Direct naar artikelinhoud

Straatwaarde

Pleintjesvoetballers zijn anders dan gewone voetballers: ze spelen op gevoel en doen altijd hun goesting. In de documentaire De pleintjes keren we samen met vier getalenteerde voetballers terug naar waar het voor hen begon.

Filmen met Matthias Schoenaerts: veel regisseurs zouden er tegenwoordig een arm of een hele grote zak geld veil voor hebben, maar het jonge productiehuis nummer10 wist hem te strikken met iets veel leukers dan geld: een voetbal en een pleintje. Want voor zijn acteertalent hem richting Amerika katapulteerde, leek de voetbalgekke Schoenaerts, een begenadigde linksbuiten, op weg naar een professionele voetbalcarrière. Alleen was Schoenaerts geen gewone voetballer, maar een pleintjesvoetballer. En omdat Schoenaerts geen zin had in het contract dat Beerschot hem aanbood, tekende hij niet en ging hij gewoon voor zijn plezier op het laagste niveau voetballen.

Schoenaerts is overigens maar één van de sterren die in de documentaire over het voetballeven op en rond de Antwerpse pleintjes komt vertellen: Tottenham-vedette Moussa Dembélé keerde terug naar 'zijn' Bisthovenplein, en geeft toe dat hij daar vroeger lang niet eens de beste voetballer was - hij trainde thuis extra bij om mee te kunnen. Zijn collega-Rode Duivel Radja Nainggolan (AS Roma) en diens tweelingzus Riana (FC Antwerp Ladies) vertellen over opgroeien in de blokken van de Linkeroever: niks hebben, vervolgens ook nog hun moeder verliezen aan kanker, en alleen voetbal overhouden als uitlaatklep. En zaalvoetbalicoon Karim Bachar vertelt hoe hij, al voetballend op een pleintje, kennismaakte met het rauwe, schokkende racisme uit de hoogdagen van het Vlaams Blok: "'Makakken, ga terug naar uw land', hoorden we. En we geloofden toen dat we misschien écht weg zouden moeten."

Bachar is gelukkig gebleven, was jarenlang de ster van de Rode Duivels zaalvoetbal en is ondertussen een held en mentor voor honderden Antwerpse straatvoetballertjes: van den Bleek (in Borgerhout) en het Bisthovenplein tot de Luchtbal, Linkeroever en het Turks Plein.

Evert Winkelmans (regie-scenario): "Voor we aan deze documentaire begonnen, wisten we wel dat het pleintjesvoetbal bestond, maar we hadden totaal geen idee dat het zo groot was, en dat het er zo hard aan toe ging. Als ik zie hoe het in Antwerpen leeft, denk ik: dju, jammer dat ik dat in mijn jeugd niet had. Ja, wij hadden ook wel een pleintje aan de kerk, maar we hadden geen community."

Maarten Verdoodt (regie-scenario): "Vorige zomer probeerden wij in onze buurt te gaan voetballen op een voetbalterreintje. Wel: we werden er weggejaagd. 'Neeje, da mag nie!' (lacht)"

Winkelmans: "Dat is een beetje het Vlaanderen van nu, hè: je moet vooraf al nadenken waar je nog kan en mag voetballen. Terwijl zo'n pleintje duidelijk is: of het nu negen uur 's morgens of negen uur 's avonds is, er wordt altijd gevoetbald. Zoals wij naar de scouts gaan, gaan zij naar het pleintje.

"Kijk, ik ben gewoon een voetbalfan uit een net Vlaams doorsnee gezinnetje, ik had nog nooit tijd doorgebracht op zo'n pleintje in Borgerhout, Deurne of Linkeroever. Ik sprong daar in een cultuur die ik van thuis uit totaal niet kende. Maar als je daar dan wat tijd doorbrengt, leer je dat die cultuur eigenlijk veel beter bij je persoonlijkheid past dan je op voorhand dacht: het bleek dat het veel leuker is om daar voetbalfan te zijn."

Wekte het geen wantrouwen toen jullie daar met een filmploeg op die pleintjes neerstreken?

Verdoodt: "In het begin wel, ja. Ik weet nog dat we naar het Bisthovenplein gingen om foto's te nemen: een groepje aan de kant van het pleintje stuurde meteen iemand op ons af om te vragen wat wij daar kwamen doen."

Winkelmans: "Ik denk dat ze vooral een heel slechte relatie met de media hebben: de media komen daar alléén maar als er problemen zijn. Een paar jaar geleden waren er rellen op de Turnhoutsebaan en het Bisthovenplein: sindsdien wordt een cameraploeg enkel nog dáármee geassocieerd. Maar zodra duidelijk was dat het ons daar niet om ging, was dat ook meteen helemaal van de baan, en was iedereen erg open."

