en vestigingen in China, Bulgarije, India, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.

En toch heeft Verstraeten kopzorgen. Minstens vijf, liefst tien nieuwe, hoogopgeleide ingenieurs heeft hij nodig, maar de vacatures raken niet ingevuld. En Verstraeten is niet de enige. Meer dan 300.000 vacatures tekende de VDAB de voorbije twaalf maanden op. Ruim 23 procent meer dan het jaar voordien. En het wordt nog erger. Tegen 2015 zullen er in Vlaanderen 770.000 openstaande vacatures zijn, berekende Luc Sels, decaan van de faculteit economie van de KUL.

Naar een verklaring moet Verstraeten niet lang zoeken. "De markt schreeuwt om technisch personeel maar dat is er gewoon niet. Jongeren kiezen niet voor technische richtingen. De studenten pol & soc passen in Leuven niet meer in één aula, maar naar burgerlijk of industrieel ingenieurs, de mensen die wij nodig hebben, is het met een vergrootglas zoeken."

Een gevolg van het negatieve imago dat de industriële sector nog steeds met zich meesleept, denkt Verstraeten. "Veel mensen denken bij industrie nog steeds aan vuile, oude gebouwen met weinig flexibele werkomstandigheden en een vrouwonvriendelijk klimaat. Dat is al lang verleden tijd, maar toch blijven die technische richtingen met vooroordelen kampen. Onterecht, want wie nu voor zo'n richting kiest heeft bij zijn afstuderen de goedbetaalde jobs voor het uitkiezen. Er wordt echt gevochten om talent."

Nichemarkt

Daarom wachten ze bij Televic niet tot de mensen die ze zoeken hun diploma effectief op zak hebben. "We zetten samenwerkingen met universiteiten en hogescholen op. Dat helpt ons niet alleen vooruit op het vlak van innovatie, via stages en uitwisselingen kunnen we studenten ook laten zien dat het hier aangenaam werken is. Wij zijn nu eenmaal geen Philips of Siemens. Omdat we voor een nichemarkt werken klinkt onze naam minder bekend in de oren, maar de jobs die we aanbieden zijn zeker even uitdagend en innoverend als bij die grote, meer bekende bedrijven."

Om het personeelsbestand op peil te houden gaat Televic de grens over. "Wij rekruteren steeds vaker in Noord-Frankrijk. Daar vind je makkelijker hoogopgeleide mensen met een technisch profiel. Afstand is geen probleem. Wie vanuit Gent naar Izegem pendelt, is even lang onderweg als wie dat vanuit Rijsel doet."

Buitenland

Maar Verstraeten kijkt ook verder dan Frankrijk. "We produceren nu al in China en Bulgarije. In die laatste vestiging beperkt de activiteit zich voorlopig voor het grootste deel tot de productie van de producten die we hier, in Izegem, ontwikkelen. Maar als het vinden van mensen met het juiste profiel de komende jaren even moeizaam blijft verlopen, komt daar hoogstwaarschijnlijk verandering in."

In het buitenland gaat personeel vinden niet alleen een stuk makkelijker, datzelfde personeel is er ook goedkoper en bovendien helpt zo'n buitenlandse vestiging ook bij het leren kennen en veroveren van die buitenlandse markt. "Logisch dus dat steeds meer Belgische bedrijven die piste onderzoeken", vindt Verstraeten. Al wil hij ook niet te pessimistisch klinken. "We merken wel een mentaliteitswijziging, alleen zet die zich niet snel genoeg door."

En daar ziet Verstraeten een rol voor de overheid. "Het mag dan wel democratisch zijn om mensen zelf te laten kiezen wat ze willen studeren, de vraag is hoever je dat moet doortrekken. Als bepaalde richtingen te veel studenten lokken, die daardoor heel moeilijk aan de bak raken op de arbeidsmarkt, moet je dan niet meer gaan reguleren? Je investeert eerst in de opleiding van die mensen om ze daarna ook nog te onderhouden wanneer ze niet meteen aan het werk kunnen. De maatschappelijke kost daarvan is enorm. Dat moet toch beter kunnen?"