Direct naar artikelinhoud

Fusie- en overnamegolf overspoelt farma-industrie

De farmaceutische sector is in de ban van een wereldwijde fusie- en overnamegolf. Nadat de voorbije weken al verscheidene bedrijven overnames deden, raakte nu bekend dat het Britse AstraZeneca een verhoogd bod - een recordbedrag van ruim 76 miljard euro - van farmareus Pfizer afwees.

Er beweegt wat in de farmaceutische industrie. Het regent de laatste maanden fusies en overnames, met als klap op de vuurpijl het overnamebod van Pfizer op AstraZeneca. Gisteren bracht de Amerikaanse farmareus een verhoogd bod van 63 miljard pond (76,7 miljard euro) uit op het Britse AstraZeneca, nadat een eerder bod van 59 miljard pond afgewezen werd. Een eventuele overname zou de grootste ooit zijn in de farmaceutische wereld, maar Pfizer werd wandelen gestuurd.

Het Amerikaanse bedrijf had zich nochtans heel wat moeite getroost om de deal rond te krijgen. Om onheilsberichten over negatieve gevolgen voor de tewerkstelling bij AstraZeneca de kop in te drukken, stuurde Pfizertopman Ian Read een persoonlijke brief naar de Britse premier David Cameron. Daarin benadrukte hij de voordelen van een overname van AstraZeneca voor Groot-Brittannië. Pfizer wil onder meer medisch onderzoek gaan doen in Cambridge en Europese hoofdkantoren in Groot-Brittannië vestigen. De farmareus wou met de brief de zorgen in de Britse politiek over de deal wegnemen.

En het is niet de enige grote deal die in de steigers staat in farmaland. Gisteren raakte ook bekend dat het Duitse chemie- en farmaconcern Bayer in onderhandeling is met het Amerikaanse Merck over een overname van de consumentendivisie van het bedrijf, die onder meer allergiemiddelen en zonnebrandolie maakt. Naar verluidt wil Bayer, producent van onder meer aspirine en anticonceptiepillen, circa 14 miljard dollar (ruim 10 miljard euro) op tafel leggen voor het Merck-onderdeel. De twee partijen hebben een voorlopige overeenkomst bereikt, maar er wordt naar verluidt nog wel aan de details gewerkt. Mogelijk komt binnen enkele dagen een verklaring naar buiten.

Ook de grootste producenten van geneesmiddelen zijn de jongste weken en maanden verwikkeld in een wereldwijde overname- en fusiestrijd. Vorige week maakten het Zwitserse Novartis en het Britse GlaxoSmithKline bekend dat ze onderdelen van elkaar overnemen en een joint venture beginnen waarin ze hun divisies samenbrengen die verzorgingsproducten voor consumenten maken, zoals nicotinepleisters, tandpasta en vrij verkrijgbare pijnstillers (zie grafiek boven). Een dag eerder maakte Novartis bekend dat het zijn afdeling Animal Health aan het Amerikaanse Eli Lilly and Company verkoopt.

De reden van al die animositeit? De farmaceutische bedrijven proberen zich volgens analisten te concentreren op hun belangrijkste activiteiten. Ze stoten onderdelen af waarin ze geen marktleider meer kunnen zijn en gaan op zoek naar schaalvergroting in marktonderdelen waar ze wel voorop lopen. Dat heeft te maken met het feit dat de farmaceutische industrie steunt op onderzoek naar geneesmiddelen die in de toekomst veel kunnen opbrengen. Maar de kans op mislukking is niet gering en de ontwikkelingskosten zijn vaak torenhoog. Overnames en fusies zijn een manier om innovatie iets meer betaalbaar te houden.

Daarbij komt nog dat de patenten op succesvolle medicijnen beperkt houdbaar zijn, meestal 25 jaar. In die periode kan een farmaceutisch bedrijf veel geld verdienen aan zijn eigen product en aan het verkopen van licenties aan andere fabrikanten, maar eens het patent verstreken, kiezen de meeste patiënten voor de betaalbare generieke variant van het product en verdwijnen de inkomsten grotendeels. In 2012, dat geboekstaafd staat als een 'rampjaar', liep een hele reeks grote patenten ten einde. Ook dit jaar verlopen de patenten van heel wat medicijnen. Om die reden zijn grote farmaceutische bedrijven zich nu aan het hergroeperen en staan er volgens analisten nog meer fusies en overnames op stapel.