Direct naar artikelinhoud

Lang leve Christo (want het zal nodig zijn)

Nog zo veel te doen, nog maar zo weinig tijd. Welkom in de wereld van Christo, de kunstenaar die samen met zijn echtgenote Jeanne-Claude al het Rijksdaggebouw in Berlijn, de Pont Neuf in Parijs en elf eilanden voor de kust van Miami inpakte. Op zijn 78ste hoopt hij nu eindelijk te starten aan wat het grootste kunstwerk ter wereld moet worden.

Praten met de Bulgaars-Amerikaanse kunstenaar Christo is soms als deelnemen aan een quiz. De 22 tijdelijke kunstinstallaties die hij wereldwijd optrok, gebruikt hij namelijk als ijkpunten in zijn leven tot nu toe. Als hij terugblikt, verwijst hij daar dus naar om anderen duidelijk te maken waar of wanneer een gebeurtenis plaats vond. "Vraagt iemand me wanneer mijn schouder weer uit de kom geraakte, dan vertel ik dat het gebeurde in de periode dat we een deel van de kust van Australië inpakten. Op andere momenten verwijs ik naar eilanden die we inwikkelden, dan weer naar die keer dat we het Rijksdaggebouw omhulden. Er is altijd wel iemand die me dan kan vertellen welk jaartal ik zoek", glimlacht Christo in de bibliotheek van deSingel in Antwerpen. Daar was hij afgelopen weekend om een lezing te geven op Integrated2013, de kunstconferentie van Sint Lucas Antwerpen.

Inpakken, inwikkelen, omhullen. De werkwoorden die de kunstenaar kiest, maken meteen weer duidelijk waarom hij bij het grote publiek bekend is als 'de inpakkunstenaar'. Maar gebruik die omschrijving alstublieft niet als hij het kan horen, want Christo zelf is er allergisch voor. Het project waar hij tegenwoordig aan werkt, heeft dan ook niets met inpakken te maken. Mastaba, heet het, en het wordt een 150 meter hoge versie van het bankje dat de bedoeïnen voor hun huizen zetten. Opgetrokken uit 410.000 olievaten in felle kleuren, in de woestijn van Abu Dhabi, en om daar te blijven deze keer. In tegenstelling tot de meeste vorige installaties van Christo.

"Een bezoek aan Mastaba moet worden zoals een bezoek aan de Eiffeltoren", hoopt Christo. "Alleen wordt Mastaba het grootste kunstwerk ter wereld, op een ruimte van twintig vierkante kilometer. Momenteel wordt er staal ontworpen, speciaal voor het project. Zodra dat en de andere voorbereidingen klaar zijn, duurt het nog dertig maanden om de installatie te bouwen."

Tijd om met pensioen te gaan is er de eerste jaren dus nog niet voor de 78-jarige Christo, maar dat lijkt de kunstenaar allesbehalve te kunnen schelen. Als het daarover gaat, denkt hij liever aan wat zijn echtgenote Jeanne-Claude enkele jaren geleden nog zei. "Kunstenaars gaan niet met pensioen. Ze sterven." Zo ook Jeanne-Claude, vier jaar geleden. Al merk je dat niet altijd in gesprekken met Christo. Hij blijft volhardend in de wij-vorm spreken, aangezien het aandeel van Jeanne-Claude in de installaties even groot was als het zijne. Toch veranderde de dood van zijn echtgenote een en ander. "Ik besefte plots dat ik ondertussen achteraan de zeventig ben, dat ik nu alleen ben en dat ik daarom niet langer kan wachten."

Dus werkt Christo ondertussen ook aan Over The River, een project waarbij hij zestig kilometer van de Arkansas-rivier in het Amerikaanse Colorado wil overspannen. Het moet vooral de rafters die vier uur lang onder de installatie kunnen varen een bijzondere ervaring bieden. Alleen duurt ook het opbouwen van Over The River nog eens 28 maanden. Zodra Christo toestemming krijgt, is dat, want zover is het nog niet. "De Amerikaanse overheid, die eigenaar is van een groot deel van het terrein dat we willen gebruiken, gaf nochtans al haar fiat in 2011. De buurtbewoners die tegen het project zijn, hebben Obama en zijn administratie daarom aangeklaagd. We kunnen voorlopig dus niets ondernemen", vertelt Christo.

Nee tegen Christo!

De kunstenaar is het ondertussen wel gewend om op tegenstand te stoten. 37 van zijn projecten werden bijvoorbeeld niet gerealiseerd omdat hij en Jeanne-Claude nooit de nodige toestemmingen kregen. En T-shirts met het opschrift 'Just say no to Christo'? Hij schrikt er niet meer van. "Veel andere artiesten zouden zulke dingen een bureaucratische nachtmerrie vinden", lacht Christo. "Wij zien het feit dat er altijd duizenden mensen zijn die ons willen stoppen en duizenden mensen die ons willen helpen net als de kracht van ons werk. Kijk, de kunstwereld bestaat uit een heel klein clubje, maar dankzij de dynamiek die rond onze projecten ontstaat, communiceren wij met zo veel andere mensen. Van congresleden tot Japanse rijstboeren. Bovendien, het dossier voor Over The River telt al meer dan 4.000 pagina's. Er zijn maar weinig andere kunstenaars ter wereld die kunnen zeggen dat er zo veel wordt geschreven over een werk dat nog niet eens bestaat." Christo grinnikt. "Maar we zijn geen masochisten, hé. Natuurlijk willen we dat het allemaal eenvoudiger gaat. Ook al omdat we ondertussen al 14 miljoen euro investeerden in Over The River."