De ster van de film lijkt voor mij verrassend genoeg niet Moussa Dembélé, Radja Nainggolan of Matthias Schoenaerts te zijn, maar wel Karim Bachar - voor de buitenwereld net de minst bekende van die vier. Is hij de koning van de Antwerpse pleintjesvoetballers?

Winkelmans: "Hij is een icoon voor die gasten, ja. Een onbekend icoon."

Verdoodt: "Karim is voor veel van die jongeren een rolmodel geweest: hij was de eerste pleintjesvoetballer van Marokkaanse afkomst die echt doorgebroken is in het zaalvoetbal."

Winkelmans: "Met Karim in Antwerpen rondlopen is heel moeilijk, want hij is een echte ster: als je met hem over de Meir loopt, is dat echt alsof je daar met Brad Pitt loopt, zo vaak wordt hij aangesproken."

Verdoodt: "En als je met hem over de Turnhoutsebaan loopt, is het zo mogelijk nóg erger. (lacht)"

Winkelmans: "Het is echt onwaarschijnlijk: werkelijk iederéén kent hem. En omgekeerd kent hij ook iedereen: volgens mij heeft hij duizend nummers in zijn gsm staan of zo. Stel dat op de Turnhoutsebaan iemand tegen je wagen rijdt en vluchtmisdrijf pleegt: contacteer Bachar, en volgens mij weet hij binnen de drie telefoons wie het gedaan heeft. Overal waar we kwamen dwong Karim meteen respect af. Ouders bellen hem zelfs voor slechte schoolrapporten van hun kinderen: 'Zou jij niet eens tegen hem willen uitvliegen? Want naar ons luistert hij niet.' En dan moet Karim achter die mannen hun veren zitten."

'Straatvoetballers doen altijd hun goesting,' wordt in de documentaire gezegd. 'Als ze naar het pleintje gaan met het idee van goal tot goal te dribbelen, dan doen ze dat ook.' Is dat meteen ook het probleem als ze bij een echte club komen: afspraken, discipline?

Verdoodt: "Dat is vaak de drempel, ja."

Winkelmans: "Als er op de club elke dag getraind moet worden, en zij hebben een dag geen goesting, dan gaan ze gewoon niet."

Verdoodt: "Of dan zitten ze op het pleintje, omdat ze liever een matchke willen spelen dan toertjes rond een voetbalveld te lopen. En dan worden ze buitengesmeten op hun club."

Winkelmans: "Op die manier gaat enorm veel talent verloren. Maar goed, clubs zijn daar nu wel beter op aan het inspelen. Anderlecht zegt tegenwoordig bijvoorbeeld: we wachten wel tot ze 16, 17 zijn. Vroeger stuurden ze daar spelers veel makkelijk meteen weg. Je moet enorm veel geduld hebben met zulke mannen. Als je dat niet hebt, breekt er niet één door. Je ziet dat aan clubs als KV Mechelen, Antwerp of Beerschot: daar komt véél te weinig van dat talent door."

Verdoodt: "Wij hebben op die pleintjes zo veel talent gezien, het bulkt er echt van. Maar zelfs bij een tweedeklasser als Antwerp breekt niémand van hen door."

Winkelmans: "En dat klopt gewoon niet. Allez zeg, in een straal van een kilometer rond de Bosuil liggen vijf, zes pleintjes waar jongens dribbels doen die echt niémand op training bij den Antwerp kan: het is gewoon onmogelijk dat Antwerp pakweg geen goede rechtsbuiten van Belgisch-Marokkaans origine vindt."

Er speelt wel een vrouwelijke pleintjesvoetbalster bij Antwerp: Riana, de tweelingzus van Rode Duivel Radja.

En jullie volgden ook de zussen Sabrine en Hind: eentje voetbalt met hoofddoekje, de andere zonder. Zagen jullie veel voetballende meisjes op de pleintjes?

Winkelmans: "Neen, da's toch een kleine minderheid, hoor: één op de vijftig, schat ik. Tja, straatvoetbal blijft een machocultuur."

Verdoodt: "Vrouwen die in het straatvoetbal zitten, moeten zich héél hard bewijzen. En dan nog: Riana bijvoorbeeld kan echt onwaarschijnlijk goed voetballen, beter dan veel mannen, maar zelfs zij werd vroeger nog aan de kant gezet."

Winkelmans: "Daar komt nog eens de positie van de vrouw in de algemene cultuur bij: Sabrine en Hind mochten van hun vader niet voetballen - nu hij terug naar Marokko vertrokken is, is die hindernis wat overwonnen, maar toch: allemaal niet makkelijk als vrouw, denk ik."

Behalve voetbal speelt ook rap een belangrijke rol in de film, en niet alleen op de soundtrack: jullie volgden de Antwerpse rapcrew NoMoBS - ofwel No More Bullshit. Waarom?

Verdoodt: "Omdat we wilden laten zien dat er meer is dan voetbal alleen. Het is voor die groep wel begonnen bij het voetballen op het pleintje, maar het waren minder goede voetballers dan de anderen: die moeten ook hun weg zoeken. En onderweg hebben ze andere talenten ontdekt."

Winkelmans: "Daarom ook dat we de documentaire De pleintjes genoemd hebben, en niet 'De straatvoetballers'. NoMoBS zijn overigens ook van die onbekende iconen: die gasten zijn enorm populair (hun video voor 'Zehma' is al 375.000 keer bekeken op YouTube, GODB), maar niemand kent dat. We vonden dat we dat aan een breder publiek moesten tonen."

Verdoodt: "Het verbaasde mij dat het allemaal heel open, vriendelijke mensen bleken te zijn. We hadden vooraf wat filmpjes van NoMoBS op YouTube gezien, en we dachten meteen: oei, wat wordt dat? Maar uiteindelijk... Ze zijn blij dat eindelijk eens iemand een positief verhaal over hen en de buurt wil maken."

In een nogal wilde NoMoBS-scène zegt een van de groepsleden dat hun woeste gedrag alleen maar cinema is. Waarop een andere zijn trui omhoog trekt en een lichaam vol littekens laat zien - die leken me niet écht het gevolg van cinema.

Winkelmans: "Die scène is de what the fuck?-scène van de film, de scène die de kijker in verwarring moet brengen: je snapt niet wat er allemaal gebeurt, en net dat vind ik wel leuk. We hebben ze er specifiek in gelaten om aan te tonen dat daar vanalles kan gebeuren. En die jongens... Het blijven jonge gasten, hè."

Na de film keek ik anders aan tegen die beruchte actie van Anthony Vanden Borre tegen Siebe Schrijvers in Anderlecht-Genk onlangs: hem eerst door de benen spelen, om dan met de handen wuiven. Veel commentatoren vonden dat kleinerend van Vanden Borre tegenover Schrijvers.

Winkelmans: "Ja, twee jaar geleden had ik zeker ook gezegd: wat een patser! Maar nu weet ik: dat heeft niks met kleineren te maken, dat heeft zelfs niks met veldvoetbal te maken: dat hoort gewoon bij die pleintjescultuur. Die doet dat omdat hij weet: op het pleintje is dat het van het. Een panna - de bal door de benen van de tegenstander spelen - is daar belangrijker dan een goal maken."

Verdoodt: "Maar achteraf wordt daar mee gelachen. 'Volgende keer pak ik u wel terug': dat is de mentaliteit."

Winkelmans: "Dat de panna zo belangrijk is, komt uit de tijd dat er op de pleintjes geen goalen stonden: meestal werd er toen van paaltje naar paaltje gespeeld, en moest je daar tegen proberen te sjotten. Daardoor zijn de dribbels en de panna's op de pleintjes veel belangrijker geworden dan het scoren van een goal. Sommige spelers gaan tijdens de match op de bal staan."

Verdoodt: "Boussouffa deed dat een paar jaar geleden ook eens met Anderlecht."

Winkelmans: "Als je dat ziet, weet je zeker: straatvoetballertje. Ik zie het een jongen als Jan Vertonghen alleszins toch niet zo gauw doen. (lacht)"

Verdoodt: "Raar toch dat wij, als voetbalfans, die pleintjescultuur niet eerder echt kenden. Ik hoop dat met deze documentaire andere mensen het nu ook leren kennen."

Winkelmans: "Ik vond het niet alleen raar, ik vond het ook gewoon jammer dat ik ze niet eerder heb leren kennen. Ik weet nu al dat ik deze zomer zéker naar die pleintjes terugga, gewoon om te kunnen voetballen met die mannen. Echt: dat ik die pleintjes heb leren kennen, heeft gewoon mijn leven veranderd. Ik hoop dat als ik ooit kinderen heb, ik met hen naar zo'n pleintje kan trekken."

De pleintjes gaat op vrijdag 6 mei om 20.30 uur in première in De Roma in Borgerhout, met nadien optredens van Tourist Lemc en NoMoBS. Inkom: 5 euro. www.deroma.be