Werken met tanden

Het is maar een habbekrats van wat nog komen moet. Ook aan Mastaba hangt een serieus kostenplaatje. Een van zo'n 260 miljoen euro. Het stoorde sommige critici in het verleden daarom al dat de installaties van Christo geen nut hadden. De kunstenaar zelf is trouwens de eerste om dat te bevestigen. "Alle projecten die we al deden, waren nutteloos en totaal irrationeel. Ze kwamen er alleen omdat Jeanne-Claude en ik ze wilden beleven. Als anderen dat ook wilden, was dat alleen maar een bonus."

Christo twijfelt dan ook geen seconde over zijn antwoord op de vraag of hij nooit overwoog om zijn geld in andere zaken dan zijn eigen kunst te investeren. "Ik ontsnapte op mijn 21ste uit het communistische Bulgarije om kunstenaar te worden. Ik ga dus nu niets doen dat mijn vrijheid als kunstenaar nog maar een minuut lang in gevaar kan brengen." Het was een toevallig bezoek aan familieleden in Praag dat ervoor zorgde dat Christo tijdens de Hongaarse opstand in 1956 plots naar het Westen kon vluchten. Hij maakte naar eigen zeggen een portret van de vluchtelingenofficier van de Verenigde Naties om aan de nodige papieren te geraken en kwam zo via een omweg in 1958 in Parijs terecht.

"Je kunt iemand die het zelf niet meemaakte amper uitleggen wat het is om een land te ontvluchten. Wat het is om met zes mensen naar een bestemming te reizen, maar er alleen voor te staan zodra je daar aankomt", aldus Christo. Hij sprak alleen Russisch en Bulgaars toen hij in Parijs aankwam, kende er niemand, maar kon er werken als autowasser en afwasser om de eindjes aan elkaar te knopen. "Allemaal om later te kunnen toegeven aan die onstopbare drang om kunstenaar te worden." Die drang was ook Christo's moeder niet ontgaan. Zij gaf haar zoon al op zesjarige leeftijd een privéleraar schilder- en beeldhouwkunst en stuurde hem na zijn middelbare studies naar de kunstacademie.

"Maar daar kon ik nooit een echt kunstwerk zien", herinnert Christo zich. "Zelfs reproducties moesten we stiekem bekijken." Vandaar dat hij nog altijd geen compromissen sluit als hij vreest dat die zijn vrijheid zullen beknotten. Al lijken die compromissen vaak onschuldig. "Na het project The Gates (waarbij Jeanne-Claude en Christo Central Park in New York vol oranje poorten en doeken zetten, sjs) stond er een rij burgemeesters klaar met de vraag om hetzelfde te doen in het park van hun stad. Hetzelfde gebeurde nadat we het Duitse Rijksdaggebouw hadden ingepakt. Maar wij staan op onze vrijheid. Kunstenaars die daar anders over denken, maken pure propaganda", vindt Christo.

Ook daar is hij naar eigen zeggen allergisch voor. "Aan commerciële propaganda, maar ook aan gezondheidspropaganda of milieupropaganda. Ik kan er echt niet tegen, maar veel andere kunstenaars maken vandaag wel pure propaganda." Over wie hij het dan precies heeft, wil Christo niet kwijt.

Hij maakte het bij aanvang van het gesprek al charmant maar gedecideerd duidelijk. "Ik wil niet praten over politiek, over religie of over andere kunstenaars", klonk het. Maar ook de andere vragen, beantwoordt hij bijna altijd eerst met een 'nee', zelfs al was dat geen van de mogelijke antwoorden. Alsof hij het gevoel heeft dat hij dringend het beeld dat over hem leeft moet bijstellen. Vooral de opmerking dat hij al werd omschreven als de bekendste nog levende kunstenaar onthaalt Christo hoofdschuddend. "Dat is helemaal niet waar, het is een illusie. Zoiets betekent trouwens niets, en ik heb geen tijd om daarover na te denken nu Jeanne-Claude er niet meer is."

Alleen dat jonge mensen misschien nog wat van hem kunnen opsteken, hoort Christo plots breed glimlachend aan. "Wel, bedankt", zegt hij, om zich dan meteen weer wat bescheidener op te stellen. "Jeanne-Claude en ik hebben toch altijd geweigerd om mensen te beoordelen. Het zou arrogant zijn, en onbeleefd. Smerig zelfs. Daarom geef ik ook niet graag advies." Jeanne-Claude deed dat soms wel. "Je kunt zo hard werken als wij", zei ze dan. "Ik ben inderdaad een workaholic", stelt Christo nu ook, "maar nog belangrijker is dat je weet wat je wilt doen. Wat dat is, kan niemand je vertellen. Bovendien heb je heel wat geluk nodig om te geraken waar je wilt komen."

In het geval van Christo diende dat geluk zich onder andere aan toen hij Jeanne-Claudes moeder ging portretteren. Hij viel meteen voor haar dochter Joyce, maar ging er uiteindelijk vandoor met Jeanne-Claude, die zich de rest van haar leven inzette voor Christo's kunst. "Als ik met een tandarts was getrouwd, had ik nu waarschijnlijk ook met tanden gewerkt", zei ze daar ooit over. Durft Christo nu ook denken aan hoe zijn leven er had uitgezien aan de zijde van Joyce? Hij grijnst. "Ah, het bovenstaande was waarschijnlijk een heel ander verhaal geworden, maar ik ben niet met Joyce getrouwd, hé. Dat maakt het leven zo spannend."